des Keyzers deswege verleende gift-
brief, is van deezen ( i ) irihoudt.
• In den naam der Heylige en onver-
deelbaare Drieeenigbeyd, Henrik door
Gods, gimfligzynde barmbartigheyd
Koning. Dat bet aan % fnedig beleyd
aller onze in Christus Getrouwen, zoo
tegenwoordige als toekomendc kennelyk
zy , hoe wy uyt lief de van den Almagti-
gen God en van onzen zeer beminden
leader Koenraad,te weeten: den door-
lucbtigen Keyzer, als ook op de tus-
fchenkomfte en bet verzoek van onze
zeer bemindebedgenoote, deKoninginne
Agnes, en om den langduarigen be-
weezen dienst van Bernulf, zoo eer-
waardigen Bisfcbop der Uytrechtfcbe
kerk, ter eere van den Heyligen Maarten
gebouwd, eenen zoodaanigen eygen-
dom aan de zelve kerk bebben afge-
flaan en bevestigd; als wy in de plants,
die Deventer- genaamd is , fchynen in
banden en ander onze magt te bebben,
in opzigte van de munt, de tollen j
rechtbanken, met al bet Koninglyk reebts-
gebied, en met-alle nut en voordeel, ’t
gene op eenigewyzevande zelvenkomen
kan: benevens bet Graaffchap Hame-
land, volgens de bepaaling, die wy van
dat Graajfcbap bieronder geeven: van
Ratbon tot Hunne; van Hunne tot
TA^eggeßapel , en vandaar tot JA^esterfle
, van lA^esterfle tot Agastaldaburg,
van Agastaldaburg door bet boscb tot
Stevere; en aan de andere zyde van
den Tsfel van Lovenen tot Erbeke, van
Erbeke tot Zuythempe , gelyk aan de
andere zyde van den Tsfel tot Ascete; '
te weeten: op deeze voorwaarde .van dat
geen rechter, o f boog rechteyfeher, o f
kleyner perfoon eenige magt hebbe met
bet zelveiet te doen Zonder detoelaatinge
des Bisfcbops, maar dat de voorgemel-
de Kerkvoogd en zyne naavolgers van
deeze bovengemelde Koninglyke giften
volle magt bebf/en , van die te bezitten,
veränderen., te leen te geeven o f alles
tot gebruyk dier gemelde kerke te doen ,
zoo als ben zalbehaagen. En op dat deeze
gift van ons Koninglyk gezag, beftan-
dig en ongekreukt in den loop der vol-
gende tyden blyve , hebben wy dit
daarvan opgeflelde gefchrift met onze
eyge band verßerkende, gelyk onder
kan gezien worden,' met bet indrukfel
Van ons zegel bevoolen te zegelen.
Teken van den Heer Henrik den
I I I . den imverwinnelykßen
Könning:'
Ik Dirk Kanfellier , in de plaats
van■ Bardo den Aartskanfellier, heb
bet overzien. Gegeeven den 23 vatt
Oogstmaand, in ’t jaar van des Hee^
ren menschwordinge 1046, de 14. irtdidie',
( t ) Heiz Hlstor. fol. 123.. In nomine fan £te Sc
individua Trinitatis, Henricus divina favente Cie-!
¿lentia Rex: Noverjt omnium-Chrrsti nostrorumque
fìdelium folers industria, tarn prafentium, quam &
futurorum, qualiter nos ob Dei omnipotentis amore
ih , nostrique Patris dilettisfimi Conradi yicielicet
Imperatóris Augusti , nec non; interventu ac peti-
tione nostra diletta conthoralis. Regina Àgnetis ,
jugeque Bemoldi Trajettenfis Ecclefia in honorem
fantti Martini conilruttsé'yfenerabilis Episcopi fer-
vitium fideliter nobis peiiape adhibitum', talem
proprietatem eidem Ecclefia , qualem ' yifi fumus
manu fub pötestate tenere in loco Davetitre ditto,
in moneta, teloneis, placitis * cum omni Regali dis-
trittu , omnique utilitatis commoditate, qua ullo
modo inde poterit provenire, & cum Comitatu in
Amelande fito, termino ejusdem Comitatus hic fub-
ter denotando : De Rathnon ad Hunne, de Hunne
ad Weggeftapelen , & inde ad W es terne,d e Westerfle
ad Agaftaldaburg, de Agaftaldaburg adStevère
per Sylvam, & in alia parte I s la , de Lovenen ufque
ad Erbeke, de Erbeke ad Suy thempe, & item ex
alia parte Is la ad Afcete in proprium tradidimus &
ilabiliyjmus,, eo fcilicet tenore, ut nullus judex aut
e x a ä o r major aut minor perfona ullam pptestatem
habeat inde aliquid exigendi abfque licentia Episcopi
; féd ut pradittus iPraeful, ejusque luccesfores dé
his fupradiftis Regiis donisj-liberam dehin.c potes-
tatem habeant obtinendi ,commutandis precarian-
d i , vel quicquid - fibi placuerit ad ufum pranomi-
nata Ecclefia inde faciendi. Et ut h a c Regia nostra
donationis authpritas itabilis & inponvulfa per
fuccedentium temporum momenta maneat,, hanc
paginam inde confcriptam ,manu propri a corrobo-
rantes, ut infra poterit videri-, Sigilli nòstri jusfimus
impresfione fignari.
Signum Domini Henrici I I I regis invittisfimi.
Theodoricus Cancellarius vice Bardonis Archicav
pellani
didiS, in ,t jaar der aanßellinge van
den Heer, Henrik den. derden bet 18,
.en bet 7 zyns ryks. Gedaan te Spier.
Graaf Dirk zieh- aldus en van het
Bosch Wasda, de door zynen Va-
der aldaar geftichte iterkte Doertrecht
door de overmagt des Keyzers be-
roofd, en door deezen verleenderi
giftbrief van alle aanlpraak op het
Graafichap Hameland yoor- eeuwig
verileeken ziende, beilondt des,: als
zynde wegens dat geleede verlies ten
hoogfte gevoelig, zieh openlyk aan
des zelfs;j!(.i) i.gehoorzaamheyd te
onttrekken|en gevolglyk met.zynen
Neef den voorgemelden Hertog Go-
defrid , mids (*2) thans—zyn voor-
heen verpandde Zoon geilorven, en
de Vader kaal en berooid zynde niet
dan naar nieuwigheden, ter herftellin-
ge zyner verloopene zaaken haakte,
een onderling verbond .tegen den
Keyzer aan .te gaan. By ’t welke
op het aanhitfen van Godefrid, zieh federt
ook nog hun beyder Neef, Balduin
(3) Graaf van Viaandre voeg-
de.
Ingevolge van deeze onderling aan-
gegaane verbindtenis, rukte ieder zoo
veele benden, dan hem immers moo-
gelyk was « ten ipoedigfte byeen,
en Godefrid met de zynen in ’t vol-
gende jaar naar Verdun: welke ftad, 1047
door list hebbehde (4) veroverd, -----
hy en haare overprachtige(y) hoofd-
kerkaan ’t vuur ten beste gaf. De
Graaf van Viaandre gelyk die Verdun
(6 M hadt helpen veroveren ,
maakte zieh insgelyks niet alleen van
deBisfchoplyke ftad Kameryk,maar,
naa ’t veroveren ( 7) van het flot over
Genten ’t ftichten(8) eener, fterkte
over Audenäarde, van een groot ge-
deelte van .Brabant tot den Dender
toe meester. Zulks de Keyzer Zynen
voorgenomen togt naar (0) Pan-
non'ie ftaakte en integendeel met een
talryk leger ; ; onaangezien Hertog
Godefrid hem, döor ’t afzenden van
vericheydene looze gezantfehappen,
gepoogd hadt te misleyden, ter be-
dwinginge van den Graafvan Viaandre,-
naar Neerland afzakte: Dan Balduin
(10) wist zieh zoo wel nu achter de
grenspellani
recognovi. Data X . CalendasSeptemb. anno
Dominicsincarnationis, e iD x L v i . Indittione x i v .
anno autem Domini Henrici-tertii ordinationis eius
X V I IP iIm p e r i i V I I . ÄStum Spirae.
( 1 ) Hermanni ContraEt. Cbron. ad ann. 1040. Ünde
idem (Tbeodoricus) p o s t e a r é b e l l i o n i s c a u s
a m s u mp s i t .
(2 ) Sigeb. Gembl. Cbron. dd ann. 1045. Q u0
defuntto in obfidatu ad rebellandum (Godefridus)
grasfatur.
Lamb. Scbafnab. Cbron. ad ann. 1046. Dux
Godefridus custodia abfolutus, dum v id e re t, nec
i,ntercesfionem principum, nec ; deditionem ,,.quam
fponte fubierat, fibi aliquid ptrofuisfe',- & rei indig*
nitate , & i n o p i .® f ami ìljia. r i s ' tasdio permo^
tus , bellum rusfus de integro fuiupfit. . •
(3 ) Sigeb. Gemblac. Cbron..ad ann; 1046. Inftinttu
Godefridi, Comes Flandriénlìs Balduinus contra Im?
p.eratorem rebellat.
C4) Herrn. Contracli Cbron. ad ann. 1047. Godefridus
in te ra lia, quaj contra regem gèsfit, Virdu-
nenfem Civitatem dolo captam’ incendit & evertit.
C5) Lamb. Scbafnab. Cbron: ad ann. 1046. Civitatem
Verdunenfem c ep it, majorem in ea ecclèfiam
concremavit. . - • ,
. ( ß ) . V ir dun. Epiic. Hist. Brevisfol. 241. Secundo1
enim Episcopatus fui anno civitas Verdunenfis combusta
est, a Duce Godefrido & Comite Balduino, una
cum Monasterio Beats Dei Genitricis Mari®,qua combustione
civitas ista magnum dispendium päsfa est :
( 7 ) Meyeriannal,Flandr. ad.ann. 1046. Eo b e llo ...
arcem Gandenfem diu ab Imperatoribus occupatani
obfedit , eamque tandem fingulari viTtüte Lantbertr
nibilis viri de Gafariahis. ccepit. v i
(8) Genealog. Com. Fiand. cap. 4. Éalduirius apud
Adelhardam castellum conftiMit, per quod feveVfo
per Eham Castello, Brachantum"usque fluviumTe-
neram de regno Lotharienfi fibi ufurpavit,
(9 ) Herrn. Contrafb. Cbron. ad anji. 1047. Per idem
tempus,. cum expeditionem in Pannonias,. ad Petrum
ulciscendum, disponeret , Godefridus Dux cum
Balduino de Flandris, & aliis nonnullis rebellionem
innovasfe , bellumque copiis collettis paravisfe.
Thèodericus quoqué de Phlardirtinga Marchio i re-
bellavisfe, & Episcopatus fibi contiguos, ad injuriam
Imperatóris, .populatus ésfe | nunciatur.' . . . Quibus
ex caufis, dilata expeditione illa j cüm Gotefridus
quoque Dux rebellionem fuam callidis lègationibus
disfimularet;
(10 ) Genealog. Comit. Fland. cap. 4. RexitaqueLo-
tharienfis, qui tt Caefar & ImperaPor Aüguftus, hós-
tiliter iup e r Comitem Balduinum venit, & per ante
Attrebatum , Comite Balduino inter ¿xercjtum fiium
obstrufis etiam portis vix detinente, ferme ulque 'ad
Arkas villam St. Bercini procesfit, falfo putans fal-
tem illacfefe posfeingredì Flandrias.Comes namquett
illic&'ubicumque perficcum patebat introitus inFlan-
driis, vallo & aggere & pali fìxo contraéum inunierat.
C$fär ergo casfo labore fatigatus , ficut venerat rediit.
Qomes vero eum quafi fugientem ufque ad Rlienum
hostiliter est pröfeeuus , & nobili ejus palatiò apud
Neumagum incenfo, rediit cum fano .exercitu. .