magtig leger derwaart om het zelve,
waar het mogelyk, te vermeesteren.
Zyne nog zeer jönge Neeven, om
hem tegen te; gaan, Helden zieh wel
aan ’t hoofd hunner ( i) bcnden,
doch door de tusfchenkömfte der
wederzydfche Afgezanten wierdt
een vreede getroffen, by welken z y
de wederhelft (2) van ’t Lottering-
fche ryk-, welke- hun: Vader en
Grootvader, federt de döod van
Lotharis den I I;, bezeeten hadden,
nevens de Atrechtiche Abtdy väri
SintVast aan Lodewyk (3) affton-
den.D
ees, aldus van geheel Lotteringe
en bygevolge 00k van Zeeland ’mees-
ter, -hädt daareeboven nog het ge-
lük van, omtrerit Tuin- in Luyker-
' länd, eene overgroote menigte inge-
drongene Noordmannen ( 4 ) - te ver-
flaan : doch'in welk gevecht zy e Na-
. tuurlyke Zbön Hugo-, r als die de
vtugfelingen itiet te grooten iyver
trachtte. te verdelgen y ‘ tot geene
kleyne droefheyd zyns Vaders, on-
det ’fnaajaagen niet alleen wierdt ge-
vangeri’ , maar in ’t geweld dier
Barbaaren door zyne bekome wonde
uyt het leeven gerukt.
880. Dit hartewee wierdt federt nog
-— merkely k vergrootdoor de aanhet hof
gekome tyding, hoe de zelfde Iand-
aardt in Nederfäxenlandgevallenwas,
( 1 ) Regin. Cbron. ad am. ^ 9 . Cai occurrerunt duo
memorati fràtres cum valida mariu; fed'intercurren-
tibus vicisfim legàtiqnibusnequaquam pugna commuti
tur , fed pax roboratur.
(2 ) Ibidem. Adolesqentes , quò impetu fcederatus
àb eis Tecederet Ludovicus, portionem. regni Lotha-
r i i , quam-avus paterque tenuerat, e x integro illi
concpsferunt.
' (3 ) Ibidem. Addita ihfupér Atrabatis Abbatia
Saniti Vedasti.
' (4 ) Ibidem. Cum in regnum idem rex revertere-
tur , repente ob.viam habuit Nòrtmaimorùm innu-
hieram multitudinem juxta Carbonatiam, jn loco ,
qui vocatur Thimnin, . . . cum quibus absque mora
conflixit & Dco propitianre maximam ex eis pàr-
tem gladio prpftravit. Réliqui fuga tlilapii in fiscum
regium fe communiunt, ubi H ugo, filius regis ex;
penice natus , cum ' incaucius dimicàret, graviter
vulnetatus ab hostibus rtfpitur, & inter adverfarib-
rum arma recidic.
en aldaar eene zeer ongemeene overwinning
op ’sKonings volken, met
omkominge van Hertog Bruno (y)zy-
ner Gemaalinne Broeder, den tweeden
vanSprokkelmaand des-Zelven jaars te
Ebbekflorf, gelegen onder het Bisdom
van het thans genaamde Muniter, be-
haald hadt. Want die, nevens twaalf
Graaven eri twee Bisfchoppen, aan’t
hoofd van een Zeer ontzaglyk leger
deezen Barbaarfchen hoop over' het
y s , mids de flrengheyd van (6)- de
vorst deezes jaars, derwaart zynde-
tegengetrokken, zag het zelve , door
het opkomen Van eene fcliielyke
doy, het breeken van het daardoor
broos geworde y s , en het hand over
de hand aanwasfende iheeuwater, tegen
ieders verwachting, eerlang zoo-
daanig omringd, dat Zyne krygsvol-
ken, als de Noordmannen op hen
äanvielen, geen gronds genoeg (7)
hadden, om zieh in bequaame flagor-
de te fehaaren; Invoege deeze (8)
aldus beknelde benden, naa z y zieh
eenen zeer langen tyd met eene
weergaalooze dapperheyd verweerd
hadden, eyndelyk genootzaakt wier-
den zieh aan de daardoor verbitterde
Noordmannen over te geeveh. W e lken
, om de dood hunner verilaagene
Spitsbroeders te wreeken , alle de1
Christene Bevelhebbers, die hen by
deeze overgaaf waaren in handen ge-
. vallen,
,(5 ) Ditmari Cbron. Lib. I I . fol. 335. Duce Bru-
none i qui fa Ludovico rege in expeditionem ad Dan os
misfus , cum Episcopis duobus Thiedrico & Mar-
quardo csterisque militibus I V no.nas Februarii
fluminis inundatione interiit.
• (d ) Annal. Fuld. ad ann. 880. Hiems aspera &
folito prolixior. Nam Rhenus & Mcjenus ifluvii elar
ciali rigore conitridti, longo tempore fe calcabilee
prabuerunt.
( ? ) Witichiiid. Mondcbi Annal. Lib, I. fol. 634,,
Bruno, cum Ducatum administraret totius S ax on ia ,
duxit exercitum contra Danos , & inundatione, re-
pentinä circumfufus, non iiabens locum pugnandi
periitrcum.omni exercitu.
(8y E. Gelenius in S. Fanis Agrippinenf. In gla--
cie circumdatos a Nordmanniis Danis idolblatris?
propter fidei Christi propugnationem interfeitos es-
fe & c.— :
vailen , in koelèn ( i ) moede ver-
moordden, en voorts nog een ontel-
baare'(2) menigte van het gemeene
Volk in ílaaverny medefleepten, ’ t gene
, gelyk ' 00k het wegvoeren- van
den zelven landaard zoo te voore als-
naamaals in verfcheydene tyden voor-
gevallen, ik achte de wáare oorzaak
te z y n , waarom naamaals nog ten ty-
de van den Jutlandfehen Koning -Ka-
nutus eene ' Vriefche f ( 3 ) volkplan-
ting aldaar gevondèn wordt.
Hoe ’t z ÿ , by dît ongelukkig voor-
vàl waarërt, behalvén' afchttien:Ko-
ninglyke lÿftrauwanten (4) met hun-
ne bèndën ,' nog tweé Bisïchoppen
en twaalf Graaven nevens de boven-
gemelde broeder van ’s Koning-s Ge-
maalinne-omgekoment onder welke
Graaven niét allecn zekere Wigman,
waaríchynlyk Graaf van Hámeland en
KleynZóon't van den^^'-y) voorge-
noemden, maar 00k eene(6 ) Dirk
geteld- wordt 3 welke- ;zekerlyk de,
zelfdeZa-Lzyn, die1 door -sKönings
Vader eertyds met her bosch Was da
wierdt befc-honken. '
Deeze zeegepraalende Barbaaren
federt Veelvuldige plaatfenen kloosters
in ’t Lotteringfche ryk- hebbende uyt-
geplonderd-en verwoest, hebben eyndelyk
Bajorzuna , alwaar ( 7 ) de
&& § M § & § & &&& g g g fe g e è e i
>' ( 1 ) Ad. Bremenfis Hifi. Eccl. Lib. I. cap. 34.. -Turic
Saxonia a Danis vastata est , ve! Noramannis,
Brun dux o c c ifu s ,vcum aliis X I I comitibus, Ti^de-
ricus & Marquardus Episcopi obtruncati.
, (2),- Witicbiriäi Mohäcbi Ami. Lib. I. Innumerab
le s in captivitatem abdufli. ' 1 •/-• )-
. (3 ) Cbron. Slavor. cap. 70. N. 5. Kanutus fuga
élapíus, venit in Saxoniam, post modicum tempus,
rurfum venit in Daniam, ut receptus est a F r e s o 1
n i B u s , qui habitaban t J u t h l a n d i æ. -
(4 ) Annal. Fuld. ad ann. 880; In Saxonia _cum
Noramannis m'feliciter- dimicatum est : nam- N.oîrd-
manni fuperiores existentes duos Episcopos . . .. &
duodecimComites . .1 occiderunt, præterea X VIII;
Satellites, regios cum fuis hominibus próftráverunt.
‘ (5 ) Zie biér voorc I I . Deel fol. 29.
" (ó ) Anhàï; Fuld. aâ ann. 88o-. Duodecim Comités
his nominibus appellatos : Brun Ducem, et fratrem Re-
ginæ, Wi G M A N N U M , Barddnem, alterum’ Bardo-
nem’, & tertium Bardoném , Thipterium, Gerricum ,
Luitolfum, Foicuvartunj, Auan, T h io t r ig üm Liutha-
tium, cunr omnibus yquleôs fequebantüri pcciderunt;.
(7 ) Ibidem. Nordmarini in Gallia prædas & ilimeeste
Vriezen woonden en ’t gene
eenigen (-8) meenen het thans genaamde
Bergen-op-zoom geiveest te
z y n , aan hetvuur ten beste gegeeven ,
en het vervolgens te fcheep längs de
Waal terugnaarNieumeege gewend s
die itad ingenomen hebbende met
hechte wallen en muuren v.erfterkt,, g g j-,
midsgaders in het Koninglyke hof eeii -----
bequaam -verblyf vervaardigd<,-om ah
daarte overwinteren. Wel.is waardat
Koning Lodewyk , de in Nieumeege
geweekene Noordmannenmet een
màgtig heir aantastte,; dan. heeft, zoo
(9 ) om de itrenghey.d deezes winters*
als-de fïerktë der plaatfe, weynig gev.or-
Berd ; temeer, wyl de Noordmannen *
flaande (deeze iniluyting., zeer veele
uytvallen deeden, in eenen van. welken
de belegerden,Zekeren Everard^
Zoon van de Meginard , Graaf, van
Ilameland,; gevangen kreegen, en
hem mids hy, als van de ( 1 o) Deenen
aff lammende, zieh thans tegen die- vol-
ken verk-laard hadt, 00k niet eer weer
op vryevoeten itelden, voor datzyné
Moeder-Enësfà eene goedefpm gelds
om zyne ontflaagingtebékomen, aan
hen betaald hadt.
Koning Lodewyk, ziende dierhaly.e
dat hy weynig met :zyne,ondernome'
aanvechtingen vorderde, brak , dan
eyncendia
.exercent, & inter plurima loca & Monaste-
r ia , quæ depopulati fune, étiam Bajorzuna,'* ubi
pars maxima Frifîonum habitabat, incendio concre-
marunt;& inde revertentes Noviomagum vallo fir-
misûmô & mûris circuindantè, hyemândi; übi lócum
in palatio Régis paraverunt. ,
t (8 ) f . ab Eçkbart de rebus Franc. Orient, torti., I L
fol. 655. Bajorzuna est urbs Brabantiæ nunc,iferga
ad Zomam omnèm, dièta.
c (9 ) Regin. Cbroçi ad ann, 881. Ludovicus ., . , .
absque dilatione cüm exercitu .venit & munitionem
'obfidione ;claufit. Coriferco nonnullis diebus cercamine
non adeo prævàluit, quia palatium ingéntis
magnitudinis , mirique operis, hostibus tutisfîmuni
præbebat recéptabulum ; in qua congresfione, cap tus
•est adveriarius. Everhàrdus, Saxo , . filius- Meginardi
Comitis, & captivus Bucitur, quoad .postea Macer
‘Eneçfe'j.'magno.pretio daco, incolumem recepit.
( ip ) K. Kolyn vs 360.
<5)cfc ì© a Igei* t ’ cénDét - -
^>eDe hoetf 3m BaDetì fmahe. .■
E r h a r j d e B E N N o ERMìAN ti.hoçt .
D IE E R . U I . tT E N I Z A.D-E .SKQ EX .. .