§ 2-
Het was op den ipden Julij 1851, dat een mijner kinderen in de
nabijheid van eenen hooiberg, eene Rups ontdekte, kruipende op den
grond, en mede naar huis nam.
Deze Rups kwam mij geheel onbekend voor, en konde mij niet
herinneren dezelve meer gezien te hebben; de kleur was dof zwart met
Tab XXXV w*tte strepen langs het lijf en over den rug, en van onderen bruin
Fig. i.v a a l, afgebeeld Tab. XXXV, Fig. I.
§• 3-
Ik was met haar gewoon voedsel geheel onbekend; vermoedende
echter, dat zij laag groeijende planten zoude nuttigen, gelijk zulks
meestal het geval is met Rupsen die zich bij dag verbergen, en daar
zij in de nabijheid van eenen hooiberg was gevonden, gaf ik haar wat
gewoon gras tot voedsel; of zij nu daarvan gebruikt heeft, kan ik
niet stellig verzekeren, zij scheen haren vollen wasdom bereikt te hebben
, want na verloop van weinige dagen verborg zij zich op de aarde
onder het gras en veranderde den zes en twintigsten Julij, zonder eenig
Fig. 2. Spinsel in eene gave Pop. Fig a.
§• 4-
Ik was nu zeer begeerig te vernemen welke Vlinder er uit deze Pop
te
te voorschijn zoude komen, hopende dat aan dit verlangen nog voor
den Winter zoude voldaan worden.
De Pop dagelijks gadeslaande, ontdekte ik na verloop van drie
weken, dat de kleur begon donkerder te worden, hetgeen mij met
grond deed vermoeden, dat de Vlinder spoedig in zijne luisterrijke gedaante
zoude te voorschijn komen, in welk vermoeden ik ook niet
werd te leur gesteld, daar ik het genoegen had, na verloop van een
en twintig dagen , en wel op den zeventienden Augustus des avonds
eene gave Vlinder te vinden, afgebeeld in eene rustende houding, F ig 3 , Fig. 3.
en in eene vliegende gestalte bij Fig 4. Daar ik slechts maar één en 4.
Vlinder bekomen heb, kan ik het geslachts onderscheid niet bepalen.
§• 5-
Even als de Rups, schittert ook deze Vlinder niet met sierlijke
kleuren, hij heeft zoowel in kleur als in teekening veel gelijkenis met
de Vlinder afgebeeld in het ae. Deel dezes werks vierde Stuk, Tab. 1,
Brassicae, en zoude daarmede gemakkelijk kunnen worden verwisseld.
De tegenwoordige Vlinder is echter kleiner en donkerder van kleur,
terwijl de ondervleugels blaauwachtig wit zijn. Ook bestaat er we-
zenlyk verschil in de teekening, daar de Rups en Pop van beide
soorten geheel verschillen.
Ofschoon ik vermoede dat deze Rups het gras tot voedsel gebruikt,
zoo zouden wij den Vlinder de Gras-Vlinder kunnen noemen, dan dit
M m a is