
AGARICUS COMATUS* Mnltei*.
Gehuifde Paddestoel•
Hoogduitsch• Mist Blalterschwam.
Nederduitsche bijnaam• Paddestoelen.
Komt voor in September.
Cryptogamia, fungi ; Bedektbloeijenden, Zwammen;
Natuurl. Rang. vo/^. lin n . LXVIL Fungi, Zwammen«
GeslaCHTS-KENMERKEN, (volgens DECANDOLLE). Pileus plerumque stipitatus, subtus lamelld-
Wis, lamellis fere numquam inter se anastomosantibds, gongylis (sporis) lamellis intermixtis; het
hoedje gewoonlijk gesteeld, van onderen voorzien van vele plaatjes, welke bijkans nooit in elkander
inmonden; de zaadjes o f kiemen tussoben deze plaatjes geplaatst.
Ondergeslacbt. Coprinus, Volva nulla; geen bcursvlies. Stipite centrali nudo vel annulato; de
steel in het midden onder het hoedje geplaatst, naakt o f zeldzamer van eenen ring omge^én.
Lamellis inaequalibus, demum nigrescente- liquescentibus; de plaatjes ongelijk, ten laatste in
een zwart vocht vervloeiende. Pileo merabranaceo fugace; het hoedje vliezig en ras verdwijnende.
S o o r t e l ijk e k e n m e r k e n , (ook volgens d ec a n d o l l e FL fra n c . N°. 583). Gregarins; troeps-
Wijze bijeenwassende. Pileo cönico squamoso albido, sub finem nigrescente, squamis flavescenti-
b u s ; het hoedje kegelvormig, geschubd, witachtig, doch ten laatste zwart wordend, de schubben
geelachtig. Lamellis congestis, primo albido-purpurascentibus; de plaatjes digt bijeengeplaatst, in
het eerst wit-paarschachtig. Stipite Iongissimo, annulo mobili; de steel zeer lang, met beweeglijken
ring.
Onder de vele soorten van dit zoo uitgebreide geslacht, is de hierbij afgebeelde soort, aan hare
slanke houding en eigenaardige vorming wel te onderscheiden. Men vindt haar zelden eenzaam,
maar meestal in kleine troepjes vereenigd. De steel is w it, bij de jonge plant van binnen gevuld,
maar in de oudere plant, in verhouding tot de overige deelen zeer lang, slank, en van
binnen buisvormig uit gehold, gelijk men in eene overlangsche doorsnede van den steel bij A z ie t.
Deze steel is rolrond, maar aan den voet eenigzins verdikt« -Als de plant nog jong is, hangt de
steel door middel van een rondgaand vlies met het hoedje zamen, doch later scheidt dit vlies zich
a f en vormt eenen los met den steel vereenigden ring c. H e t hoedje z e if is , jong zijnde, eirond,
later kegel- o f blokvormig, maar ten laatste beginnen de randen van onderen op te spijten en
meer en meer naar bovenwaarts op te krullen, terwijl er een zwart vocht uit het hoedje uitvloeit
d. H e t hoedje is van buiten met overlangsche meer o f min opspijtende geelachtige schubben be -
d e k t, en is van binnen gevormd uit een zeer groot aantal digt op elkander geplaatste plaatjes,
welke zoo als men b j B z ie t , in de volwassen plant naar den steel toe, vuil paarsch en o p zjde
en van onderen paarschachtig zwart z jn . De steel wordt bjna 2 , het hoedje bjna 1 palm lang.
H e t is niet zeker, o f de A g a r icu s fimeta rius L . , die door sommigen tot deze soort gebragt wordt.
hiertoe wel behoort. De A g a r icu s fime ta rius althans van d e G orter N°. io34 schjnt volgens de
aangehaalde afbeelding van Stehbeek eene andere plant te z jn . — Onze plant is dezelfde hls
d ie , welke in de 834® afbeelding der F lo r a D an ica voorkomt•
GROEIPLAATSEN* Op mesthoopen en vette tuingronden.
Zij is door mij niet zelden in de omstreken van Groningen aangetro£fen; doch zal zeker ook
op meer plaatsen hier te lande gevonden worden.
HUISHOUDELIJK gebruik. Behoort onder de schadelijke Paddestoelen.