LXYI
CERASTIUM TRIVIALE Li. {*)
Ruige Hoornbloem.
Hoogduitsch. Gemeines Hornkraut.
Fransch. Céraiste vulgaire.
Engelsch. Hairy Mouse-ear-Chick-weed.
S oortelijke Kenmerken. Gaulibus adscenden-
tibus. De stengen opgerigt. Foliis oblongis
©vatisve, infimis in petiolum angustatis. Langwerpige,
of eironde bladen ; de benedenste in
den bladsteel smal uitloopende. Paniculae rara
is superioribus aggregatis. De bovenste takjes
van de bloempluim getropt. Bracteis calyci-
busque marginé scariosis apice glabris. Aan de
randen eenigzins verdorde, en aan den top onbehaarde
schutblaadjes, en kelkslipjès. Pedi-
cellis fructiferis calyce duplo triplove longiori-
bus. De vruchtdragende bloemsteeltjes twee k
driemaal langer dan den kelk. Petalis calycem
subaequantibus. De bloembladen bijna van gelijke
lengte met de kelkslippen.
Over Cerastium vulgatum L., kan m en , behalve
van Hall , Vrolik en Mulder , Wetensch.
Bijdragen, D. III., bl. 54, en Flora Belg. Sept.
Vol. I. P. III, pag. 8 0 2 , ook vergelijken: Guil-
lemin , Arch. Botan. Tomé ƒ , p. 4 5 , Linnaea,
Bd. III, pag. 65, Bluff en Fingerh. , Compend.
Florae Germ., Ed. alt. Vol. I. P. I I , pag. 134.
69. Ofschoon Lythrum Salicaria L. eene
zeer wisselvormige plant z ij, zoo als men haar
hier voorgesteld vindt, moet er naar waarheid
van gezegd worden, dat zij aldus in de Natuur
(*) C. triviale Rchb , Flora Gerinan. exours., pag. 796.
No. 4972.
CERASTIUM TRIVIALE Lk. (*)
Céraiste vulgaire.
Nom Allemand. Gemeines Hornkraut.
------- Anglais. Hairy Mouse-ear-Chîckweed.
Caract. spécifiques. Tige érigée. Feuilles oblon-
gues ou ovales, les inférieures se rétrécissant
vers le pétiole. Les rameaux supérieurs du
panicule aggrégés. Les bractées et les segments
des calices k bords membraneux, et glabres au
sommet. Les pédicélles frugifères deux ou trois
fois plus longs que le calice, et les pétales
presque de la même longueur que le calice.
Sur le Cerastium vulgatum L. on peut comparer
, outre van Hall , Vrolik et Mulder , Wetensch.
Bijdragen, D. III, p. 54, et Flora Belg.
Sept. Vol. I, P. III, pag. 802 » aussi : Guille-
min, Arch. Botan. Tome I, p. 45. ; Linnaea,
Bd. III, p. 65 ; Bluff et Fingerh. Compend.
Florae Germ. (ed. ait.), Vol.I, P. II, pag. 134.
69. Quoique le Lythrum Salicaria soit sujet
a beaucoup de variations, on doit convenir qu’à
la vérité cette plante ne se trouve nullepart dans
la nature, telle qu’on la voit figurée ici; c’est
O C. triviale Rcbb., Fier. Germ. excwrs., p. 796,
N°. 4972.
LXVU
nergens voorkomt. Waarom het mijn voornemen
is om voor deze Plaat te eeniger tijd eene
juistere Afbeelding te geven. Hetwelk ik alsdan
hoop te bewerkstelligen, wanneer ik mij in
staat gesteld vinden zal, om te gelijk eene zeer
in het oog vallende Verscheidenheid van dezelve
te laten afteekenen, welke ik in onze duinen
gevonden, en tot nog toe bij geenen schrijver
vermeld gezien heb ; ook niet onder de aanmerkingen
welke Lóhr over de veranderlijkheid
van deze plant, in Flora ader Botan. Zeit., 20ef
Jahrg. I , p. 399, medegedeeld heeft. — Wat
overigens de algemeenheid betreft waarin de
gewone Partyke in ons land groeit, nergens
kan dit meer waargenomen worden dan aan de
Merwe tusschen Gorcunten Dordrecht: alwéér
vele der eilandjes, in haren bloeitijd, op eeni-
gen afstand geéne andere kleur vertoonen,
dam die van hare bloemen.
70. Dit prachtige gewas is , — wil men het
in deszelfs volle schoonheid aantreffen, — vooral
ook bij Gorcum te vinden: in de laagte tusschen
den straatweg en het jaagpad , kort bij de
ligplaats der tusschen die stad en Utrecht varende
Barge; en ook schuins daar tegen over,
aan de andere zijde van de Vaart.
71. Hierbij worde in aanmerking genomen
dat tegenwoordig, in de meeste Kruidkundige
werken, Rosa pimpinellifolia L. wel naar den
vorm, maar niet soortelijk van Rosa spinosis-
sima onderscheiden voorkomt; zoo als onder
anderen bij Sprengel , Syst. Vegetab., Ed. 16a,
Vol. II, pag. 549; Bluff en Fingerh., I. c.
pag. 218.
Zoo als de plant zich hier voordoet, even
pourquoi j’ai le dessein, de substituer par la
suite une autre planche à celle-ci, ou du moins
de faire en sorte qu’on en trouve une représentation
plus exacte dans cet ouvrage. Ce que j'espère
effectuer lorsque je serai à même d’en faire
dessiner en même une Variété que j ’ai trouvée
dans les dunes, et que je n’ai vue mentionnée
jusqu’ici chez aucun auteur; non plus dans les
remarques de Lôioe sur la permutabilité de cette
plante, insérées dans la Flora oder Botan. Zeit.
20er Jahrg. I, p. 399.
Quant à la généralité de la Salicaire commune
dans notre pays, elle ne saurait être nulle part
mieux observée que le long de la Merwe entre
Gorcum et Dordrecht, où , dans le temps de sa
floraison, plusieurs îlots n’offrent, à quelque
distance,d’autre couleur que celle des fleurs de
cette plante.
70. Cette magnifique plante se montre dans
toute sa beauté, surtout aussi près de Gorcum :
dans des lieux bas entre la chaussée et la banquette
de remorque, près du relai de la Berge
de cette ville à Utrecht; et aussi prèsque vis-à-
vis du même lieu , sur la rive opposée du
canal.
74. On voudra bien observer ici qu’actuellement
dans la plupart des ouvrages sur la botanique
la R osa pimpinellifolia L. est bien
distinguée pour la forme, mais non pour l’espèce,
de la Rosa spinosissima ; comme entre autre,
chez Sprengel, Syst. vegetab., Ed. 46e.,
Vol. II, pag. 549; Bluff et F ingerh. 1. c.
pag. 248.
Comme la plante se montre i c i , ou à-peu*
9* .