
CARDAMINE SYEVATICA
Bosch Veldkers.
Hoogduilsch. Busch Wiesenkresse.
Fransch. Cardamine des forêts. Petit cresson sauvage.
Bloeit van Junij tôt in Septeoeber. O ,
Tetradynamia. S iliquosa; Viermagtigen, Houwdra»enden.
Natuurl. Rang volg. L u s . XXXIX. Siliquosae. _ Cruciferae Juss. CC. Kruisbloemigen.
SoosTELiJK.E K.EH«uiSKES. Foliis omnibus pinnati's, foliolis inferiorum subrotundo-ovatis
repandis dentatisve petiolulatis , terminal! major!, foliorum superiorum oblóngis linearibusve,
petiohs exauriculatis, petalis calyce duplo longioribus oblongo-obovatis, in unguem sensim
angustatis, siliquis in pedicello patulo erectiusculis, stylo iatitudinem siliquae asquante, caule
angulato. De bladen allen gevind, de blaadjes der Onderste bijkans rond-eivormig, gegolfd,
uitgesneden o f getan d, gesteeld, het eindelingsche het grootst, de blaadjes d°er bovenste
bladen langwerpig o f lijnvormig, stelen niet geoord, de bloembladen tweemaal langer dan
de k e lk , langwerpig, verkeerd eivormig, in eenen. nagel versmald, houwen op de uitge-
spreide stelen regtopstaande, de stijl even breed als de houw, de steng hoeki».
Velen konden deze voor eene grootere verscheidenheid van c. biksüta (zie deze
Flora D. II. N°. 1 26); echter komt het ons voor, dat althans onze p la n t, die wij
voor dezelfde honden a ls o. stlvatica luik , eene afzonderlijke soort vormt. De
houding is reeds zeer verschillend en nadert aan o. aMara, De beroemde trevi-
rasds heeft in köch’s Synopsis de kenteekenen zeer w e l vermeld. De steng
gebogen, meer bebladerd, de blaadjes der stengbladen breeder en meer g eland
de houwen naauwelijks boven den bloemtros . uitstekende. A ltijd zes helm-
draden. Alle deze kenteekenen vinden wij in onze p lant.
W jÊ i ^arj - hi™Lt a .T' Sy'ValiCa B Schrijvers, ook van de inlandsehc Flora
lom. 1. 3. p. 327, inderdaad hiertoe behoort, is ons twijfelachtig.
Groeiplaats. Bij Rotterdam langs den Oudendijk, in Aug. en September.
HmSHoenEL.nL oma rm . Jong z.jnde, hebben de bladen veel van de waterkers,' en kunnen als
« la d e gebruikt worden; wanneer * in tuinen veelynldig opkomt, is gij een waar onkruid.