ren van dien oord, thans weer op
zynen troon heriteld en dus in flaat
was , om h en, mids men nu het
Franfche ryk alom weer in volle rust
Zag , met een magtig leger eerlang
op den hals te komen. Dierhalve en
den gemaakten buyt en ilaaven ten
ipoedigite hebbende ingefeheept ,
keerden z y , hoe verhit anders op
den roof, voor de derdemaal naar
hunne koude landen te rüg.
Horik zelf ( i ) bekommerd, dat
Zulk een beilaan, mids de heritelling
des Konings, niet lang zou onge-
wrooken blyven, zondt dierhalve
een plegtig Gezantfehap aan den zel-
ven. Het gene in ’t voortzetten zy-
ner reyze omtrent Kolen het onge-
luk hadt,. dat verfeheydene zyns ge-
volgs door de aldaar woonende land-
zaaten, waarfchynelyk uyt weer-
wraake wegens de aangerechte ver-
woestingen omtrent Duurftede, met
icherfnisie van het recht der volken,
vermoord (2 ) wierden. Zulks de
Deenlche Afgezanten op den be-
fehreeven landdag te (3) Worms by
Keyzer Lodewyk gehoor hebbende,
wegens dit vyandlyk gedrag niet allein
ß r a f vorderden maar het achtervolgcn
van den vreede op het naadruklykst verzagten;
mids hun Vorst betuygde de in
Vriesland aangerechte verwoestingen
buyten zyne orde en kennisfe gefchied te
zyn, en dierhalve in eene nadere gehoorhebbing
te Aken verzogten dat hen een
ßaat (4 ) van de aldaar vermoor de o f
weggevoerde ingezetenen mögt worden
overgeleverd.
Hoewel de Keyzer ten volle ver-
Zekerd was, dat zoo groote uytrus-
ting ter zee door de Deenfehe onder-
daanen zonder de kennisfe en. de
ftilzwygende toeflemminge des Jut-
Jandfehen Konings tot driewerf niet
kon gefehied z y n , Zoo nam hy echter
in die verontfehuldiging, mids
het gedrag zytler drie oudfte Zoonen
hem niet zonder redeh als nog verdacht
was, ten volle genoegen, en
deedt (5) zyne onderdaanen, welken
aan de gepleegde moorderyen te
Kolen fehuldig waaren, naar verdient
e itraffen. Vervolgens in de Zeker-
heyd van zyne Vriefchq haaten zoo
door ’ t aanitellen van nieuwe (6 )
Prinfen, dat ( 7) zyn Graaven, als het
afzendenvan zeeritrenge bevelen tot
het beter bezethouden van der zelver
ilranden en de zieh in de Zee ontlas-
tende flroomen hebbende voorzien
( 8 ), begaf zieh Lodewyk in het vol-
gendejaar naar den door hem be- 837.
fehreeven Landdag te Diedenhove, -----
alwaarhy, naa ’t ontfangen derjaarlyk-
fehe fehattingen van der Synsbaarge-
maakte Vorsten, aan de aldaar be-
fehreeve vergadering bekend maakte:
zich in dat jaar nog naar Italie te zullen
begeeven, zoo uyt Godvrugt, als
om
( 1 ) Annal. Bertin. ad ann. 836. Sed & Horich
rex. Danorum per legatos fuos in eodem plácito
amicitiæ atque obedientiæ conditiones mandans, fe
nullatenus eorum importunitatibus asfenfum præ-
buiste testatus.
(2 ) Ibidem. De fuorum ad Imperatorem misforum
interfe&ione conquestus e s t , qui dudum circa Colo-
niam Agrippinam quorundam præfumptione necati
fuerant.
(3 ) Astron. Annal, ad ann. 836. Post folennita-
tem porro Paschalem atque Pentecosten, Worma-
tiam ad conven tum indiftum proficiscitur.
(4 ) Annal. Bertin. ad ann. 836. Ubi etiam misfi
ejusdem Horich venerunt, quærentes fummam eorum
, quos ipfe captos ex his interfici fecerat, qui
in nostros fines calía jam-dudum moüti funt.
( 5 ) Ibidem. Quorum necem etiam Imperator, mis-
fis ad hoc folum legatis, justislìme ultus est.
(<5) Ibidem ad ann. 837. Imperator vero generali
conventu habito, publice cum his questionem ha-
b u it, QUOS PRINC IP E S AD E A N D EM CUSTODI
AM DE L EGA V ERA T .
( 7 ) Notce God. Leibnitzii in vifam Comit. Macbtildis
tom. I. fol. 633. A t t o P r i n o e p s ) nempe Comes;
nam illis temporibus & multo adhuc post
etiam C o m i t e s fub P r ì n c i p u m n o m i n e
comprehendebantur.
(8) Amai. Bertin. ad ann. 837. Igitur Imperator
dispofita Frifias maritimaque custodia, menfe Maio
ad Theodonis villam veniens & annualia dona re- •
cipiens, iter fuum Romam, defenfionis fanft® R o - 1
manse ecclefias atque orationis gratia 3 indixit.
om dat zyne tegenwoordigheyd aldaar
ter beßberminge dier kerke ten hoog/le
vereyscht wierdt.
Dan als men van dit beiluyt aan
den (1) aldaar zyndenLotharis kennis
gegeeven hadt, ten eynde hy zynen
Vader met een behoorlyk ontzag zou-
de hebben te ontfangen, en ook het noo-
dige tot het voortzetten van dien tagt
tydig te laaten vervaardigen , kreeg
men ten hove de onaangenaame ty-
ding (2) hoe , niet tegenßaande de
voorige vreedelievende betuyging der
Deenfcbe Gezanten, die eedbreekende
landaardt echter, met nog eene vry groo-
tere fcheepsmagt,' dan voor been , op
nieuws■ in ’s Keyzers aanzeeleggende
ßaaten , en over welken de Deenfche
Prins Hemming hetgebied hadt, gevallen
waaren, om hem, even gelyk deeze
Jutlanders des zelfs Breeder Herioldin
de drie voorige jaaren gedaan hadden,
thans ook op zyne beurt te beßooken.
En zekerlyk de Deenen , zynde
verwittigd van de goede maatregels,
die men om hen af te keeren in het
thans gen'aämde Holland genomen
hadt, wendden het dierhalve naar de
Schelde en andere Zeeuwfehe ilroo-
men. Dus wierdt (3) Antwerpen
by verrasfing ingenomen en in koo-
Ien gelegd, desgelyks Witlam of,
CO Annal. Bertin. ad ann. 837. Direftis interim
ad Lotharium legatis monentibus.ut eum paterna reverenda
iusciperet, atque itineris apparatum decen-
ter ,opportuneque procuraret.
(2 ) Astronomi Annal, ad ann. 837. Simul etiam ju-
bebat fibi parari ilipendiarias annonas, ilativaque
congrua per omne ite r , quo Romam itur. Dicebat
enim fe limina beatorum Apostolorum invifere veile.
H oc vero ne fieret, irruptio Nordmannorum
in Frifiam inpedivit, ad quorum comprimendam in-
folentiam ipfe expeditionem in Frifiam fuscepit.-
C3) Annal. Fuld. ad ann. 836. Normanni Anduver-
piam civitatem incendunt, umiliter & Witlam emporium
juxta ostium Mofæ fluminis, & a Frifioni-
bus tributum acceperunt.
CO And. Sylv. Synop. Hiß . Franco- Merov. Lib. I I .
eap. 724. Northmanni, iterum Gallias graviter infestant;
Andoverpum oppidum & W i l l a n t emporium
, fitum juxta ostium Mofæ incendunt.
Cj) Bericht der Bürgern, en Vroedfch. der flad
Vlaardinge tegen dé Haringkopers te Rotterd. fol. 4.
gelyk het anderen noemen (4) Willant
o f Wiltland eenekoophaven toen-
maals nog in weezen en gelegen aan
den mond der Maaze, waarfchynelyk
op het eyland Goereeby deOostduy-
nen, door dien ter dier plaatfe nog zeer
zwaarlyvige fteenbrokken en andere
aanmerkenswaardige overblyffeien
van eene zeer oude verwoeste itad o f
haven gevonden worden, welken federt
door de zee ingezwolgen en by
de iluurlieden orider den naam (5 ) van
O u d e w e r r e l d als nog bekend
zyn , en, gelyk wy hiervoo-
re (6 ) gemeld hebben, voorheen de
have der Britannifehe vloote, als het
Romeynfehe ryk nog in vollen ftand
was, van die volken geweest is.
Hoe ’t z y ; de gelande Noordman-
nen dwongen de daaromtrent woonende
Vriezen aan hen fehatting te
betaalen ,even gelyk ook de inwoon-
ders van ’t eyland (7) Walchere ,
alwaar z y Eggehard des zelfs Graaf,
door wiens (8) hulpe de Keyzer on-.
der anderen thans weer op den troon
herileld was, midsgaders denjutland-
fehen Prins Hemming, zynde de Zoon
van Halpdan, en aan wieh de Keyze r,
naa hy gedoopt was, het Hoog (o)
Hertoglyk gebied van Zeeland , gelyk
gemeld is, hadt opgedraagen, nevens
er fjet integenbeei/ niet te ptaefumevett t# / bat
©iaeebinge/ iitbicn bat gelegen üias? getneesft
omtrent «<5oeree/ aan be <®o(tbupnen aen het
Itcant/ of nu in 5ee/ op een plaat#/ bte men bo
O u d e w e e r e l t ttoemt.
(6 ) Zie hier voore I. Deel. fol. 195.
( 7 ) Annal. Fuldenf. ad ann. 837. Nordmanni tributum
exa&antes in Walachram infulam venerunt,
ibique Eggihardum ejusdem loci Comitem, «Sc Hem-
mingum Halpdani filium, cüm aliis multis X V . Ka-
lendas Julii occideriint & Dorestadum vastaverunt.
,C8) Astron. Annal. ad ann. 834. Cui Eggihardus Co-
mes & alii illius pagi proceres, cum magna coatta
manu obviam pro liberatione Imperatoris pugnaturi
procesferunt.
Cp) Appendix Tbeganifub anno 24. Ludov. Imp. Dem.
nave venientes ad unam fedicionem ( five prcejtdiumin
infula Walacbria Conßitutum') & interfecerunt ibi in-
numerabilem multitudinem Christianorum , & ibi
C e c i d i t H e m m i n c h , qui erat ex itirpe Däno-
rum, D u x C h r i s t i a n i s s i m u s .
q 2