
Va
u
SPERMOEDIA CLAVUS Fries,
Moederkoorn. Spoor, Roggespoor.
Hoogduitsch. Mutterkorn, Kornmutter.
Fransch. l’Ergot, Seigle ergoté,
Engelsch. The Spur,
Ontwikkelt zich in vochtige zomers, op de korrels van Rogge en andere
Graangewassen en Grassen.
Nat. Rang. volg. Linn. LVIJI. Fungi. Paddestoelen,
Geslachts-Kenmerken. Fungillus parasiticus exiguus visidus graveolens difformis, dein apicu-
latus aut submitrulatus, sporis sphaerico-ovatis in membranam rugulosam gelatinosam coa-
dunatis, formatus, apicem fructus Graminis inhabitans. — Een kleine parasitische, kleverige,
reukgevende zwam, zonder vasten vorm, dan toegespitst o f bijkans half hoedvormig, uit
rond-eivormige sporen, welke tot een ongelijk geleiachtig vliesje zamengegroeid zijn,
bestaande.
Soortelijke Kenmerkei. Fusco-flavus; fructum morbose grossificatum inhabitans. Bruingeel
, op den top der ziekelijk vergroote grasvrucht,
a, Eene roggenaar in na t. g ro o tte , v i jf dezer paddestoeltjes dragende. b , een afzonderlijk.
c , de top van de ontaarde zaadkort'el, waarop het eigenlijke pad-
destoeltje zigtbaar is.
Geneeskundig Gebruik en Eigenschappen. De vergiftige eigenschappen van dit gewas, en van
de zaadkorrel, waarop het g ro eit, zijn breedvoerig beschreven in onze Noord-Nèderl. ver-
g iftig e Gewassen, Amsterdam bij sulpke, tweede u iig . p. 3 8 , 4 i . Als geneesmiddel is het
tot opwekking der weeën zeer belangrijk, en wordt onder den naam van Secale cornu-
tum , Clavus, Clavus secalis aangewend.