
P O A c om p r e s s a,
Plathalmig Beemdgras.
Hoogduits ch. Flachhalmiges Rispengras.
Engelsch. Flat-stalked Meadow-grass.
Bloeit in Junij , Julij en Augustus.
Tr ia n d r la , d ig y n ia ; Driehelmigen, tweestijligen.
Natuurl. Rang volgens Lino. IV. Gramina; Grassen.
G e s la c h ts K enmerken. Calycis 2-20-flori glumae flosculis breviores; de Kafblaadjes van den 2-20-
bloemigen kelk, korter dan de bloempjes. Corollae valvulae interduin basi lanugine tectae, superior 2-fidc-
dentata; de klepjes aan den voet dikwijls met eenige wol bedekt, het bovenste tweespletig-getand. . . Stigmata
villosa; de Stempels vlokkig. Seraen sulcatum; het Zaad gesleufd. Fanicula plus minusvc ramosa vel eifusa ;
de pluim meer of min getakt of uitgebreid.
‘S o o r t e lijk e K enm e rk en . Panicula subsecunda diffusa; met eene bijna éénzijdige uitgespreide pluim.
Locustis oblongo-ovatis 5-7-floris, flosculis villo connesis; de Bloempakjes Iangwerpig-eirond, 5-7-bIoemig, de
bloempjes aan den voet met een vlokje verbonden. Culmo obliquo, coropresso; de Halm schuinsch en zamenge-
drukt. Radice repente; de wortel kruipende.
De wortel is kruipende en dringt met vrij sterke vezels in den grond of tusschen de steenen ini
De Halmen zijn doorgaans talrijk, aan den voet nederliggende, meer of min geknikt, doch
bovenwaarts opgaande met regtstandige bloeipluim en zeer kennelijk aan hunne zamengedrukle
gedaante. Men ziet dit laatste bij d, waar eene dwarsche doorsnede van den halm, vergroot,
is a f geheeld. De bladeren zijn dan eens groen, dan weder blaauwachtig-groen van kleur,
aan den top kielvormig-zamengevouweng het bindsel uitstekende en geknot. De bloempakjes
zijn in eene meer of-min éénzijdige pluim verèenigd, met half-kransvormende, soms slechts
gepaarde, aan den voet vaak ook nog een enkel bloempakje vertoonende takken. Men ziet bij
a , vergroot even als al de volgende afbeeldingen, de beide ongelijke kafblaadjes van den kelk;
bij b het spitse, gekielde bloempakje, gewoonlijk met 5, fraai groen metpaarsch geschakeerde,
aan den voet met enkele vlokkig-wolachtige haren vereenigde bloempjes, van welke het onderste
geopend is en de 3 meeldraden vertoont. Het vruchtbeginsel met deszelfs beide vrij groote,
vlokkige stempels, ziet men meer duidelijk afzonderlijk bij c. —- De plant groeit ter hoogte
van 2 tot 4 palmen.
G r o e ip la a ts e n . Op drooge steenachtige plaatsen, op oude muren, aan wallen en op droogliggende akkers.
Algemeen door het gansche land.
De afgebeelde plant is van bij Utrecht*
H u ish o u d e lijk G eb ru ik . Wordt door al het vee gegeteo, en is een uitstekend gras voor grasperken,
alsmede voor schaapsweiden, welk vee vooral bij dit gras zeer welig tiert ,eo een fijn en aangenaam vleesch
geeft. G unner en S o le . Vol. IX. van the Bath Soc.