jongften Zoon Bruno , zoodra die
fnaar den ouderdomvan vier jaaren
bereykt hadt, te liever ( i ) opgedraa-
gen , ten eynde de zoo zeer ver-
woestte ftad des te beter, ftaande
de beftiering van Zoo afgerechten
, Bisfchop, het hoofd weder zoude
opbeuren.
En zekerlyk die fpande daartoe I
mids-: deeze aanbetrouwde opvoe-
ding van ’s Konings zoon hem thans
goede gelegenheyd aan de hand g'af,
alle zyne krachten' in. Hy verza-
melde de her- en derwaart verflrooi-
de Kanoniken (2): en flelde nieuwen
aan, in de plaatfe der genen, welken,
ffaaride de voorgaande invallen
der Noordmannen -of geineuveld, o f,
otn een gelyk onthäal te ontgaan,
elders heeh gevlügt Waaren.
1 O p de tyding van deezen inval en
dat Henrik ook in het opengevalle
ßisdoin van Uytrecht des Hertogen
van Kleefs Zoon tot Kerkvoogd hadt
aangefleld, ruhte- Karel de Eenvou-
dige met zoo veele benden ; als hem
de verw-ärdheyd Zynef-eygene ryks-
zaaken te vergaderen in dientyd foe-
liet, wel den dus ver ingedrongen
Henrik tegen; dan zag de zelven ,
als Zeer veel in krygsbeleyd tegen
den Duytfchen Vorst te kortfchie-
tende, in vericheydene (3) öntinoeü
) Hèâë Hifi, fol.- 75.- Bàldricus ob egregia lúa
facinora cognominatus pius, nobili fanguine Præfec-
tòrum live Comìtum Clívenfiüm öriunduspatreRix-
firido ex Comité, post Rädbodum, dignitatem Ca-
thedræ Episcopali T ra jé& en fisX V. à’sfeqüitür,
(2 ) Diplom. Baldrici apucl Hedamfol. 76. Canónicos
ab his ecclefiis fugatös & mulcimodè disperfös ¿
ad ipfas ècelefias revocavi, fubftituendo -altos Canónicos
in loca mortuorum.
(3 ) Annal. Saxo ad am. 503. Cumque regnimi
ab antecesforibus fuis ex omni parte confiifüiïi ci-
vilibus & externis bellis colligeret, pacificaret, adu-
naret; Castra ( Henricus) movit contra Carolum,
ejusquefæpe fudit exercitum.
(4 ) Padfoim Bonn. Cönvenerunt enim ambo illustres
reges, ficut interfe discurrentibus legatis cönve-
nerant, 11;. Non : Novembri» feria prima. Domnus
enim Karolus luper RhenumHumen ad Bonnam Castrum,
& ílrenuus Heinricus ex altera sparte Rheni.
fingen geflaagen, en zieh des genood-
zaakt met den Zelven eenen vreede-
handel aan te gaan.
Tot dat eynde dan verfcheenen
den vierden van Slagtmaand Koning
Henrik aan (4) de N’oord-en Karel
te Bon aan de Zuydzyde des Ryns,
ieder met een flaatlyk gevölg van
vericheydene Bislchöppen en Gräa-
ven, door wief tusfehenkomfte eer-
lang de vreede herilelden ’t bezitvan
dat gedeelte (y) van Lotteringe', ’t
gene tusfehen de Noordzee, den
Ryn, de Maas en Schelde lag, vol-
gens des zelfs voorwaarde aanKärel,
en alle het overige % I gelegen ’ over
den Ryn van Paderborn tot boven
Hamburg aan de Noordzee toe, als
uyt de onderfchryving der weder-
zydlche borgen is aPte meeten, aan
Henrik wierdt gelaaten. Invoege
drie dagen daarnaa die twee Vorsten
zieh naar een ichip (6 ) ’t gene in ’t
midden van den Ryn lag, welke nu
de twee ryken van- een icheydde,
öp eene flaatlyke wyze verfcheenen,
en in ’t zelve de herftelde vriendfehap
metplegtige eedzweeringen bevestig-
den, onder de borgblyving der (7)
wederzydiche vazalen en wel voor-
naämlyk van die landen, welken by
deeze ryksverdeeling aan iederen dier
twee Köningen waaren te beurt geval
NB. Uyt den bovengemelden dag der maand en dien der
weeke, zoo blykt ' dat deeze zamenkomst i n ’t jaar g n .
is gebouden, mids bet alleen in dat jadr i s ,’ dat de 4 van
Slagtmaand op eenen Maandag wit.
(5 ) H. Mutii Cbron. de Germ. Lib. X I I . fol. 710.
Lotharingiam, prsterque earn quicquid inter Rhe-
num & Mofam e s t, Burgundiam reddrt Carolus Henrico.
(6 ) Paftum Bonn. Verum feria quarta V I L idus
Novembris in medio Rheni fluminis faspiuseditti
principes in navibus quisque fuis in tertiam ascende-
runt, qute ancorata in fluminis medio, gratia eorum
collóquii fixa erat ; ubique in primo hanc fibi vi'cis-
iim convenientiam ob ftatum pacis juramento fanxe-
runt. ita.
C?) Ibidem. Hasp futìt nomina Episcópórum, qui
cum nobilibus ac fidelibus laicis . . . . collaudando
acceptaverunt, & manibus fuis lacramentum firma-
verunt nunquam a fe descruendam.
vallen. . Mids men toen geenszins de
( i ) Gebuurvoriten, even als thans
te tyd , daartoe verzogt, van dat het
beloofde heyliglyk-zoude worden naa-
gekomen: zulks, zoo tegen het zelve
iet gedaan wierdt, hunneborgge-
bleevene - vazalen niet alleen onge-
gehöuden waaren de uytgeichreeve-
ne heirvaarten by te woonen, maar
zelf de magt hadden van tegen hun-
nen eygen verbondbreekenden Vorst
de wapenen op te vatten. Even gelyk
naamaals wegens dit- verbond ge-
ichied , en dat weer de ondergang
van het1' 'tegenwbordige Graaflyk
Huysjvan Holland' geweesf is: want
van Karelswege flelde, behalven de
Bisfchoppen van (2) Kolen, Trier,
Kameryk en ChalonS , zieh ook de
nieuwe Uytrechtfche Bisichop Bal-
drik, mids zyn Bisdom onder Karels
te beurt gevalle. ryksaandeel behoor-
de, als borg des verbonds. Hetzelve
deederi ook Walger Graaf (3) van
Teysterband, Dirk Graaf van Holland
, des Konings voornaamfte gun-
fteling Hagano, even gelyk ook ze-
kere Graaf Izaäk en nogi zes anderen
van den Zelfden rang. Als borgen
( 1 ) P. Daniel Hift. de Franc, tom. I I ; pag. 648.
On voit par cette pièce en quelle forme fe faifoient alors
les traitez, £? qu'on rCavoit point en ce temps-la recours
aux Princes étrangers, pour en estre les garants ; que
c'estoient les Vas faux mesmes, qui cautionnaient leur Souverain
, 6? que quand on les voit dans l'Hifioire s'unir
& prendre lés armes contre luy, ce n'estoit pas toûjours
une révolte injuste ; mais quelquefois l'effet d'une garantie,
à laquelle ils s'estaient obligez par ferment, 6? à
quoy le Prince avoit confenti, fuppofi, qu'il manquast à
l'obfervation du Traité.
(2 ) Paélum Bonn. Episcopi ex parte domni'-regis
Karoli. Herimannus Archiepiscopus Agrippinæ,
quæ modo est Colbnia vocita ta , Rodgérus Archiepiscopus
Trevirôrum, Stephanus præful Càmeraco-
rum, Bovo Episcopus Catalaunenfium, Baldricus
TR A JECTEN S I U M EPISCOPUS. '
(3 ) Ibidem., Hæc nomina Comitum. Matfredus ,
Erkehgerus ; H a g a n o , Bofo , \ Y a l t k e r u s ,
I s a a c , Ragènberus, T h e o d r i c ü s , Adalardus,
Adelelmus.
(4) Ibidem. Episcopi ex parte regis inclyti Hein-
rici. Herigerus Archiepiscopus Moguntiacorum,
Nithardüs Episcopus Mimmogerneferdæ', Dodo Episvoor
Koning Henrik (4) worden de
Bisfchoppen van Ments, Mimmoger-
neferd dat is Munfler, Osnabrug,
Worms, Paterborn en Konflans ,
midsgaders de ( 5 ) Graaven Eve-
rard , Chonrad , Heirman , Hato ,
Godefrid bygenaamd de Zwarte,
Otto , Heirman, Kobbo, Megen-
hard Friderik en Foldak geteld.
Staande.de regeering van deezen
aldus borg gebleeven Dirk den I I I ,
Graaf van Holland, was hem door
eene Non der Abtdye van Egmond,
met naame (6) Wilffit de plaats in
Zekeren (7 ) grond, die hem eygen
w;as, ondekt en aangeweezen, al-
waar de voorheen te Egmond Christen
gewordene Vriezen het lyk van
hünnen bekeerder Adelbert eertyds
begraaven hadden invoege de, Graaf
van Holland, uyt hoogachtinge van
’•S mans alom bekende deugden en
den weergaaloozen arbeyd in ’t pree-
ken van ’t Christengeloof eertyds on-
dergaan, zieh derWaart begaf, aldaar
den grond deedt roeren en, tot z y ne
overgroote vreugde, des zelfs ge-
beente overdekt door zynen mantel,
die nog onvergaan en met een goud
kruys
eopus Osnobroggs , Ricawdo Episcopus Vangionum,
quse nunc dicitur Wormatja,-Hunvardus Episcopus
Paderbonenüs, Notingus Episcopus Conftantise Ale-
mannicas.
(5 ) Ibidem. Haec funt nomina Comitum. E v r a r -
d u s , Chonradus;, Herimannus, H a t o G o d e -
f r e d u s , O t t o , Herimannus, C o b b o , Magen-
hardus, Fridericus, Foldac*
(6 ) Vita Sti-. Adalberti. cap. n . §. 13. Apparuit
amabilis Christi confesfor Adalbertus in iomnis cui-
dam, fandimoniali Wilffit nomen habend, dinun-
tians ut pr$tiofisfima fui corporis q sfa, quas more
caeterorum profundius fub humo recondita teneban-
tu r , eminentius elevata cundlis in confpeftu locarent.
C7) Ibidem. Qua; ne ftringeretur inòbedientiae
reatu Theodorico primo Comiti, qui locum eun-
dem , ficud nunc posteri ejus retinent, proprietatis
jure posfldebat haudfegnis intimatrix, per iumnium
fibi revelata fuggerere properabat. Ille v ero, .ficuti
femper in illis, quae religionis funt promptus & offi-
cioius extidt operator, ita in exequendis his, quae
fanftimalielis retulerat, velox fuit executor. Paratis
ergo quaecumque fuerant tali operi congrua, fanfta
levari fecit pignora. .. .v.
Nn 2