ringen van Godgewyde Mqagden te As-
Jene, Qitedlinburg en Gander hem be-
zitten. Voorts heeft Balderik alle de
landen van II zelve klooster , welken
de voorgaande Abtdis ten nymfte onder
baar bedwang gehad heeft, gelyk ook
bet verley aan de overblyffelen van
Sint V itu s, in orize tegenwoordigbeyd en
van zeer veele onze getrouwen, gegund,
gegeeven en overgeleverd, wier naamen
hier zyn g e f ehreeven: Gelt man, Fur-
non, Honthuyfin met alle de voordee-
len tot de gemelde' plaatfen gerecht ly k
en wettiglyk behoorende3 Emrik voor
de helft gelyklyk verdeeld, in HamniS
de helft, Apel te Ternik de helft, Herveld
de helft, Arnhem de helft, Re-
dat eenig hert o f binde uyt deeze bos-
fchen liep, zoo zal het aan de jaagers
der Abtdisfe, vryßaan die in andere bos-
fchen te vervolgen. Uyt het bosch, in
3Z welke Elte geßicht is, zullen jaar-
lyks uyt de herten en hinden twaalf aan
de Abtdisfe geleverd worden. En op
dat de gift deezer overleeveringe be-
fiandig en ongequetst blyve, heeft de
laatste Abtdis, metnaame Liutgard, aan
den voorgemelden Gemaal van Adela,
de vier omheinde huyzen met naame
Rinharn , Helikaubel , LifithUyzen,
en Reelo, met alle werktuyg tot de zel-
ven behoorende, in eygendom overleverende
dichem de helft, Ly enden de helft,
Brumme de helft, Tule de helft,
Malsme de helft, Olbrug de helft,
Rat ho de helft, Honnepe de helft,
Thelden de helft, Trip ende de helft,
Putten in deplaats opgebouwd de helft.
Hierby nog de vier gedeelten van ’t
bosch Sternewolt te O ff er, W ichcy,
Mulo, en Subort: in deeze vier bos-
fchen zal hy geen het minfte recht heb-
“ ben,dan op het woord en met de toelaa-
tinge der Abtdisfe, om eenig hert o f
binde te jaagen. En zoo ’z gebeurde,
££ £ o g o o a e o b e S io è s s s e i
petitione, idipfum liionasterium Tua propria, fua;-
que conjugis manu in nostrum publice contradidic
mondiburdium. E t ficut 'mos est laicorum, cum
festuca ab eodem femel exivit p red io , ex ratione
uri nos nostris regali Imperio ac defcriptionem pre-
cepto tale libertatis arbitrium eidem monasterio per-
petualiter condonaremus , qualiter cseteras monia-
lium congregationes videlicet Asfindio, Quiddenlin-
genburch, & Gauderfem habere cognovimus. In-
fuper Baldericus omnia ejusdem monasterii predia ,
qua?prior Abbatisfa duntaxat in fua habuit potes-
tate & investitura ad reliquias Sanfti Viti ad prefen-
tiam nostram , nostrorumque plurimorum fidelium
•concesfit, tradit atque contradidit, quorum nomi-
•na hic funt infcripta: Geltmon, Furnon, Honthuy-
fen, cum omnibus utilitatibus ad ea loca juste & rite
pertinentibus Emrica media pars a?que divifa,
in hamnio media pars, Apel, Ternicko media pars,
Hertvelt dimidia pars, Arnhem media pars, Redin-
chem media pars, Lyenden dimidia pars, Brummen
Aimidia pars, Tuie dimidia pars , Malsme dimidia
Èars , Qlbrug dimidia pars , Ratho dimidia pars,
[onnepe dimidia p a r s ,. Thelden dimidia pars,
ter vergeldinge gegeeven ; ten eynde
naa deezen, gelyk wy hiervoor gezegd
hebben, het onderpand van vreede en
vriendfchap daardoor des te beßandiger •
blyve. Deeze gift heeft de zelfde Balderik
eensdeels danklyk ontfangen, even gelyk
wy op den raad van onze getrouwen,
te weeten den Aartsbisfcbop PVillegi-
fu s, den Bisfchop Heldeboldus, den
MarkgraafHeggebardus ,van veéle andere
getrouwen en zoo en in diervoege
die Balderik tegeeven verzogt heeft, by
onze mogendheyd, aan dat zelve klooster
andersdeels gegund hebben ;op dat het ,
als de andere voorgenoemde kloosters,
van
I £’ £ £ £ £ ££M M Ü £ **£ a a o s g £ £ £ £ £ £ £1
Tryenden dimidia pars, Putten in loco conftrufto
dimidia pars. Adhaec quatuor partes foresti Stern-
rewolt in O ffe r , W ich e y , Mulo & Subort : in his
quatuor forestis cervum & cervam nullam habeat
venandi licentiam, nifi verbo & confenfu Abbatisfae.
E t fi cervus vel cerva de his effugiai forestisveos
in alias filvas fequi fit licentia Abbatisfae nunciis.
In foresto, in quo Eltena est conftru&a fingulis an-
nis inter cervos &> cervas duodecim fere tribuantur
Abbatisfae : U t autem hujus traditionis. donatio firma
& inconvulfa permaneat, posterior Abbatisfa nomine
Lutgarda prelibata? Adels maritata? quatuor Cur-
tes nomine Rinharn, Helikaubel, Linthuyfen, Reelo
cum omnibus utenfilibus ad ea pertinentibus in
proprium trahendo ad ea recompenfavit quatenus
post h o c , ficut prediximus, pacis & amicitia? pig-
nus eo permaneat tenacius. Hane igitur idem Bal-
dricus traditionem grate uni fronte recepit, nec non
de fidelium nostrorum feilieet Willegifi Archiepisc
o p i, Heldeboldi Episcopi, & HeggebardiMarchio-
n is , ca?terorumque multorum fidelium confilio, ficut
idem Baldricus donando postulavit , eidem mo-
- nascerlo potestative concesfimus ut amodo , ficut
cste -
van nuaf ten eeuwigen tyde zynen volko-
men vrydom geniete. Daarenboven door
ons bevel geeven en vergunnen wy v»or-
tbaan alle de landeryen, die de door-
luchtige - Keyzer in eygendom aan
pUigman gegeeven heeft , byzonderlyk
de genoemde in Naardingerlant, Urck,
Barknegos, Otmes; boven dien de
Landeryen in Vriesland, al het gene
de Abtdis van de milddaadigheyd van
onzen Grootvader zoude ontfangen hebben
in de vier ■Graaffchappen, te weeten
Hunesco, Fualgo, Merme, Meche-
ta tot nut van de Abtdisfe en zus-
ters; die God en den Heyligen Vitus
aldaar dienen met alle voördeelen boven
gezegd, te zaamen met dien eygendom
in de gronden, gebouwen, bebouwde en
önbebouwde landen , akkers, beemden
velden , vyvers, bosfehen , visferyen ,
Mo lens, kerkrechten, in gebaande en
ongebaande wegen, in ’tgaan en 't weder
keeren , in al dat ’er bekomen is en
te bekomen zid zyn, en in alle toebehoo-
ren, zoo, als men die noemen kam
Voorts het Vortslyk recht en den toi
van de visfery in ’Z land Salon en de
riviere Ifala, gemeynlyk genaamd den
Catertol. En ,t gene onze beminde
Vader aan het zelve klooster heeft ver-
Jeend, dat over geeven W y op de zelfde
wyze om die eeuwige vergeldinge: en
PVy begeeren nogmaals en gebieden
kragtiglyk door dit ons Keyzerlyk bevel
aan alle onze getrouwen in Christus
, dat niemand in ’t zelfde klooster o f
de plaatfen dat toebehoorende, ’z zy Her-
tog, Graaf o f Burchgraaf, dat geen.
Markgraaf oßtenige Schout o f ander,
gerechtsperfoon de landrechtsVergaade-
ring zal houden, noch paardenlast, noch
fchattingen, noch eenigen haatlyken
dienst afeyfehen; dat niemand van het
volk der zelfde Abtdis , in welk Graaf-
fchap hy ook mögt woonen, zal op den
'landdag van eenen anderen Graaf ver-
fchynen; dan alleenlyk tot dien van den
genen, welke, de Abtdis, volgenshaar
welgevallen, zieh tot Kloostervoogd en
befchermer zalverkooren hebben. Voorts
tot onzer ziele verzoeninge, hebben wy
gegund aan 5Z zelfde klooster, dat voor-
thaan ten eeuwigen tyde, als de Abtdis
van ’t zelfde klooster door krankheyd
uytgeteerdfalkomen teßerven,de Nonnen
eene onder haar, die zy wenfehen,
vrylyk zullen uytkiezen, te zaamen met
bewilliginge van den Bisfchop van Uy-
trecht, in wiens Bisdom zy gelegen
zyn, zonder eeniger menfehen tegenfpraa
- es tera monasteria fupradifta , libero perenniter
fruantur arbitrio. P rs ter h o c , quicquid prsdii di-
vus Imperator femper Augustujs Wichmanno in
proprium donavit, p rsc ipu e, q u s dicuntur in Nar-
dincldant, U rck , Barbnegos, Otmes; prsdia infu-
per in Frifionibus quicquid Abbatisfs in quatuor
Comitatibus videlicet Hunesco , Fualgo , Merme
(Jlíerabe) Mecheta tributaria, muníficentia Avi nos-
tri reeépisfet nos n ostro deinceps precepto ad Uti-
íitatem Abbatisfs & Sororum ibidem Deo Sanéto-
que Vito famulantium , largimur & concedimus,
cum ómnibus utilitatibus infuper di ¿ lis , fimul & in
ista proprietate arcis , sd ific iis , terrisque cultis &
incúltis, agris, pratis, campis, piscinis , filvis, pis-
cationibus, molendinis, ecclefiis , viis & inviis,
exitibus & reditibus , qusfitis & inquirendis, cunc-
tisque appendicibus , qu s'd ici posfunt. Nec non
fiscum & Telonium de piscatione in pago Salón &
in fluvio Ifula , quod vulgari nomine Catertol di-
cunt. E t quod dile&us genitor noster eidem monasterio
concesfit eodem modo pro sterna remune-
Tatione nos contradimus , & nos adhuc volumus
nostro Imperialique precepto cunttis nostris in
Christo fidelibus firmiter jubemus, ut in eodem monasterio
vel locis ad id pertinentibus nüllus D u x ,
Comes vel Vicecomés, nullus Marchio, vel quilibet
Schuldacio, vel alia judiciaria perfona ullum habeat
placitum nec parafredes, nec pratas faciendas , nec
aliquid exigatur fervile fervjtium priusquam ejusdem
Abbatisfa fervus in cujuscunque habitet comir
tatú alterius Comitis non eat placitum 9 fed ad ejus
folummodo quemcunque Abatisfa fibimet eligere ve-
lit Àdvocatum. Ceterum pro anims nostre expia-
culo', eidem largiti fumus Monasterio, ut post hae
perpetualiter cum ejusdem monasterii Abbatisfa.morb
o confumpta moriatur, fanftimonial.es inter^ fe
unam , quamcunque velint, fimul confenfu Trajec-
tenfis Episcopi, in cujus p ofits funt dicecefi, absque
mortalium omnium contradiftione licenter elir
gent. Et ut hujus monasterii flatus ab adverfario-
rum omni incurfione maneat intaftus, ficut Wich-
mannus Comes inftituit, de eodem monasterio ad
limina S. Petri Principis Apostolorum. Romani argenti
tot annis libra deferatur. Postremo ipfa vide,
•licet Abbatisfa cum omnibus rebus fuis nostro fern,
per pareat Imperio & fub nostro confistat mondi.
1T 1, rk ' bur.