op zyn '(i) hof te Frankfort den
zevenentwintigften van Oogstmaand
insgelyks het ftervelyke afleyde,
naalaatende van zyne. voorgemelde
Gemaalinne Hemma, die in ’t begin
des zelven jaars te Regensburg-overleeden
was,behalven vier Dochters,
nog drie (2-) Zoonen; te weeten:
Karloman, Lodewyk en Karel, den
Dikken gebynaamd. Het Geldftuk
van hunnen overleeden Vader is het
volgende.
Het gene op de voorzyde, rondom een kruys, dit randfchrift voert:
H L Ü D O V V I C U S R E X,,
K O N I N G L O D E W Y K .
. Hetrueftuk is met den voorgevel van eene kerk, even als des zelfs rand met dit om-
fchrift beftempeld :
¡ M O C O N C I A G I V I T A S.
D E S T ¡i D M E N T S.
Op de tyding van Lodewyks
dood, welke aan Koning Kare! den
Kaäle tot geene kleyne (3) vreugde
Urekte, zoo beweerde die ftraks dat
aan hem , als opvolger van zynenNeef
Lodewyk, nu 00k de wederhelft van
het Lotteringfche ryk toekwam, ter
oorzaake het voorheen door .Zynen
Broeder, "als "gemeid is , ' aan dien
Keyzer te Trente was opgedraagen;
en begaf (4) zieh des ten fpoedigfte
aan -t hoöfd van een zeer talryk leger
(want het beftöndt uyt meer
(5) dan vyftigduyzend man) eèrst
naar Aken en voorts vandaar naar
Koolen om zieh,in gevolge van he’t
verbond, ’t gene hy met Hertog
Roruk, wegens het thans genaamde
Holland, te Maastricht hadt aange-
gaan , met hulpe zoo van den zelven
als de andere hem genegen zynde
Lotteringiche Hoofdvazalen, van het
zelve meester te maaken.
Maar zyns overleeden Broeders
twee-
CO Ánnal. Fuld. ad ann. 876. Hludouvicüs- áegró-
tare coepjt ¿çrèseente quotidie-infirmitate, V Calendas
Sepcembris in palacio Franeonofurc diem ultimum
cjaufit.
• (2) Ibidem. Carlmannus, & Hludouvicus atque
Garolüs JLudbuvici -regis filii.
. (3 ) Annal Meten f ad ann. 8$<M Cârolus Cal vus
audifo qupd fratér obisfet,. nimio, ut aiunt, éxül-
tavit gaudi.Qarbitratus porcionem regni Lotharii ,
quam Fratér tenuerat, in fuos libitus eoDcesfuram.
CO Regin. Cbron. ad ànn. 876. Exercitum ergo
^§lís§ fi||SÌ£ c.eleritate. a d u n a v i c c um .omnibus
Viribus regnum ingresfus ad, Aquas' palacium venit,
ubr bauds, diebus moratus .Coloniam profeftus es.c.',,
- S f y Ibidein. Tunc primüm ariimadverpc* "Carolus
fe a castris Ludovici^esfe illufum.., 'M e # vero^bs-
9He ! K b E cum quinqùaginta de
plius, ut fùerùnt, millibùs in pago.Meginenfenon
longe ab Andernaeo castellò adverfus eumad.pufi-
nam1 procedi c. r 0
tweede Zoon Lodewyk, die mede
een ilerk leger om die landen te beichermen
hadt op de been gebragt,
viel hem den achtften ( i ) van Wyn-
" maand omtrent Andernach met eene
onverlchrokte dapperheyd op ’t lyf!
Naauwlyks was ’t gevecht begonnen
o f Graaf (2) Raginarius, die ’s Key-
zers hoofdflandaard voerde, wierdt
geyeld; zulks Lodewyks leger daar-
door moed grypende te ftraffer aan-
drong, de eene, bende naa de andere
(3) overhoop imeet, en,metomko-
minge van Karels vornaamfte Krygs-
bevelhebbers, des zelfs leger eynde-
lyk (4 ) geheel op de vlugt bragt:
in welk gevecht ik vertrouw dat 00k
de Hollandiche Hertog Roruk zal
zyn omgekomen, mids men in de
oude Chronyken ledert van hem niet
meer gewaagd vindt.
Hoe ’t z y , Karel, ziende zyne
benden (5) alom van een geinoerd
o f verflaagen, ontkwam Zelf ter naau-
wernood dit gevaar niet dan door eene
ongemeen inelle vlugt; zulks h y ,
uyt deeze bekome nederlaag thans aF
meetende, hoe gevaarlyk het is op
eens anders flaaten alleen uyt ftaat-
Zugt toe te leggen , dierhalve van
zyn voorgewend erfrecht op de we-
derhelfte van Lotteringe afzag.
$ £ £ & O O & IS O O O £ OOi'jiO O & Ck ia o &
( i ) Reginon. Cbron. ad ann. 876. Afta est autem
hKc Scrages V i l i , idus Oftobris. ,
C2) Ibidem. Initó cercamine Reginarius Comes,
qui regium vexillum ferebac, primo impetu extin-
guicur.
| (3 ) lìiidem. Confertisfims acies Ludovici a fociis
irrumpuntur, & ficut igriis in ftipulam immisfus fu-
r it , & in momento cundta devorac, ita vires adver*
fariorum ferro conterunt & cerrse profternunt.
(4 ) Ibidem. Exercitus Caroli graviter caefus terga
vertit & Ludovici vigoria fuit.
(s'). Ibidem. Carolu's , videns fuos fugere & ipie
fuga vicam fe rv av it, fero feciim revolvens, quanti
discriminis f it , aequitacis jura divinarum humanarum-
que legum infticutionibus roborata, immoderate cu-
piditatis ambitione violare velie.
(6 ) Ibidem. Poft haec convenérunt tres fupradic-
tì fratres in loco qui dicitur Saulifeld, ibi divife-
runt paternum regnum.
(7) Ibidem. Carolomannus fortitus, est Bajoariam ,
Pannoniam, & Carnutum, quod corrupts Caranca-
11. Dee!.
Des verdeelden zyns Broeders drie
achtergelaatene Zoonen huns Vaders
ftaaten in volle rust te (6 ) Saulifelt.
Karoloman bekwamBeijere,(7) Pan-
nonie, Karinthie, Slavonie en eeni-
ge andere daarby gelegene landen:
Lodewyk (8) Oostfrankenland,Thu-
ringe., Saxen, dehelfte van Lotteringe
en des de twee hiervoorgemelde
derde deelen van Vriesland: en eyn-
delyk (9 ) Karel de Dikke geheel
Duytschland, en eenige fteden,
welken van het Lotteringiche aandeel
t’ zynenthalven waaren afgenomen.
Lodewyk volgens deeze verdee-
Iing onder andere van het thans genaamde
Holland en Vriesland zynde
meester geworden, wierdt eerst zyn
Oom Karel de Kaale den(10) Zesden
van Wynmaand des. jaars achthon- 877.
derdzevenenzeventig in Italie, en ——1
vervolgens een jaar laater 00k des
zelfs Zoon en opvolger Lodewyk ^8-
de (ir) Stameraar te Kompiegne, T
beyde Köningen van Vrankryk, uyt
dit leeven gerukt. En hoewel dees
laatfte, behalven eene bezwangerde
Weduw, nog twee Zoonen van zy ne
eerfle Gemaalinne Ansgarde tot
erfgenaamen des Franichen ryks aeh-
terliet, Zoo begaf zieh Lodewyk,
Koning van Lotteringe,met een ( 12 )
mag-
¥ i* ÜW& 6 ö ü Ü fe fe & TST&Wii fe •&
num dicitur, nec non & regna Sclavorum, Behei-
menfium & Marahenfium.
(8 ) Ibidem. Ludovicus Orientalem Franciam, Thu-
ringiam, Saxoniam, Frifiam & partem regni Lotharii.
(9 ) Ibidem. Porro Carolus Alemaniam «Sc aliquas
civitates e x regno Lotharii.
( 10) Ibidem ad ann. 877. Carolus Senior Romam
fecundo profeftus est , ubi jam pridem Imperacoris
nomen a prasfule fedis Apostolica? Joanne, ingenti
p r s tio emerat, regnumque Italia? magis in tranleun-
do vidit , auam fruendo potitus est . . . Obiit vero
pridie Nonas Oftobns . . . cui fuqcesfit in regnum
filius Ludovicus.
( 1 1 ) Ibidem ad ann. 878. Paucis interje&is diebus
Ludovicus r è x , filius Caroli, qui Baibus appellacur,
eo quod impeditioris & cardioris esfet eloquii, ab
hac luce fubftraftus est.
C12) Ibidem ad ann. 879. Ludovicus, qui Austra-
fiis imperabat, cognita morte aequivoci fui, regnum
illius invadere dispofuit, & cransvadata Moia
Imperii fines occupavit.
E e