.Keyzer verfchuld waaren, onmoogelyk
betaalen konden.
De ( i) Keyzer dierhalve, als ge-
negen zynde om den loop des koop-
handels, ten nutte zyns ryks, onge-
ftremd te zien, gaf dan aan den meer-
gemelden Godefrid, als Hertogvan
Nederlotteringe en bygevolge ook
van de in geichib zynde gewesten,
gelyk ook den naastgelegen Bisichop
(2) Adelbold van Uytrecht,
als’ s Graaven Leenheer (3) bevel,
van zoo wel de gemelde vrybuyters.van-
daar te verjaagen als de Kriefcbe volk-
planting zyns Neefs gewapenderband
%tyt te rooijen.
W e l is waar, dat de Graaf van
Holland den Uytrechtichen Bisichop
door alle bedenkelyke middelen het
uytvoeren van dit aan hem gegeeven
bevel zyns Ooms trachtte af te raa-
den, dan ziende den gemelden Kerk-,
yoogd tot ditverzpek on willig, verzogt
(4) h y , midsde landdag nog
niet geeyndigd was, van den Keyzer
zynen Oom verlofom te moogen ver*
trekken, en betuygde , onder icherr,
pe bedrygingen aan den Uytrecht-
iehen Bisichop in ’t weggaan, dat
by wel middelen zoude weeten uyt te,
vinden, om, ter befiherminge der op zynen
eygen. grand geplaatße .onderdaa-.
ncn, de uytvoering van, den aan bent,
gegeeven last te beletten.
Deeze en meer andere zaaken van
het uyterile gewigt aldus geregeld
zynde, vertrok Keyzer Henrik, naa
zoo lang verblyf te Nieumeege,van-
daar naar :( 5) Aken om de kruysda-
gen, door Egbert Bisichop ( 6) van
Trier eertyds ingefteld, in die Bad
te vieren: en was men, mids des
Graaven van Hollands onwiliigheyd,
geweldig bezig , in ’t maaken der
noodige krygsrustingen Zoo te land
als te water. De eerite vyandlykhe-
den vielen echter te land voor.
Want zeker Dirk Bavo, die naa
de voorgemelde dood ( 7 ) van
Graaf Godizo, tot Graaf van Bode-
lograve in des overleedens plaatfe,
door den Uytrechtichen Kerkvoogd
was aangefteld, beilondt ilraks de
grenzen van het Graafichap Holland,
als tegen het zyne aanleggen-
de, door het doen (8) van dagelyk-
iche invallen, volgens den ontfan-
gen last des Uytrechtichen Bisichops,
te ontrusten. Dan de aangetaste
Graaf van Holland viel dien op zyne
heurt met eene Zoo ontzaglyke
krygsmagt o p ’t ly f ,■ dat de Bodelo-
iche Graaf zieh eerlang uyt het veld
geilaagen, | gevolglyk van het hem
toevertrouwde Graafichap (9 ) be-
roofd, en düs verpligt zag, naar den
Uytrechtichen Bisichop zynen Leenheer
te vlugten.
1 Wel-
C i) Alpert. de diverfit. temp. Lib. I I . cap. 21. Imperator
vias mercatorum patefieri volens Adelbal-
dura Rpiscopum & Ducem Godefridum ad fe vo-
cans mandat Ut Frifios adeant, eosque ab his fedi-
b us, quas injuste occuparant,, propellant & prædo-
nes fubmoveant.
(2y Annal. Saxo ad am. 1018. Undo Imperator
Episcopo 'Trajedïenü præcepiç ea loca incendi, &
conquerentibus reddi.
(3 ) Dndem. Thepdericus. epim, Othelbaldi Tra-
jçâ'ehfis Episcopi infaustus fateli,es erat.
,(4 ) Ibidem, Cumque Épiscopum a talibus mandatas
infaustus juvénis compescçre nequivisfet, licen-
tjam abeundi petiit & fe id prohibiturum minatus.
est.
( s ) Ibidem, Imperator post longam habitadonem,
•
a Niumagon discedens folemnes dies Rogationum
Aquisgrani ftudiofe celebravi t.
fd ) Zie biermor 11. Deel fol. 225;
(7 ) Diplom. Henr. IV . Imp. apud Hedam fol. 130.
Item furfum ab occidentali parte Rheni usque in
Bodegraven, & ppst W iro chG o d e zo , post G o d e - '
z o n e m , T h e o d o r i c u s B a v o f i l i ü s P o s -
SE D I T &C.
(8) J . de Bekafol. 37. Quidam enim Comes Theodoricus
Bavo benenciacus fuic juxta Bodegraven ah Adel
boldo Pontífice, quj Theodoricum Comitem Hollan-
di® non quievit infestare.quotidiano' certamine. j
(9 ) Ibidem. Holjandienus vero Cojnes. contra
copiofum exercitum aggregans Theodoricum Bavo-
nem vi&oriofe fubegit, & eundem a posfesfionibus
fpis violenter ejecit.
Welken , gevoelig wegens dit
voorval, met alle de benden , die hy
immiddels te Uytrecht, om den togt
naar de Merwe te onderneemen, hadt
byeen vergaderd , zieh ilraks , ter
herilellinge van zynen verjaagden
Leen man, tegen Graaf Dirk te veld
begaf; doch welke, als nu ook (i) door
de benden van zynen Broeder Sik-
ko , Graaf van Westvriesland en
Kenmerland verilerkt, het Bisichop-
lyk leger tegentrok, en eerlang, te
weeteft: den tienden (2) van Hooi-
maand, met het zelve in een Zeer
itreng gevecht raakte. Mids door de
twee Graaflyke Broeders om het
bekome voordeel te behouden, en
door den Bisichop en des zetfs ver*
jaagden Leenman om de verloorene
landen te heroveren , met eene on-
gemeene hardnekkigheyd ter weder-
zyde geilreeden wierdt. Naa lang
hardebollen nogthans verklaarde zieh
eyndelyk de zeege voor den Hollander;
zulks, behalven een Zeer groot
getal gemeenen, • Zoo ftaande het gevecht
als de opgevolgde viugt ge-
Iheuveld, nog de Bisichoplyke Voor-
ipraak Wiggert, en die des zeker-
lyk in die hoedaanigheyd het hoogbevel
Zal gevoerd hebben, desge-
lyks Unroch (3) Graaf van Teys-
terband en Godezo verjaagde Graaf
van Bodelograve ; deRidders Alger,
Lazo en Zwesler, en voorts nog
Zeer veele andere beroemde Schild-
knaapen het leeven daarby inlchoo-
ten.
Het gelukte land, den Bisichop
aldus tegénloopende, ilelde die des
al zyn vernuft en vermoogen ledert
te werk in het uytrusten eener vloo-
te, met welke men de benden, welken
uyt alle gewesten van het Ne-
derlotteringiche Hertogdom tot den
krygsdienst belchreeven waären, naar
de Merwe moest voeren. Want de
Hertog Godefrid, Zoo dra hem (4 )
door den Keyzer den voorgemelden
last, tot het doen van den togt naar
de Merwe, gegeeven was,hadt ilraks
aan Ragenier Graaf van Berge, Heribert
Bisichop van Kolen, Gerard
Bisichop van Kameryk, Baldrik van
Loon Bisichop van Luyk, en voorts
aan alle de overige hoofdvazalen
van hef Nederlotteringiche Hertogdom
bevel gezonden, om in perfeon
en ied'er aan ’t hoofd hunner onderboori-
ge Leenmannen en der zelver in de wapenert
( 1 ) Hedie Hiß. fol. 108. Theodricus itaque in-
iufia provocacus, cum.Syifrido (Siccone-) fiaere in
Bavonem Comitem non ipemendum ducens exerci--
tum., ipfum profligavit, omni exuens Dominio.
(2 ) f . de Beka fol. 37. Igitur anno Domini 1018.
V ld'us junii prædiélus E ’piscopus cum vexillis fulgu-
rantibihv & tubis ilriclendbus ad locum certaminis
decentef advenic,* & econtra Theodricus Hollan-
dienfis Comes cum vexiliis fulgidis & cornibus hor-
rifonis & papilionibus fuis exiens in pratis virenti-
bus armipotenteF occurrit. Nec mora quin Trajec-
tenfes & Hollandrenfes populi -perniciter in invicem
irruerunc pro corona viftoriæ laboriofe' decertantes ,
& cruehtam ftragem ab utraque parte crudelisfime
commitcentes. Denique post aliquantulum tempo-
ris robur Bpiseopalis exercitus quamplürimum at-
tritum est in occifione magnanimorum Principum,
qui in eodem dùro ceftamine corruerunt, vîdelicet
Vegenis Advocatus Ecclefiæ, Vilringus & Godezo
Comités,, L a z o , Algerus & Swesferus milites, cum
aliis tyroiribus multis, & plurimis armiger-is laude
dignis.
Cs) Diplom. Henrici I I . apud Hedam fol. 100. In
C oM iT A T ü U n r o c h i C o m i t i s in pago T e s -
TER BANT.
C4) Anfilmus in Baldrico cap. 63. Ea nimirum tempestate
, Deodericus Gomes Frefoniae bellis & fedi-
tiqnibus, rfegnum exagitabat' Galfise-, & o b für fir-
mitatem loci & difficultatem vel: opum potendaro,
quietem perturbabac ferenitatis Imperatoria : Cujus
audaciam cum publicis detrimentis regni, non esti
pasfus Imperator Henricus, diutius impune bacchario
Unde Gozelqni Duci Lotharienfis regni mandar,
ut paratis militum copiis, illius infanise obviam irec ,
ejusque infolentiam manu valida opprimerei, fe con-*
queri & . irascr vehementer de ipfius ignavia' cum
p ro fe to bellicofa juventus illi non deesfet, quse barbaras
nationes fubjugare, & Romani magnicudinenì
nominisi valeret extendere. Ille fideli animo, re g ia
majestatis pafet Imperio, òstendic Ducis industriam ,
iùos fcribit ad milioiam, nec E p i s g o p o s G a l -
E I M AB HAC EX G Ì . UD IT P RO F E CT I O NÉÌ
Suggeric Episcopo- nostro, ircuc caeceris Coepiscopis
ut communibus reipublicas ferat auxilium negotiis,
Z z z 2