die hem federt den Palmenzondag tot
den Feestdag van Sint Adelbert was
bygebleeven , door de 'Voorfpraak
van dien Heyligen in deeze Egmond-
fche kerk, als in welke zyn gebeen-
te rustte, op eene zoo volkome en
des bovennatuurlyk'e wyze betuygde
herfleld te weezen, even als o f hy
nooit te voore van eenige koorts o f
ziekte was aangétast geweest.
. Doch wät ook van deeze won-
“ derbaare geneezinge z y , de Trierfche
Kerkvöogd behartigde ook niet
min den welftand van zynen huyze :
want aanmerkende hoe zyn Halve-
broeder Arnoud, reeds over ver-
fcheydenejaaren zynen huuwbaaren
ouderdom bereykt hadt, was hy be-
zorgd omhem eene Gemaalin, als tot
het welke hem het beklimmen van den
Aartsbisichöplyken ftoel van Trier
thans goede gelegenheyd aan de hand
gaf, volgens den rang van des zelfs
hooge geboorte te bezorgen. Onder
de verfcheydene Prinslyke huy-
Zen, welken daartoe in opmerking
kwamen, was dat van zekeren Graaf
Sigifrid wel het voornaamfle; dewyl
die eertyds Kloostergraafder Abtdye
van Sint Maximin buyten Trier geweest
, thans by verruyling eerfle
Graaf van Luxemburg geworden,
en voorts zyn huuwelyk, met zeke-
re ( i) Graavinne Hedwig aange-
gaan, met verlcheydene kinderen geË
M
tati fiducia merìtorum piisfimi confesföris Curri cæ-
teris ifiterësie decerneret, ita penitus ab omni ad-
verfa valetudine est abfolucus, quafi nunquam ab ea
fiiisfet pulfacus.
( 1 ) Diplom. Sigifr. Covi. LuXemb. apud Mirceum in
Cod. donat. piar. fol. 147. Idcircó ego S i g ì f r i d u s
C omes, cum C o n i u g e m e a H a d é w i ç h .
(2 ) Dat Kunigond Gemaalin vati Keyzer Henrik den
I l i de doçbtet van $igefrid den I Graaf van Luxem-
■burg gewàst is ; Wordt op eene onwederfpteekelyke wyze
beweezen by Du Chesne Hift. de laMaifon de Luxembourg
, Partie I. chap. 1.
(3 ) Dat nu Lutgard een zoster van de Keyzerin Kunigond
, engévòlglyk een docbter van S igefridGrdaf van
Luxemburg geweest is[3 getuygt Ditmarus, welke in -dien
zegend zag. Want behalven zes
zoonen, wier naamen en bedieningen
in de nevensgeftelde geflachtlyst können
gezien worden, hadt hy die by
deeze zyne voorgemelde Gemaalin
nog twee dochters Kunigund (2)en
Liutgard (3) geteeld. Welken ,h °e
wel beyden zeer fchoon van lighaams-
geftalte, echter nog veel uytmunten-
der van leevensgedrag en deugden
waaren. In voege, gelyk de eeriie daarom
naamaals de Vrouw van den in de
Roomiche kerk voor Heyligen ge-
vierd wor’denden Henrik,Hertog van
Beijere wierd, en met deezen haaren
Gemaal eyndelyk den Keyzerlyken
troon beklom, Zoo is ook thans tus-
ichenide tweede en des tegenwoordigen
Graaven van Hollands Zoon
Arnoud, die mede federt als een Hey-
lig gevierd wordt, een onderling
trouwverbond tot een weergaloos
genoegen der wederzydfche Huyzen
geflooten, en nog in het jaar (4)
negenhonderdtachtig met eenen luys-
ter, de hoogheyd der wederzydfche
geflachten beévenaarende, te Trier,
en des ook waaríchynlyk ten over-
flaan van zynen Halvenbroeder Egbert,
Bisfchop dier Stad, voltrokken.
En zekerlyk dat Dirk tegenwoordig
Graaf van Holland en Vader van Arnoud
, midsgaders Sigefrid Vadér
van Kunigund Arriouds Gemaalinne
zieh in dien tyd te Trier ophielden,
blykt
tydleefde,inCbron.Lib.Vl.fol. 380. Frefonesrex (Hen-
rictis I I . ) navali exercitu adiens, ab incepta contu-
melia defistere , & magnum zelum L ü i d g a r d æ
s o r o r i s R e g i n æ ( Cunigundx ) placare coegi t ;
en waarom by deezen Dirk Graaf van Holland en zoori van
Liudgard ''noemt {Cbron. Lib. V l l l . f o l . 425.) Impera-
tricis {Cimigiindce) noscræ nepotem Thiedricüm.
(4) M. Stoke fol. 17. vs 17.
Slernout 3pn 2ßp)eber nam met eccn
<£en topf in >t jact on# deceit
jßegenfjonbetb jaeu cn be tacijticij
©an gljeflacljte groot enbe macljticO
<Die gljeljeten toas L u u t c Xe r t .