Graafs en deeze minderjaarigheyd ben. En hoewel de fchryvers van
van des Zelfs eenigen achtergelaaten dien tyd,verzuymdhebben aan te te-
Zoon, Aondt het Jand ter dier oor- kenen, welke o f hoedaanige zaaken
zaake alom overeynd; en vervoegde aldaar geregeld zyn, Zoo weet men
zieh des de K e y ze r , mids die by ’t echter dat door eene plegtige verga-
afAerven eens Graafs in die tyden en dering van vericheydene byeenge-
nog lang daarnaa, den voogd over roepene Bisichoppen, alle die kerken
des zelfs minderjaarigen zoon in p in handen van den Uytrechtichen
Graaflyk bewind aanftelde , onder (2) Bisichop geAeld zyn; welke de
1062 de opzigt van zyne bewindvoerende Abtdy van Epternach, volgens den
Moeder omtrent Paafche des volgen- voorheen gemaakten uyterften wil van
den iaars te (1 ) Uytrecht; alwaar (3) Willibrord , wel eygen, doch
h y , even als alle de Keyzers, zyne Aaande de voorige oorlogen om ’t be-
voorgangers b y ’t overlyden der an- zitderMerwe,eerst doorGraaf Dirk
dere Hollandiche Graaven gedaan denVI.,in beilaggenomen,en federt
hadden, zekerlyk 00k orde op het door des Zelfs Zoonen Dirk en Flo-
vlottend landsbeAier zal geAeld heb- rents aldus gehouden waaren.
( 1 ) Herrn. Contract. Cbron. ad am. 1062. Henri* Fratreque ejus Fiorendo invaße, atque propter conçus
rex apud Trajecìum, Frifiæ urbem, diem Pa* tinuam bellorum feditionem omni Episcopali jure
fchae cum matre Imperatrice egit. negle&o, in potestatem Episcopi Synodali auttori-
(2 ) In Diplom. Jrilb. Epif. apud Hedamr fol. 133. tate redaûæ fuerant.
Sea a Theodrico Comice, & Fitio ejus T h eo d r ico , (3 ) Zie bier voore I Deelfol. 326. enz.
G E -
GÉRARD VAN LOONS
A L O U D E
HOLLANDSCHE HISTORI.
T W A A L F D E B O E K :
Bevattende de Staatsgevallen federt de dood van Flor ents
denl, tot de herflellingyan des zelfs verjaagden Zoon
D irk, voorgevallen.
|Aa de overgifte dier aan
I het Epternachiche kloos-
' § ter toegeweezene goede-
: ren , is ( i ) door de
1 Graaflyke Weduwe, het
z y als Moeder het zy als aangeftelde
Voogdesfe van haaren minderjaarigen
Zoon, het Hollandiche Aaats-
bewind Araks wel by de hand, geno-
men, doch dit eerlang door het toe-
doen van Robbert, (2) tweeden
Zoon van Balduin den V. Graaf
van Vlaandre, niet weynig beroerd
geworden. Dees, als (3) onrustig
van aardt en niet dan den oorlog naa-
jaagende, hadt daardoor aan zynen
Vader geene kleyne zorgen veroor-
Zaakt, van dat hy zynen oudften
Broeder Aondt te ontrusten, Zoo-
dra die, naa de dood des Vaders, ,
in ’t.voile Aaatsbewind van Vlaandre
Aondt op te volgen. Dierhalve wil-
lende aan Robbert, die zoo greetig
naar de heerfchappy en als tot den
oorlog gebooren icheen, eenig mid-
del overlaaten, met het welke h y ,
buyten bekommering zyns oudAen
Broeders, aan zynen krygsZugtigen
aardt voldoen kon, hadt hem zyn
Vader, zoodra die den JaatAen vree-
de met den Keyzer gemaakt hadt,
eene wel uytgeruste (4 ) (cheeps-
vloot ter hand geAeld om ,zyn geluk
op de althans in Spanje regeèrende
Sarraièenen te beproeven.
Des zieh Robbert met eene groote
( t ) K. Kotyn <W 938.
Z in MDpuc >i5eertcuut iss bleeben
9ön Jt beitiet jegenff bait: ktoeßt.
Melis Stoke fol. 31 vs 1.
¿bpn tppf offetDe te biec tpt
(Cioee <£afuffele/ enbe een tappt
iDoec ijaten jRan/ enbe beit in bbnt
jlftet Ijaten kütbten öort Foliant.
(2 ) Melis Stoke fol. 33. vs 3.
■Kobrecijt/ <©rabe 25oubpn$f ßbnntl
D i e j o n c x s t e w a s b i bie gone
Dan be ttuee ban DIaenbetlant.
(3 ) Meyeriannal. Fland. ad arm. 1063. Erat enim Robertas
vir animo audaci acpraeferoci , lmperii cupidus,
armisque àdèo deditus.ut tìon nifi bello vìderetur natus.
(4) Lamb. Scbafnao. Cbron. ad ann. 1071. Ruberto
| ubi primum astas faciendis ftipendiis matura
vifa esc naves paravit, aurum, argentum '& ceteras
longinquze profeftionis impenfas affatim prsbuic ,
jusfitque ut ad gerites exteras iret & , fi vir esfet,
propria fìbi virtuce regnum divitiasque pararec. Ille
patri acquiescens , asmmpta fimud. moltitudine, qua
regio praegravari videbacur, navem afeendit, & ia
Gallitiam ire , eamque, fi votis Deus fuccesfum
annuisfet., fibi fubdere cogitavic. Cumque pose pau-
cos dies ad ignota qiisedam littora appiicuisfet &
egresfus in terram , ab incolis loci praedas agere
coepisfet, illi ex omnibus parribuS. ad:arccndam vim
iliep. armati conveniunt.
l i ii 2