
97. Jasione montana. — Deze plant wordt
of met eene onverdeelde eenvoudige steng aan-
getroffen, of zoodanig dat op éénen wortel
meerdere stengen bij elkander groeijen, en in
dit laatste geval, b. v. op bouwakkers onder
Hilversum en *s Graveland, pok wel in eenen
bijna liggenden vorm. — Met witte bloemen
vond ik dezelye. bij Doorn en te Rjjsenburg;
en nabij, eerstgenoemde, plaats ook een Exemplaar
van dezelve met bai}dvgrmige steng. —
Welk verschijnsel ik insgelijks aan takken van
eenen Esch te Baambrugge, bij Hieracium syl-
vaticum en ; Senecio sylvaticus te Hilversum, 1
en bij Leontodon .Tarax/npum te Zwijndrecht, j
waargenomen h e h .— Men kan hierover (Expan- \
sion fasciée, -r-Fasciatio.), behalve de, Candolle ,
Organogr. végét., T. / / , p. 196 , het Taschen-
buch der Botanik, p. 1 lt$, van Petermann raadplegen,
alsmede: Aug. de Saint-Hilaire , Morphologie
végétale, p. 127, en Moquin-Tandon’s Teratologie,
uit het Fransch doör Schader, p. 452—140.
98. Erodium cicutarium l’Hérit. •== Erod.
cicutarium Sm:. = Geranium cicfilarium L. —;
Met witte bloemen, «aan den weg uit den Aar-
derhout b ij Haarlem, naar Overveen , nabij de
Buitenplaats Elswout; en. op het Kerkhof te
Warmond.
99. De donkere OoijevaarsbeJc heb ik ook
in eenen boomgaard hij Montfoort, bij de herberg
de Lindeboom, bij den Stadsdam bij
Utrecht, en te Maarssen onder de boomen in
de Timmermans-laan gevonden. Dezelve komt
ook op Walcheren voor ; in Vriesland is zij ook
bij Leeuwarden en op het Kerkhof te Wieu-
werd aangetroffen, en bij Leijden aan de schutting
van Krijgsmgns-rust buiten de Wittepoort.
V.d.B1. p. 15. Ba. p. 105. Mb. en Kerb., p. 59.
, 97. Jasione montana. -r- On trouve cette
plante, ou.à tige unique et simple, ou poussant
plusieurs tiges d’une même racine, et sous
cette dernière forme, p, e. dans les champs
vers Hilversum et 's Graveland, parfois on la
rencontre presque couchée. — A fleurs blan?
ches, je la trouvai près de Doorn et à Rij-
senburg, et au premier de ces lieux j ?en trouvai
aussi un exemplaire a tige fasciée , phénomène
que j’observai également h des branches
d’.u.n Frêne k Baambrugge, à iHieracium syl-
vaticum , et au Senecio sylvaticus a Hilversum,
et au Leontodon Taraxacum k Zwijndrecht.
On peut consulter sur cet pbjet {Expansion
fasciée, — Fasdatio), outre Decandolle , Qrgan
nogr. Végét., T. / / , />. 196, le Taschenbucfi der
Botaniky p. 115, de Petermann,. et aussi; . Aug .
de Saint-Hilaire , Morphologie Végétale, y p. 127,
et Moquin-Tandon, Tératologie, traduite du français
par Schader, p. 152—140.
98. Erodium cicutarium l’Héritier. = Erod.
cicutarium Sm. = Géranium cicutarium L. ^—
A fleurs blanches, près de Harlem, au chemin
de l]Aarderhout ; k Overveen proche de la campagne
d'Elswout ; et sur le cimetière de Wrn-
mond.
99. J’ai trouvé ,1e Géranium pjiaeum dans
un verger près de Montfoort, non loin de l’auberge
du Lindeboom.; au Stadsdam pr&s d'Utreêht, et
à Maarssen sous les arbres au Timmermanslaan.
Il se trouve aussi dans- Walcheren ; en Frise on
l’a rencontré près de Leeuwarde et sur le cimetière
de Wieuwerd, et près de Leide k la
çloison (Je Krijgsmansrust hors de la porte dite
Wittepoortv.d.B1. p. 15. Br. p. 105. Mb, et
Kerb., p. 59.
100. Geranium pratense. — Wil men inet
scherpe critiek beoordeelen welke gewassen in
eenè Flora van ons land vermeld moeten
worden, en welke niet, dan zoude 'wel-
ligt deze plant daar zoo w e l, ja nog veel
eer, buiten te sluiten zijn dan Geraniumphaeum;
en hoe vele zouden er dan niet alleen uit de
onze wegvallen, maar ook uit die van andere
landen ? — Doch wat zoude het dan ten laatste
zijn met al die verschovelingen, daar men toch
niet in staat is om ten opzigte van [derzelver
waar VaderlancJ die zekerheid bij te brengen,
welke wij daarvan hebben dat het voortbrengselen
van den Schepper der Natuur zijn! —
Wij voor ons, de Hoogl. Kops en ik, willen
hierin ook daarom niet al te angstvallig zijn:
omdat de Flora Batava geen bloot wetenschappelijk
werk is ; en alzoo heb ik van deze Beemd
Ojevaarsbek mede nog een paar groeiplaatsen op te
geven , namelijk, aan eenen slootkant achter eene
hegge op Rhoodestein te Neérlangbroek, en wel
met witte bloemen j en aan eenen dijk te Zwijndrecht.
,, Waarbij verder gevoegd wordt, dat
dezelve insgelijks op Bloemerwaard bij Bunnik,
hier en daar op Zuid-Beveland, op een bouwland
bij Delft, bij Baarn, te Oostendam bij
Dordrecht, en aan het Studentenpad bij Leijden
aangetroffen is. GD., p. 8 5 . V.d.B1., p. 15.
VH1. Vol. I. P. II, p. 105. Mb. en Kerb. ,
p. 5 9 .
101. Van eene in de Geneeskunst zoo belangrijke
, dagelijks toegediend wordende plant,
mag voorzeker hier nog wel aangemerkt worden
dat dezelve in Zeeland zeer algemeen is.
102. . Tegenwoordig de Verscheidenheden,
100. Géranium pratense. — Si l’on veut
juger avec une critique sévère, quelles sont les
plantes qui peuvent être acceuillies ou non dans
une Flore de notre pays, cette plante devrait
peut-être en être exclue, et même avec plus
de justice que le Géranium phaeum ; et combien
ne devraient pas alors disparaître non seulement
de notre Flore, mais aussi de celle d’autres
pays ? Mais que deviendraient enfin toutes
ces plantes réjetées, dont il n’est pas possible
d’assigner la véritable patrie avec la même certitude.,
que l’on peut affirmer qu’elles sont des
productions du Créateur de la Nature ? —- Quant
à nous, le Prof. Kops et moi, nous ne voulons
pas être trop scrupuleux à cet égard, d’autant
que cette Flora Batava n’est pas un ouvrage
purement scientifique ; et ainsi j’ai assigné k ce
Géranier des prés, encore une couple de lieux
où on le trouve, savoir, au bord d’un ruisseau,
derrière une haie au Rhoodenstein à Neérlangbroek
. et notamment à fleurs blanches ;, et coq-
tre une digue à Zwijndrecht ; à quoi il faut ajouter
qu’il se trouve aussi au Bloemerwaard près
de Bunnik, ça-et-là dans Sud-Beveland ; dans
un champ près de Delft ; près de Baarn ; à Oostendam
près de Dordrecht et au Studentenpad
près de Leide. — GD. p. 85. v.d.B1. p. 15. ~
VH1. Vol. Ê P. II, p. 105. — Mb. et Kerb.
p. 59.
101. Une plante d’une si grande importance
dans la médecine qu’on l’administre journellement
, mérite bien la remarque qu’elle est commune
en Zélande.
102. Les variétés que Linnaeos a décrites de