i j 8 G É R A R D V A N L O O N S
L U U D O I C U S I M P e r a t o r .
K E T Z E R L 0 Jl> E JV T K.
Het vlak der rugzyden van beyden is met het lettermerk van den gemelden Paus 6e-
ftempeld; welke den ( i) vierden van Grasmaand des jaars negenhonderd tot die waardig-
heyd verheven wierdt, en den twintigften van Wynmaand vier jaaren laater overleeat.
De fandfchriften van beyden de rugzyden zyn dusdaanig:
S a N C t n S
S 1 N T
Dit kinderloos (2) affterven van
Lodewyk, door ’ t welke de manly-
ke (3) naakomelingfchap van Keyzer
Karel den Grooten in Duytschland
een eynde nam, gaf dierhalve aanley-
ding dat de by den anderen verga-
derde Duytiche Vorsten, onaange-
zien Karel de Eenvoudige, tegen-
woordig Koning van Vrankryk, des
overleedens naaste en eenige manly-
ke' erfgenaam was, op den raad van
Otto Hertog (4 ) van Saxen, eenen
Koenraad, den Salilchen gebynaamd,
op den aldus opengevallen troön van
Duytschland by verkiezinge plaats-
ten: mids die, als uyt de neven-
ilaande geilachtlyst b ly k t, I larigs de
Vrouwen van het voorgaande Ko-
ninglyke Huys afdaalde.
Hoewel Koning Karel de Eenvoudige
deeze.verheffing van Koenraad
niet kon verhinderen 3 Zoo begaf die
P E T R U S .
P E T E R .
zieh echter, zoo draa hy de wisie
tyding van het kinderloos overlyden
van zynen NeefLodewyk ontfangen
hadti met veel ipoeds naar Lotteringe
, om zieh, als zynen naasten erfgenaam
, van die achtergelaatene landen
meester te mäaken. Met dit
oogmerk op het Vorstlyk ho f te ( j )
Nieumeege zynde verfcheenen, ge-
lukte het hem dan 00k de voornaam-
ilehoofdvazalen, zooaldaar als van de
andere oorden des gewests, door het
toedoen van den geweezen Hertog
Ragenier, die zieh naa de opgebrooke
belfegering van Durfos onder zyne be-
icherming gefteld hadt, in zyne (6), be-
längen te' brengen. Zulks hy de Her-
toglyke bediening van de aldus geerfi-
de Lotteringlche landen eerst aan Ra-
genier(7) en ledert, naadeszelfsdood,
aan des Hertogen Zoon Gizelbert,
uyt aanmerkinge van des zelfs Vaders
1 § e'
11 ) Propykeum ad affi: SS. maii fol. * 149. Benedic-
tu s , natione Romanus, ex parte Mammolo, irhpe- ’
rantibua Berengario iterum & Leone , ordìnatiis - V I.
Aprilis in Dominica pàsfionis, anno D C G C C ;
fedit.annos I V , menfesVI, dies X V i obiit X X .
O&obrisy anno D G G G G I V .
(2 ") Gobelin, perfori. Cosmodr. JEt. V I . cap. 4(5.
Ludewicus iste fine liberis decesfit. ,
(3 ) Cbròn. Valciodorenf. fol. 709. Rex Ludovicus
profapia Caroli magni ultimus.
£4) Gobelin, perfori.\ Cosmodr. JEt. V I . cap. 4Ì5.
Principes regni Teutoni® pro novo rege eligendo
cònvenerunt. E t cura Ottonem Ducem Saxoni®
decernerent eligendum, ipfe fe propter fenium ex-
cu ià v it, & fuafit, eligi quendam potentem ex gè--
nere Francorum Conradum nomine, & confenferun.
t principes in illum. E t cesfavit ftirps regali*
Teutoniæ a Carolò M. descendens:
‘ (5 ) In diplom. Caroli Simplic. apitd E. Martene
ter. Scriptor. Çolleffi. tom. I I . fol. 40. D a t a l i , idtxs
Aprilis mdiftione X V. apno vigefimo regnante dorano
C a r o l o re g e , redintegrante X V , L a r g ì o r , t
VERO HÆRE D I T ATE- - INDÈ.PT A I. adum NEÜm
a g a p a l a t i o in Dei nomine feliciter, Amen.
(6 ) Annal. Saxo ad an». 9 1 2 . Karolus jara tandem
occidentalium rex regnum etiam Lotharienfe recepii:.
.
(7 ) Ibidem ad ann. 916. H a c tempes ta te Ragine-
riis princeps nobilis p a r t i u m K a r o l i f i d i s -
s im u s t u t o r , finem. vit® a c c é p f t , cujus exe-'
quiis Ka rolu s interfuit. G i s i l r e r t o F iL i o 'e ju s
jam 'adulto paternum h onorem co fan i p r in c ip ib u s ,
q u i confluxerant liberaliteir con tu lit.