Zyn g.ebied ftaande volken. een bevel
heb.bende-laaten afgaan , van dat men,
op bet fiuk der gekooze Bisfchoppen
tot rechtere en de enkcle getuygenis ■ dier
Kerkvopgdcn, de bekende JJS'et van Key-
zer Theodoßus, welke in ’i e lf de, hoofd-
ftuk van zyn zestiende JAVetboek gevon-
den wordt, zoude bebben op tevolgen,
bragt iedert omtrent de gemelde
itad Aken den Herfst met ,( i ) jaa-
gen door, en wierdt eyn,delyk in
8 r4- Louwmaanddes volgendenjaars eerst
' van eene feile (2) koorts en federt
nog van een vastgezet (3) zyeu-
. vel Zoo vinnig aangetast, dat hy
(4) den zesentwintigften der zelve
maand des morgens ten drie uuren
het ftervelyke in die itad afleyde y
alwaar zyn gebalfemd Iyk, naa het
9p eenen gouden troon zittende in
zyne ( j ) plegtgewaaden aan ’t toe-
gevloeide volk vertoond was, in de
hoofdkerk dier itad , door hem op
(6) eyge kosten gedieht, nog dien
zelfden (7 ) dag is begraaven. Ver-
feheydene geldltukken worden van
deezen Vorst, Zoo voor als naa hy
door den Paus tot Keyzer verklaard
was, in verfcheydene gewesten ge-
munt .(8) gevonden; doch van alle
welken ik alleen deeze zeven inlasfe,
midsheteerite teUytrecht, het twee-
de te Walchere in Zeeland, en de v y f
Jaatften te Duuritede gemaakt zyn.
I. De voorzyde van het eerfte, die geen beeid werk heefc, is beftémpeld
ten naam :
C A R O L U S .
K A R E L.
met ’sVors-
Qp de tegenzyde, hebbende m'ede geene verbeelding, leest men dierhah
:aam der itad, alwaar het gemunt is, naamelyk.
T R I J E C T um.
U T T R E C H T .
1
SBE
( t ) Eginbart. Vita Caroli M. foU 12. Non longe a
regia Aquenii venatum p ro fic is c itu re x a& o q u e in
hujusmodi negotio quoa reliquum erac auturani ,
circa Calendas Novembris Aquisgrani revertitur.
(2 ) Ibidem. Cumque ibi hyemaret, menie Janua-
rio febre valida correptus decubuit.
(3 ) Ibidem. Sed accedente ad febrem lateris dolomie
, quam Grasci Pleurefim vocant.
(4 ) Ibidem. Septimo postquam decubuit die facra
communione percepta , decesfit anno ascacis fuse
L X X 11. & ex quo regnare cceperat X L V 11, V.
Calendas Februarii, hora diei tertia.
C5) Monacò. Egolismenf. Vita Caroli M. fol. 87.
Corpus ejus ( Caroli) aromatizaturii est & in fede
aurea fedens pofitum e s t, in curvatura Sepulcri, enfe
aureo a c c in t o , Evangelium aureum tenens in ma
nibus» . . . . Vestitum est Corpus ejus vestiraen
tis Imperialibus . . . & fceptrum aureum & fcutun
aureum, quod Leo Papa confecraverat, ante eun
polita funt dependentia, & claufum & figillatum esi
fepulchrum ejus.
(¿6) Eginbart. Vita Caroli M. fol. 12, Tandem
omnium animis fedit nusquam eum honestius tumulari
posle, quam in ea Bafilica, quam ipie proptei
amorem D e i , & Domini nostri Jefu Christi & ob
honorem S a n to & ascernas virginis genitricis, ejus
proprio fumptu in eodem vico conftruxit.
(7 ) Ibidem. In hac fepultus est eadem qua dpfunc»
tus die, arcusque fuper .tumulum deauratus cum ima-
gine & titulo extruttus.
■ (8 } L e Blanc Monn. de Frjinc. pag. 99. & iqq.
II. De voorzyde van het tyveede is wederom met ’sKonings naam, even als de te-
genzyde met dien van het eyland beitempeld, alwaar het gemaakt is :
V A L A C A R I O .
T E IVA L C t i E R É .
III. en I V. Op de voorzyden van het derde en vierdei welken gelyk ook de drie
volgenden, my eerst zyn ter hand gekomen, naa de voorgaande plaat reeds gemaakt was,
ftaat des Keyzers naam
C A R O L U S .
K A R E L .
En leest men, mids de fcheepsvaart voornaamlyk te Duurftede omtrent deezen tyd
bloeide, op de tegenzyden, boven eenen fcheepshamer en bytel, de naaffl dier Stad ;
D O R S T A T t i .
D U U R S T E D E .
V. De keerzyde van het vyfde, ’t gene met het zelfde oplchrift op de voorzyde be-
ftempeld is, heeft behalven den voorgemelde hamer en bytel, voorts nog een gedeelte
van een fcheepsanker, verzeld van dit byfchrift ;
D O R S T A d ü an
D Ü U R S T E D E.
VI. ’s Keyzers naam ftaat wederom op de voor- even als boven eenen hamer en bytel
op de tegenzyde van hetzesde:
D O t S T A T D Ü S .
D U U R S T E D E.
II. Deci. I VII. Het