
en omtrent Bloemendaal bij Haarlem. — Ofschoon
zeldzaam, ook op Walcheren; in Vriesland
bij Leeuwarden, Huizum, Stiens, Jelsum
en Kornjum. V.d.B1, p. 44. Br. p. 67.
50. Op ééne plaats bij de ruïnes van het
huis Terhaar — onder Vleuten, op Tjepma
evengenoemd, in den Aarderhout bij Haarlem,
en op Middeloo onder Velzen zeer menigvuldig.
Voorts ook in den Haarlemmerhout en bij Overheen
, op Walcheren, op eenige plaatsen in
Vriesland, in den omtrek van Leijden, en j
op Bloemerwaard bij Bunnik. VH1. Vol. I. P.
I. p. 279. V.d.B1., p. 44. Br. p. 67. Mb. en
Kerb., p. 291. GD., p, 41.
51. Terwijl ik de gewone Wilde Aspersie
ook op de Batterijen te Blaauwkappel, op Beerschoten
bij de Bild, in het Spoel bij Kuilenburg,
en omtrent Heusderhout bij Breda gevonden
heb , ontmoette ik dezelve in de duinen
bij Noordwijk aan Zee half neêrliggende,
tusschen Rubi en eenig ander struikgewas
opgroeijende: denkelijk de Verscheidenheid (3 ,
Zeekants Aspersie, waarvan de Hoogl. van
Hall, in.ZijnEd. Flora Belg. Sept. , melding
maakt; doch ten opzigte van de plaatsing van het
leedje aan de bloemstelen, daarmede minder
overeenkomende dan met de plant zoo als zij
gewoonlijk voorkomt.
52. Het destijds door Profess. Kops te kennen
gegeven vermoeden, dat vele der groeiplaatsen
die door de Gorter voor Convallaria Poly-
gonatum opgegeven staan, niet tot deze soort
maar tot Convallaria multiflora behooren, is
zoo gegrond geweest, dat daaromtrent geen
twijfel meer bestaat. Behalve in den omtrek
van Oldeberkoop en Wolvega in Vriesland, al- '
environs de Bloemendaal près. de Harlem. Quoique
rarement, on la rencontre aussi dans
Walcheren ; en Frise près de Leeuwarde, de
Huizum, de Stiens, de Jelsum v i te Kornjum.
v.d.B1. pag. 44. Br. pag. 67.
50. Elle abonde en un lieux voisin des ruines
de la maison Terhaar, commune de Vleuten,
à Tjepma, ci-dessus nommé; au Aarderhout
près de Harlem, et au Middeloo près de Velzen.
De plus dans le bois de Harlem, et près d'Over-
veen; dans Walcheren; et en quelques endroits
de la Frise ; aux environs de Leide, et au
Bloemerwaard près de Bunnik. VH1., Vol. I. P.
I. p. 279. v.d.B1., p. 44. Br., p. 67. Mb. et
Kerb., p. 291. GD., p. 41.
51. Tandis que j’ai trouvé l'Asperge sauvage
sur les batteries à Blaauwkapel, à Beerschoten
près du Bild, dans le Spoel près de Kuilenburg
et aux environs de Heusderhout près de Bre-
d a , je la rencontrai dans les dunes, près d e .
Noordwijk aan Z e e , demi couchée: mais ensuite
s’élevant entre des Rubi et autres brous-
M le s . Je présume que c’est la variété/3. Zeekants
Àspersi&~{Asperge maritime) mentionnée
par le Prof, van Hall , dans sa Flora Belg. Sept. ;
mais quant à la position de l’articulation aux
pédoncules, elle a moins d’analogie qu’avec la
plante telle qu’elle se présente ordinairement.
52. Le soupçon émis autrefois par le Prof.
Kops, que beaucoup de lieux indiqués par de
Gorter pour la croissance de la Convallaria Poly-
gonatum, ne conviennent pas à cette espèce,
mais à la Convallaria multiflora, s’est trouvé si
bien fondé qu’il n’existe plus de doute à cet égard.
Excepté que Monsieur Broinsma (Br. pag. 6 7 \ l’a
trouvée en petite quantité vers Oldeberkoop et
LIX
wéér de Heer Bruinsma dezelve in eene geringe
hoeveelheid gevonden heeft (Br* , pag. 6 7 ),
komt Conv. Polygonatum L ., voor zoo verre
tot nog toe bekènd is , slechts in of omtrent
onze duinen voor ; eh naar het schijnt, — ter
onderscheiding van de Zeeuwsche, — uitsluitend
in onze Hollandsche. Convall. multiflora
daarentegen is in Gelderland en in sommige
streken van het Sticht van Utrecht vrij algemeen :
vooral omstreeks Amersfoort, Woudenberg en
Scherpenzeel. Bij Breda groeit dezelve, on'dér anderen,
in het Ulvenhoutsche Bosch, èn in de bos-
schen tusschën Bevel en Oosterhout, en in Vriesland
bij Haskerhorne (Br . pag. 67). — Wijders zij
van Conv. Polygonatum L. nog gemeld, dat de
Heeren Vrijdag Zijnen en Weijer , op de duinen
bij ’s Ilage, van deze die Verscheidenheid gevonden
hebben, welke Blüff en F ingèrhdtii bij
Convall. multiflora beschrijven; namelijk, daarin
bestaande dat de bloeihsteeltjes in takjes Veranderd
zijn, welke bloeibladen en in de oksels
van deze ook bloemen dragen. VH2., Vol. I.
P. 111., p. 789.
55. In de Provincie Utrecht vond ik dezelve
tusschen Woudenberg en Scherpenzeel, en in
Vriesland trof de Heer Bbuïnsma haar in de bös-
schen bij Oldeberkoop aan. Br. pag. 68.
54. Hyacinthus non scriptus L. = Scilla
nutans Sm. ==• Agraphis nutans Lk. = Endy-
mion nutans Dümort. — Op Sandenburg te Ne-
derlangbroek, en in een Elzenboschje in de nabijheid
van Vleuten, en voorts, zoowel met vleesch-
kleurige of roode, en met witte bloemen , als
met de gewone blaauwachtig paarse, om Leijden
eh op Walcheren, en ook hier en daar in
Vriesland. Mb. en Kerb. , pag. 295. V.d.B1 ,
p. 45. Br . pag. 68.
Wolvega, en Frise, la Conv. Polygonatum L.
ne se renóontre, selon nos connaissances actuelles,
que dans nos dunes ou aux environs ; et à
ce qu’il paraît, exclusivement dans les dunes Hollandaises
; en les distinguant de celles de la Zélande.
La Convall. multiflora est assez commune
en Gueldre et dans quelques contrées de la province
d'Utrecht ; surtout vers Amersfoort, Woudenberg
et Scherpenzeel. Près de Breda elle croît
entre autre dans le bois d'Ulvenhout et entre
Bevel et Oosterhout, et en Frise près de Haskerhorne
(Br. pag. 67). De plus, à propos de la
Conv. Polygonatum L. je dois mentionner que
Messieurs Vrijdag Zijnen et Weijer en ont trouvé,
sur les dunes près de la Haye , la variété
dont Bluff et Fingerhuth ont joint la description
à celle de làConv. multiflora; variété qui consiste
en ce que les pédoncules sont changés en
rameaux, qui portent des feuilles florales et des
fleurs dans leurs aisselles. VH2. Vol. I. P. III.
p. 789.
55. Dans la province d'Utrecht je la trouvai
entre Woudenberg et Scherpenzeel, et en
Frise Mr . Bruinsma la rencontra dans les bois
d’Oldeberkoop. Br . pag. 6 8 .
54. Hyacinthus non Scriptus L. = Scilla nutans
Sm. Agraphis nutans Le. =Endymion
nutans Dumont. — Au Sandenburg à Nederlang-
broek, et dans une aunaie aux environs de Vleuten.
De plus, aussi bien celle à fleurs incarnat
ou rouges, et à fleurs blanches, que la commune
a fleurs purpurines aux environs de Leide ;
dans l’île de Walcheren , et en quelques endroits
de la Frise. — Mb. et Kb., pag. 295. v.d.B1.,
pag. 45. Br. pag. 68.