
Stompgetande W a te rh e rs.
Hoogduitscli. Sumpf Rauke.
Engelsch. Annual Water-Rocket.
Bloeit in Julij, Augustus en September. 0 .
Tetradynamia, s il iq u o sa ; Viermagtigen, Haauwdragenden.'
JSatuurl. Rang volgens linn. XXXIX: Siliquosae, Haauwdragenden. Cruciferae, decandolle.
G eslachts- kenmerken. Calyx patens aut clausus; de kelk openstaande, of gesloten. Petala patentia,
ungue hrevi j de bloembladen openstaande, met korte nageltjes. Stigma obtusum; de stempel stomp.
Siliqua longaj teres, valvis rectis, non elasticis; de haauw lang, rolrond met regte, niet yeerkrachtige
klepjes. Flores saepius lutei; de bloemen meestal geel yan kleur.
Soortelijke kenmerken. Foliis pinnatifidis, inaequaliter et obtuse dentato-serratis; met yindeelige,
ongelijk- en stomp-getand-gezaagde bladen. Petalis calyce hrevioribus; de bloembladen korter dan de
kelk. Siliquis turgidis, oblongo-ovatis5 de haauwen gezwollen, langwerpig-eirond.,
De wortel is penvormig, slechts weinig getakt, maar met vele dunne vezeltjes voorzien. De steng is
nu eens geheel regtstandig, dan weder meer o f min nederliggende , gesleufd en hierdoor van hoven
zelfs kantig. De takken zijn wijd-openstaande en dragen de eindelingsche bloemtrossen. De bladen
zijn liervormig-vindeelig, de slippen getand, doch aan de bovenste bladen grof-, rond- en stomp—
achtig gezaagd, gelijk uit de afbeelding blijkt. De bloemen zijn buitengemeen klein en vereenigd
in zeer korte trossen, welke zich bij de rijpwording der vrucht aanmerkelijk verlengen, even als
dit bij vele andere aanverwante gewassen mede plaats heeft. Men ziet bij a eene bloem vergroot;
de gele bloembladen zijn even groot of nog iets kleiner dan de kelkbladen, welk kenmerk mede
kan dienen, om deze soort van Sisymbrium sylvestre gemakkelijk te doen onderscheiden. De
4 grootste meeldraden steken een weinig boven de bloem- en kelkbladen uit en bereiken dezelfde
hoogte als de stempel van den stamper, welken laatsten men, mede vergroot, bij b ziet. De
bloemen staan regt op, maar de rijpwordende vruchten zijn openstaande. Men ziet eene rijpe
vrucht, in natuurlijke grootte bij c en het eenigzms niervormige , kantige, geelachtig—bruine zaadje
aanmerkelijk vergroot bij d. De rijpe haauwen zijn rolrond, ofschoon hier en daar meer of
min opgezwollen en dikwijls naar boven omgebogen. De plant verheft zich ter hoogte van
2 tot 4 palmen.
Groeiplaatsen. Op yochtige g ro n d e n , aan de k a n te n d e r slooten, enz.
Zij is door den Heer van spijk Vermeulen gevonden, op vele plaatsen bij Delft; door den Heer
bergsma bij de Joure in Friesland en door mij te Heikop bij Vianen, bij Amsterdam, Utrecht, te Vucht
bü *8 Hertogehbosch en op vele plaatsen bij Groningen en bet nabijgelegen dorp Haren, van welke laatste
plaats de afgebeelde plant herkomstig is.
H uishoudelijk gebruik. Het zaad komt veel overeen met dat van den zwarten mostaard. De wortelen
kunnen in het voorjaar als radijs gebruikt worden. De bloemen leveren aan de bijen was en honig
op. Mattuschka.