ftad lag, de vrouwen met helmen op
haare hoofden achter de borstwee-
ringen der wallen. En hoewel, niet
tegenftaande äl het omgelege land
vlak, die ftad echter op eene hoogte
gelegen, vöorts met hooge töornen
en wallen , en dat zelf van fteen, ’t
gene in die tyden en gewesten iet
zeldzaams is , omringd1 was ,; Zoo
ichrikte dit de belegeraars niet af van
de begönne aänvechtingen dag en
nacht voort te zetten. Zulks die van
binnen,' verftaandehoe de Keyzer,'
de rykszaaken in Bourgonje 'heb-
bende geregeld, te /cheep naar' de
belegering afzakte, ja dat ze lf wenigen
zyner benden zieh reeds vöör
die ftad begonnen neer te flaan p eyn-
delyk demoed ontzonk, en des ee-
nige Gemagtigden, orn wegens' de'
overgaave der ftad te handelen, zoo
aan den Bisichop Adelbold als den
door den Keyzer aangeftelden Vöogd
Bernard zonden: welken aan de
Graavinne Ädela de verzogte vergiffe-
nis, midsgaders eenen vryen uyttogt zoo
voor haaren perfoon als goederen ver-
gunden. Vervolgens wierdt die ftad,
naa de wallen geilecht, en de muu-
ren verwoest waaren, aan het vuur
ten beste gegeeyen; niet tegenftaande
Heribert ( i) Aartsbisichop van
Kolen , als zynde een byzonder
Vriend en Leenheer van Baldrik, van
rden Keyzer reeds verWorven hadt,
dat die ftad, tot nader uytipraake,
ratorem ad: propinquasfe cognoscerent, & ejus castra
procul exftrui animadverterent, defperata falute
de deditione ad hostes legatos miferunt: Quibus
Adelboldus Episcopus & Bernhardus veniam dede-
Tunt, & uxorem Baldrici cum fuis rebus omnibus
abire permiferunt. Castellum vero muro diruto &
fubverfo incendio confumpferunt.
£1) Annal. Saxo ad ann. 1016. Archiepiscopus
autem Colonienfis Heribertus pro parte fui militis
Baldrici mulcum follicitus, Imperatorem fæpe interpellât
, ut urbem diu obfesfam -fuæ fubderet potesta-
ti. Cujus asfidua petitione devittus Imperator con-
fenfit.
in Z yn e handen moest g e fte ld worden
.D
it verricht zynde begaf zieh de
Keyzernaar (2) Polda, daar hy het
Kersfeest vierde, en Baldrik, aldus
van alle zyne ftaaten en voorig ge-
zag beroofd, zieh onder de (3) befcher-
ming van den Bisichop van Kolen:
welke hem niet alleen een. veylig
verblyf in zyne ftad, maar zelf een
jaarlyksch onderhoud toeleyde.
Her genoegen-, ’t gene de Cy-
trechtiche Bisichop Adelbold hadt,
van deeze zaakvan zoo verre uytzigt,
volgens’s Keyzers bevel , zoo vaaraig
volvoerd te hebberi, wierdt niet wey-
nig door eenen in zynewooning ont-
ftaanen brand (4 ) verminderd.. Welke
, niet tegenftaande alle aangewen-
de middelen, zoo geweldig de overhand
nam, dat door dien gloed niet
alleen de verblyfplaatfen der Kanoniken
en alle de daarnaast ftaande huy-
zen verteerd wierden, maar de hoofd-
kerk zelve, welke Bisichop Baldrik,
ten tyde van Koning Henrik den I .,
met zoo veele kosten gebouwd hadt,
eyndelyk 00k wierdt aangetast, en
dus op die wyze Z o o prächtig ge-
bouw, ’t gene nog geeri honderd
jaaren geftaan hadt, insgelyks in koo-
len gelegd. De Bisichop hoe zeer
00k over dit zonderlinge verlies ge-
voelig, was echter door ’ t zelve niet
neerilagtig geworden, maar deedt de
puyn itraks opruymen, en vervolgens
^"5 & & & £
(2 ) Annal. Saxo ad am. 1017. Imperator Natale
Domini Pälithi celebravit.
(3 ) Alpert. de diver fit. temp. Lib. 11. cap. 16. Bal-
dricus domo expulfu^, & omnibus fortunis amisfis
ad Sacerdotem Coloniepfem ab iit, qui ejus recentes
calamitates commiferans federn in civitate delega-
v i t , flipendiumque conftituit.
(4 ) Annäl. Saxö ad ann. 1017. Curtis regalis in
Palithe pars maxima , & in Trajedlo major ecclefia
cum omnibus asdificiis & manfionibus Othelbaldi
praefulis, -Ilburch quoque urbe Thiederici Comitis
cafu accidcnte combusta funt.
gens den grondflag tot het bouwen
van eene nieuwe kerk leggen, wier
beftek ( i ) in ichoonheyd dat der
voorige zeer oyertrof
Terwyl men met den opbouwvan
zoo zwaarwigtig werk te Uytrecht
bezig was, wierdt (2) in ’t Noorder deel
van ’s Hemels uytipaniel, te weeten:
omtrent het teken van de Wagen,
vier maanden naa den anderen eene
ongemeene bleeke ftaartftar gezien,
wier langhaairige vuurroede, in de
gedaante van >(,3) eenen grooten
balk, den längs de Noordzee woo-
nende landzaaten de aldaar ophanden
zynde beroerenisien icheenen te voor-
ipellen; welken zoo door den ont-
goedden Baldrik als door der Keyze-
rinne Neef, (4). Dirk Graafvan Holland
, om ’t bezit der Merwe, fton-
dert veroorzaakt te worden.
De eerfte beweegingen wierden
door (Jraaf Baldrik aangevangen :
want dees ten hoogfte gevoelig van
dat hy, hoewel onichuldig aan den
bedreeven moord van Wigman den
V I . , echter op de voorgemelde wyze
uyt zyn goed gezet was, hadt
zieh (5 ) door de verftandhoudinge
met eenen te Munne in bezetting leg-
genden Krygsknecht, welke, om
Baldriks tegen hem opgevatte gramichap
te ontgaan, zieh voorheen in
den dienst van den gemelden W ig man
begeeven hadt, onder ’t beleyd
van eenen Berthold van het zelve
meester gemaakt, en gevolglyk de
benden, welken die fterkte voor
des vermoordens minderjaarigeil
Zoon bewaarden, geweldiger hand
uyt de zelve gezet. Zulks dit
geweldig beftaan als het teken tot
eenen nieuwen kryg was , en de
Keyzer , zoo om van het zelve de
gevreesde gevolgen te verhoeden,
als wel voornaamlyk om de klachten
te onderzoeken, welken de Thiel-
iche inwoonders met veel naadruks
tegen zyner Gemaalinne Neef, den
tegenwoordigen Graaf van Holland,
ledert eenigen tyd herwaart ten hove
gebragt hadden , tegen den (6 )
veertienden van Lentemaand des
volgenden jaars te Nieumeege eenen
zeer grooten Landdag belchreef.
Ingevolge van welke afgevaardig- 1018
de bevelen des Keyzers, nevens een ---- -
zeer groot getal van Bislchoppen, 00k
de Uytrechtiche Kerkvoogd Adelbold
, desgelyks 00k Godefrid Her-
tog van Nederlotteringe, Bernard den
11, Hertog van Saxen, als aarigeftel-
de \7oogd van Wigmans minderjaari-
gen Z oon, Dirk Graaf van Holland,
als
' f i ) Hedcè Hijl. fot.' i io . • Ecclefiam' Trajedienfent
a .Baldrico inchqacam , rfecundum aljquos poncinuàr
vit'^' Tecundum alibs1, ’diruto' priore ^opère a fùnda-
mentis n o v i im b a f i l i c am M a g n i f i c e n t iu s often-
nio exftruxit.
(¿1) Alpert. de diverfit. temp. Lib. ll.ca p . 19. Teliti
o quoque anno Cdmetes in Aquilonari parte coèli
longisfimis crinibus, & pallida fpecie vifus est. Se-
.quuntur hoc fignum multa bella, & in plurlmis na-
tipnibus maximus fanguis hominum, per praelia fu-
fus est. r '
’ ( 3) Chron. Sigeb. Gemblac. ad ann. 1017. Cometes
folito mirabilior, in modum trabis maxima, per
quatuor menfes apparuit.
£4) Annal. Saxo ad ann,. 1018. Cometa vi ili e s t ,
qu® luaum.vastationis Galljse partibus P e r T h e o -
D E RI CUM IM P E R A T R i e i S N E P O T E M j pestì-
lentiam infuper & mortalitatem mundo, nunciavit,.{f
£5) Mpert.fie diverfit. terjip. Lib. I I . cap. 15. In
M'unna erat fervus. cujusdam partium Baldrici, ad
ïallêndum vàìde dallidus , hic nescio-j quo de crimine
reus, domino fuo multis diebus fugitivus efat«
Qui excogitato confilio posfe domino fuo in hoc rè-
conciliàri, fi castellum illi traderet, clam veni.t ad
eum , certisfime promittens , fi eum fequi v ellet, in
medium Munnæi absque ullo peri culo dedufturum.
ille autem, ut est confuetudo adòìescentium, ni-
mium in pollicitatione ejus exultans, magna ei pro-
mittic ■ munera^ & , ut quam celerioer ' id efficiat,
hortatur. Ille vero fidem dat, fe ita fa&urum, &
ad conftitutum tempus referatis portis fummo mane
dominunv fuum intromifit. Oppidani in leftulis ad»
huc fòmno gravati inopinato clamore hostium fubi-
to excitantur. Cumque per hospitia hac & illac
discurrerent, & quo fe reciperent, ignorarenc, iner*
mes . capiuntur., uno tantum in prima occurfione
interfefto, cæteri omnes de castello expelluntur.
■ / ( 6 ) Annal. Saxo ad ann. 1018. Menfe Martio
X V I I . Kal. Aprili» magna Synodus fit in Niu-
magon. .
«