Koenraad opvatteden, ook dit ( i )
voorbeeld naa te volgen, op hoope
van zieh tot eenen onafhangelyken
Vorst van Lotteringe te maaken. En
waarom hy aan alle die genen, welken
hem tot het bereyken van dat hooge
voorneemen maar konden behulp-
zaam z y n , veelvuldige Koninglyke
fiskaallche goederen, als o f hy reeds
Vorst van Lotteringe was, te leen af-
ftpndt. Deeze verWarring van Koning
Koenraad? zaaken, welke door
den!'opiland zoo veeler Prinien
veroorzaakti' wierdt ,■ gaf dierhalve
aan Karel den ’Eenvoudigen Koning
van Vrankryk gelegenheyd om nog-
maals Zyn wettig erfrecht door de
wapenen op de Lotteringlche landen
te-doen gelden. Des trok hy. met
zyne krygsbenden derwaart,'en hadt
het gelük, onder belofte (2) van ieder
die leenen te zullen laaten behouden,
welken zy van den thans afgevallen
Hertog Gizelbert voorheen beko-
qjg, men hadden, van zieh in ’t jaar ne-
__ genhonderdzestien, tegen ieders verwachtirig,
weer van het zelve en des
öok van het thans genaamde Holland
(3) meester te maaken en zieh ledert.
in’tbeZit van het zelve, ftaande de re-
geefing van den voorgemelden Koen-
( 1 ) Sigeb. Gemblac. Cbron. ad ann. 914. Contra
Conradum regem potentior.es regni principes rebel-
lionern meditati, feilieetArnoidus de Bajòaria, Bar-'
chardus de Suevia, Everardus de Francia, Gisleber-
tus de Lotharingia, & horum omnium prascellen-
cior, Henri.c1.1s DuxSaxoniae.
(‘2y Annal. Saxo ad ann. 916.' Karolus a Celtica-
est' regresfus contra Belgas , quorum dux era't Gifilbertus.
Belgas non' aufi reiistere, òppidis & miini-
cipiis. fe iqcludunc.. Rege proniittente èis fe omnia«
daturum, . quas a Gifilberto prius in benéficium iha-
bder.aht, per facràménta ad eum red e u h ty& ,contra
Gifilbertüm pariter furgunt: 1
W Sigeb. Gemblac. Cbron. ad ann. 916. Carolus,
rex Francorum , regnum Lotharingi® r e c e p i t . «
(4) Cbron. breve. Lyrenfis monasterii ad arm. 875.
Occupavit Rollo Normariniam idem anno
D C C C C X 11. bàptizatus est & vocàtus Ròbèrtus.¿
' .(5) Hedce Hift. fol. 51. Refidui fide accepta baptizan
fe Imperatoribus fubdiderunt hoc patto quod
filia. Caroli regis Rpllino darecur in cOnjugium' &:
curtí ea Ñeustria ili dotem quás jam Normannia ab
e o cognominatur.*
raad, door de wapenen te handhaa-
ven. Mids Karel, door het maaken
van eenen Vreede- met den voorheen
in zyn land gevallen Rollo, thans daar-
toe de handen ruym hadt : want dees
onverwinnelyke Noordma’n hadt ,
naa het loslaaten van den voorgemelden
Ragenier, gewèezen Hertog van
het thans genaamde Brabant, door
de ongehoordfte verwoestingen in
Vrankryk ledert eenige jaaren alom
(4 ) aangerecht, aan Karel de handen
voi werks. gegeeven , doch n u .
van pas zynen pays met den zelven
gemaakt, onder voorwaarde., dat
aan den Christen te worden Rollo ,
nevens Gizela,(5) Kargls Dochter,
.dat gedeelte zyns ryks voor eeuwig
te leen zou gegeeven worden , ’t gene
van deeze Noordlche volkplan-
tinge ledert Normandie genaamd is.
Naa d edood van Koenraad, wel- 1
ke den negentienden van Wynmaand
des jaars (6) negenhonderdnegen- pip.
tien voorvie'l, wierdt d.e hiervoorge--— -
melde Henrik Hertog van Saxen, oñ-
aangezien hy tot ’sKonings overley-
den toe, den ondernomenopftand tegen
den zelven achtervolgd hadt, zoo
op des zelfs ( 7 ) gedaane aanpryzinge, p20.
als, pm dat hy mede van de • voorige -----
Fran-,
J . Iperii Cbron. Sti Bertin. cap. 22. part. I. Eo
tempore erant duo cognati duces eorum, quorum
unus Rollo alter Gorlo vocabatur. Carolus igitur;
rex Francorum de confilio optimatum fuorum dedit
Rolloni , qui major erac inter eos , Gillam filiam
fuam in uxorem, eo tamen.patto ut baptizarecur . .
ipfe (Rollo) v ero. patriam l ib i 'datam.7a fuasjgentis
vocabolo , id esc , aiN0rmannis:, :l^orroanniam ap-7
pellavit , quae prius Neustria dicebatur.
(6 ) Ditmari Cbròn. Lib. I. fól.-/<$2;§. Festino ejus
pbitu?, in V i i I •ordinatiOnis fubs anno, X I V . Ca-’
lend. Nòvèmb.,. pro dolor ! completò.' ' -
w ) Corit. ' Régiri. 'Cbròn. ad ann.*9\9. Curiradus:
rex pbiit. . . .
‘ Ibidem. Qui (Conrddus) cumObitus ilri diem itti-
rhinere fen tire t , vocàtis ad fe fracribus & cognacis
fu ism a jo r ib tis feilieee Francorum, mortem (ibi im-
rfiinfere pnedixit, & ne in elig end o 'post fe regem
disfidium iregni fieret, paterna eos voce praemonuit,
fed & Heinricum, Saxonum Ducem, filium Ottonis
virum ftrenuum <Sc industrium , praicipuunjque pacis
feótatorem., ut eligerent, jusfic. ■