zooveel mogelijk mar het tweede, hier nevensgaande stuk, te willen
inrigten.
Men heeft tot heden in dit werk vruchteloos gezocht naar verwijzingen,
op andere werken over Europeesche Lepidoptera. Het is
mij voorgekomen, dat het nuttig en aangenaam zijn zoude, indien
aan het hoofd van ieder stuk eenige werken werden opgenoemd,
die ter vergelijking kunnen strekken. Eene geheel volledige synonymie
zal men wel niet verwachten, daartoe is mijne boekerij ook met
rijk genoeg.
Ik meen te kunnen volstaan, met in den regel de werken van
ochsekheimer en TREiTSCiiKE en hübker aan te halen, wijders die
schrijvers, bij wie het voorgestelde insect in zijne verschillende toestanden
het best beschreven is.
Ik neem deze gelegenheid waar, om twee misstellingen te verbeteren,
in een der laatste nommers van Heel V il ingeslopen. Op bl 208
regel 3 v. b. staat: buitenperk, lees: heesterperk; op dezelfde blz.
reg. 6 van and. staat: bruine, lees: hunne. Op bl. 202 regel 8
zette men na de woorden ook en plaatse eene comma.
Leyden, Oct. 1855.
SNELLEN VAN VOLLENHOVEN.