*43
NEDERLANDSCHE INSEKTEN,
B E S C H R E V E N en A F G E B E E L D .
Z E V E N D E DEEL.
VIER-EN-DERTIGSTE VERHANDELING,
OVER D E
N A C H T - V L I N D E R S ,
van het tweede gezin der eerste bende.
HET BONTE GOUD-VL1NDERTJE.
P. V IL Tab. XXXIV.
§. i.
] \ t e t dankbaarheid aan den zeer geëerden zender, den WelEd. Ge-
strengen Heer q . m . r . v e r - h u e l l , Schout hij Nacht, enz. enz. te
Arnhem, deelen wij bij dezen aan de Liefhebbers de afbeelding en
beschrijving mede, ons door ZijnEd. gezonden, van een alhoewel
klein, echter uitmuntend fraai Vlindertje, benevens van deszelfs Rups
en Pop, en kunnen niet af zijn hierbij te doen opmerken, de naauw-
keurigheid en het geduld door dezen buitengewonen Liefhebber hierbij
getoond, in het nagaan en afbeelden van deze geringe schepseltjes.
5 2.
In een werk handelende over de Nederlandsche Vlinders, behooren
alle geslachten derzelve opgenomen té worden, de XXVII verhandeling
L 1 hier