Ryksprinlèngedaan, ik vòor vastftel,
dat ook Arnold tegenwoordig Graaf
van Holland zal zyn verfcheenen,
mids.de nieuwe Keyzer met Kunin-
gund, zynde de zuster van Liutgard
’s Graaven Gemaalinne, getrouwd en
gevolglyk uyt dien hoofde des zèlfs
zwager was. 8
En zekerjyk men zag den-aldus
te Aken gekroonden Keyzer Henrik.
ftraks nog in. ( i) ’ c zelve jaar te
Uytrecht, en in liet volgendo, naar
’ t voorbeeìd zyner voorgangeren, op
zyn liofte Nieùraeege (2) verfchy-
nen; zoo om. die van zynen huyze
in dien oord te bezoeken en de noo-
dige maatregelen ter beteugelinge
der tegen zynen zwager opgeftaane
Vriezen te beraamen , als om de twis-
tigheden in haare geboorte te iìnoó-
ren; welken tusichen Baldrik Graaf
van Kleef en de Abtdy van Elte
thàns op nieuw weer ontftaan waa-
ren.W
ant dees hadt niet zoodraa de on-
gel ukkige (3) dood des voorgaanden
Keyzers in Italie veritaan, ö f vergebende
de plegtige beloften, die
hy nog laatstlyk aan den zelven ge-
daan hadt, rukte, door de opftooking
zyner heerséhzugtige Gemaalinne,
zyne onderhoorige landzaaten in de
wapenen en met de zelven naar het
klooster van Elte, ’t gene h y , onra
a a a i r a a e a a a a a -a s- s s e s ü a g â a a
\" ( ! ) Diplom. Henr. l ì , in Syllog. . Num. Goslar. J .
Micb. Heiueccii fol. 4. Dat. V I ' Kl..Septemb. anno
dhics incarnar M° j l 0 indift. X V ,«nno vero Dora-,
n i . Heinrici regis I. A&um T r a j é c t i féliciter.
Am.
(2*j Annal. Saxo ad ami. 1003. Inde ad Neumo-
gun commeans plurimis diébus ' quadragefims ibi
commoratur, primo regnum D e i, Justitiamque ejus
’qusrere;-postea humanae fragilitati ilddens .nécesfa-
ria fuggerere.
(3 ) Alpertusde diverf. temp. Lib. I. cap. 4. Post
hæc vero. Imperator tértius Otto b ons indolis adolescent
in Italia moritur, corpusque ejus. ad equis-
granum effertur, &.ibi cum regio honoré fepelitur.
PòsE cujus mortem Baldericus rupit fidem & hpstili
maini adgresfus ad montèm E ltnæ, valliim, qui eç-
clefiam ad inftar castelli , ambiebat, fcidit, fami-
liamque omnem fibi fervire coegit.
aangezien die kerk door eenen dyk,
in gelykenis van eenen Wal, omringd
was, echter innam , en der zelver
dienstknechten noodzaakte hem_ in
alles, tot deeze aankomst des K ey zers.
te Nieumeege , ten- dienfle te
ftaan. W e lk e , naa die zaak onderzogt
te hebben, den onrustigen Bälderik
in ’t ongelyk, en de ingenpme abtdy
(4t)) wederom in.:, vryheyd ilelde.
Vervolgens zieh te Eist in de Betuwe
vervoegd hebbende., behaagde
het hem den tweeden : van Herfst-
maand de Bisfchoplyke kerk van U y trecht
niet weynig, volgens deezen
f l giftbrief, te begiftigen.
In den > nanm der Heylige en onver-
deelbaare Drievuldigheyd Henrik door
Gods gunßigzynde genade Koning.
Indien wy toegelegd hebben, om aan de
plaatfen, tot den . dienst. van God toe-
gewyd,eenig byvoegßl van eer ofeygen-
dom te befchikken , zoo gelooven wy,
buyten:alle twyfel, \ dat | dit ons tot za-
ligheyd van onze ziel en lighaam zal
vergolden worden. Daarom wenfehen
wy dat aan alle onze getrouwen zoo te-
genwoordige als toekomende bekend zy ,
hoe dat wy tot -hulpmiddel van onze en
van onzer voorouderen ziele, gelyk ook
nog op de tusfehepkomfie en .potmökdige
bede van Ansfrid eerwaardig Bisfchop
der Uytrechtfche kerke , en van Franko
onzenzeer eerwaardigen Kerkvoogd,
aan
n f i f l a a a f i B a r t 's i c a e n a a fe'a"SI
(4 ) Ibidem, cap. 5. Ubi vero-Henricus fumma
rerum potitus e s t, iterum locum illuni in priorem
ftatum reduxic. {.5. •:
; " '(V)' Hédce Hip: fol. 100. In nomine fanftas. & individua
trinitatis, Henricus fuperna fayente clemep-
tia rex. Si locis divino .cultui mancipatis ’ alicuj-us
honoris feu proprietatis fùpplerrientuin priqbere itu-
duerimus, in 'nostri^ahii^'às''& carnis 'felicitate, no-
bis divinitus reriiunerari próculdubid credimus. Qua-
propter o.ptamus , ,ut.omnibus nostris'fidélibus no-
tum fit, pr$fentibus atqùe futuris, qualiter' nos ob
animà.’nòstrze remedium , parentumque. nòstroruin,
necnon interventi! &fupplici rogatuAnsfredi S. Tra-
jeélenfis ecclefiie' venérabilis Episcopi & Franconis
venerandi prajfulis nostri, prasdidlze fédi.Trajeftèn-
iis ecclefia; ,in honore Sanftì Martini cÒnÌtruftiE dc-
dimus, largiti fumus, *& òninino concesfimus om-
riem districtuni fupér. villani Bomele & fiipcr cuneaan
de gemelde ßoel der Uytrechtfche
■kerke-, geßieht ter eere van den Heyligen
Maar ten, gegeeven, vergund en
in U geheel verleend. hebben alle het ge-
bied over de Stad Bommel, en over al-
les, t gene tot die Stad behoort ,■ te
weeten , | gene de Uorstlyke inkomßen
onderboorig is, de tollen, 'de. mmt,
en de- algemeene gisthandel van ’t hier,
■die ■ Gruyt- genaamd wordt, . ja alles
-wat nu de genoemde Stad tot het open-
baare riebtsgezag o f gebied fchynt tebe-
hooren in V Graafßbap van Graaf Un-
■roch , in ’’t Imdfchapgenaamd Teyster-
■bandgelegen,gelyk ook het zelve gebied
met' de mmt , rechtsgezag, tollen en.h
gebruyk der hecle Vors.tlyke inkomßen,
geeven .wy aan het iio,orgemelde klooster
van-den beleyder Sint Maar ten. JD.aar-
enboven geeven wy hem alles, - tgene
Poppo, Zoon van HUalger, te lecn in
-t zelve Graaffchap en de Stad Arkel
gehad hfieft, , om het in vollen eygendom
te houden,en dat welopdiewyze:,dat.:de
voörgemelde zeer Eerwaardige Bisfchop
Ansfrid i en des zelfs naavolgereri dee-
!-ze door onze bevestiging overgelevcrde
zaaken houden, befchikken ., beveelen
en ■ gebruyken buyten alle tegenjpraak,
zoo van ons, als alle de onzen in der
eeuwigheyd. En op dat dit gefchrift
van ons gezag beßandig blyve, zoo
. hebben wy het zelve met ons eyge handt
a , qua; ad éandém villam pertinent, videlicet;pub
lic s rei fubjefta, teloneum v e ro , monetam, &' negotium
generale fermentata; C e re v ifis , quod vulgo
G r u i t nuncupaturj imo quiequid jam di d a villa
ad publicum bannum five distridtum pertinere vifum
e s t, in Comitatu Wrochi Comitis in pago Testerbant
di&o , fitum atque eundem distriftum ,' cum
moneta, banno, teloneo & tòtiùs pub lics -rei frui-
tione prslibato coenòbio S. Martini-confesfo'ris'tra-
dimus. Infuper fibi donavimus quicquid Poppo fi-
lius Walgeri habuit in ministerium in eodem comitatu
& -in villa A r d o , proprietario jure habendum
tali ord in e ,,ut prsfatus Ansfridus venerabilis prs-
fu l, fuique fuccesiores easdem res per nostram eon-
firmationem traditas , teheat ,4,disponat, ordinet &
perfruatur nostra omniumque nostrorum perpetuali-
ter remota contradiftione. E t ut nostra; authorita-
11. D eel.
•teken verßerkt, en bevolen te ze-
gelen. ■
■ Teken van Heer. Henrik, den
onverwinnelykflen Koning.
: Ik Engelbert Kanfcllier, in de. plaats
van JMillegifus den Aartsbisfchop ,heb
het overzien. Gegeeven den 2 van
■Herfstmaand in t jaar van onzes l leeren
gc bo or to ¡ i f 1663. de 1 indidit, in
het 1 jaar van den Heer en Koning
Henrik. Gedaante Elst. .
Naauwlyks. was Keyzer Henrik,
naa. aldus inieti min orde in het
Geestlyke ■ ( x ) • als. het Werreldlyke
geheld te hebben , -van de grenzen
van het.thans genaamde Holland,;
tot.het.xegelen van ver/chey-
-dens andere|.: rykszaaken, vertrok-
-ken , :.of zyn iZwager Graaf Ar-
houd Beiloot j ;volgens den last,
■diaaihy zekerlyk' daärtoe van den
Keyzer ;ontfangen hadt, de in de
-wapenen gerukte . onderdaanen van
-het Westflingfche Graaffchap, mids
die zpo.dra de tyding van des voo-
rigen Keyizers dood; en der ont-
ftaane verdeeldheden wegens het
verkiezeh: van eenen nieuwen a 1-
daar gekomen was, tegen hem
waaren opgehaan , als Kloos-
tergraaf der Egmondfche- Abt-
dye, naar vereysch te beteugelen;
mids zy - door ruyten en rooven
de
•tis pagina firma - permaneat, hanc manu propria
corroboravimus & figillari prscepimus. S *
_ Signum Domini Henrici regis inviftisfimi.
- Egilbertus Cancellarius ,' vice 'Willigifi Archiepis-
• c o p i, Tecognovi. Data il 11 nonas Septembris an-
no dominics incarnationis (a ) c i o x 111 indizione I
•anno vero domini Henrici regis I.' Aétum Elifta.
(,a) NB. In deezen giftbriefflaat,gemeenlyk c n x m docb
quaalyk., mids by iti ’t-eerjìe jaar .van Henriks verbefßnge, is
gegeeven, die .c io n aan ’t ryk kwam, diensvolgens de x te
_ veel is.
CO Annal. Saxo ad ann. 1003. Inde ad Neuma-
gun commeans plurimis- diebus quadrageiììns ibi
.commoratur, primo ^cgnum-Dei , justiciàmque
. ejus qusrere, postea . humans fragilitati ftudens ne-
. çesfajia fuggerere.
ISInn