tegenwoórdigen Graaf van Holland,
in dien | opitand wist in te wikkelen.’
Zulks die in Saxenland te rüg ge-
keerd, flraks tegen zynen Oom HerimanHertog
van dien oord, mids
die, als nog in even groote gunst
by den Koning zynde, des ook zieh
tegens des zelfs vyanden alom open-
lyk verklaarde, in heevige icheld-
woorden niet alleen uytvoer, even
als o f die hem in zyns Vaders erve-
nisfe te kort gedaan hadt; maar zién-
de door de hulpe' van zynen Broe-
d er Graaf Ekbert onderfleund, zelf
openlyk tegen hem opflondt, en ge-
Zamelyk niets näalieteft om hem by;
alle gelegenheden te ontrusten.
Heriman, hoewel ( r ) hy van alle de
geheyme voorneemens, onderlinge
verbindtenisfen en -dagelykiche poo-
gingen zyner Neeveñ ten volle on-
derricht was, wachtte ;zich echter
wel van-mer de zelven in een volko-
men gevecht te komenymaar, als in
den krygsdienst* byzonderlyk zynde
afgerecht, heeft hy zieh ilechts ver-
genoegd met hunne gefmeede aan-
nagen" telkens te verydelen; uyt
vreeze van anders eenen nieuwen
oorlogsvlam, Zoo hy hen met den
anders veréyschtén ernst aantastte,
mids het afzyn des Konings, in dien
oord te ontfleeken.
En zekerlyk Koning Otto, naa hy
zieh (2) drie maanden omtrent Ments
hadt opgehouden, vierde in Nedöf-
faxenland eyndelyk het Kersfeest, en
hoorde de klachten, welken Hertog
Heriman tegen des Graaven van Hob
lands Vader en des zelfs aanhange-
ren inbragt. En hoewel de Koning des - .,
Hertogs gehoude gedrag aan den ee- _Z_
nen kant goedkeurde en aan den an*
deren kant de aangerechte beroere*
nisfen zyner Neeven läakte, en dat •
ook veelen der te raad geroepene
Prinfen ' der j zelver moedwil naar
vereysch wilden geflrafd hebben,
Zoo befloöt deKoning echter ,als hen
nog beminnende, voor deeze maal
hunne aangerechte beroerenisien door
de vingeren tezien; doende dierhal-
ve alleen zynen Neef Wigman, als.
aanftooker der zelven, binnen zyn hof,
onder ’topzigt van eene goede Wacht,
bewaaren.
O tto , federt genoodzaakt zynde
zieh wederom naar Beijere te begee*
ven, beval dän zynen aldus in beilag
genomen | Neef Wigman hem op
dien togt te verzellen j dan die zieh
ziek en des tot het doen dier.reyze
buyten (3 ) flaat yeynzende, ftelde
hem de goedaardtige Vorst zyn
gehoude wangedrag voor oogen, en
hoe hy hem, van Vader en Moeder
beroofd zynde, als zynen eygenZoon
eerst opgevoed en voorts niet alleen
met zyns vaders hooge bedieningen,
maar onder anderen met hoog ge*
bied
( 1 ) Witicbindi Annul. Lib. I I I . foli <554. Ipfe au-
tem C Herimannus) confilii nequaquam ignàrus quanta
fapientia , quantaque prudentia, contra p r 0-
p iN Q U o s & hostes manifestos vigilaverit, difficile
est omnimodis ediscere, jungitur quippe Ecbertus
Wicmanno eademquefententia confurguntin Ducem,
nullumque ei dant quietisociuin. Ille aucem nobili patientia
juvenum furorem frangens, cavet tumulcum
aliquem rege abfente illis in partibus accrescere.
(V) Ibidem,. Agens tres menfes integros, a Mo-
gontia recedens rex in illis regionibus, demum circa
Kalendas Jàn : infefto negotlo amisfis duobus
principalibus viris ac potestate Claris, Immede ac
Mainwerco, quorum uterque iftu fagittarum periit
alter Mogontize, alter in dtinere Bajoariam pergenti-
bus revercitur in Saxoniam. Gaufas dicentibus coram
rege Herimanno fuisque N e p o t i b u s omnesa justi
tenaces feptentiam Ducis l a u d a v e r e , adolescentes
castigandos judicantes. Rex autem amans parcebat
illis ,Tub custòdia militari tantum intra palatium tra:
dens Wicmannum.
fa') Amai. Saxo ad am. 954. Ig itu r , ut fupra re-
tulimus, cum deficeret in reddénda rationeWichman-
nus contra patruum fuum , intra palatium custódìtur;
Cum vero rex in Bawariam proficisci v ellet, iìmula-
ta infirmitate, ipfe iter negavit, unde moriitus ab
Imperatore, quia destitutus patre &-matre locò filil
ab eo asfumptus f i t , quodque ab eo liberaliter edu-
catus fit, eumque honore paterno promoverit, ro-
gavitque eum, ne ei molestus e s fe t, cum aliis plun-
bus gravare tur. Ad haje nihil utile audiens Imperator
discesiìc commendato eo Iboni Corniti.
bied van het door hem nieuwlyks ge*
dichte flot over Gent en de daar on-
derhoorige landen beichonken hadt,
en vermaande hem de sal s zieh Zelven
door andere vyanden meer dan
te veel gedrukt vihdende, door het
achterVolgen van Zoo ftrafbaar g e drag
dien last niet te willen verZwaa-
ren. Dan hieröp geenszins eenig
antwoord tot genoegen ontfängeh*
d e , heeft hy den zelven onder de
bewäaring van zekeren Graäf Ibo
gelaaten.
Naa st vertrek des Konings en dat
Wigman zieh eenige dagen onder de
hoede en ’t opzigt vah den gemelden
Graaf hadt opgehouden, verzogt die
van den zelven in zeker daaromtrent
gelege bosch, ter zyner ( i ) verlus-
tiginge te moogen;iaagen. Dit hem
Zynde ingewilligd, en hy zieh by
die gehen vervöegd hebbende welken
zieh ter zyner hulpe aldaar een
wyl tyds ichuyl gehonden hadden,
rende met de zölven naar Zyn Va-
derlandf alwaar, naa ’t inneemen van
verfcheydene fteden en plaatfen,zich
ook zyn Broeder Egbert andermaal by
hem voegde en Zy dus -ook ander-
rriaäl de wapenen tegen den Koning
gezamenlyk opnamen. Door het wys
beleyd nogthans van hunnen Oom
Heriman, zagen zy nogthans alle hunne
aangewende poogingen wederom
vrugteloos, en zieh des genoodzaakt,
als tegen den zelven niet beteilnaiflggg
&&&&&&& aogfjt lg WW
( 1 ) Annal. Saxo ad. am. 954. Aliquantis diebus
Cum eo degens., petit*post h$c üt venandi gratia in
filvam ire liceret. Ibi absconditos focios iecum fu-
mehs perfexit in patriam ,• & occupatis aliquibus ur-
bibus, junfto (ibi Ekberto arma fumit contra Imqe •
ratorem. Industria autem Ducis Herimanni facile
eos oppresfit & trins Albiam coegit.
. (2 ) Ibidem ad am. 955. Dum haec aguntur, ex
parte Slävorum bellum ingruithofridum hortätu Wig-
manni & Eberti. Qui cum feniislent fe Duci Heri-
mano . refistere non pösfe , fociaverünt, fibi duos
fubregulos Barbarorum. Saxqnibus jani olim infestos
Nacconen & Stoinnegin fratrem ejus.
(3 ) Witichinäi Annal. IJb. . I I I . fol. 657. Dudlüs
exercitus a Duce ( Herimanno) reperti fubt in urflandig
Zyhde, by de Sclavèfl, Melken
over de Elvè woonen, te ver-
voegen.
Hier verbondt zieh Wigmaii met ne
de twee ( 2 ) Broeders Nakko en Stoin- —
neg,beyde Onderkohingen dierover
de Elf woonende Barbaarfche volken :
welken federt eenige jaaren herwäart
de naastgelegene Saxers , door ’ t
doen van verfcheydene ftrooperyèn,
reeds niet weynig ontrust hadden;
Als Zy nu in Zekere flad , die de jaar-
boeken (3) van den Monik Witi-
chind Suithleiskranne noemen, Zieh
onderling beraadflaagden, rukte hun
Oom Heriman met eenige Saxifche
benden en geenen minderen fpoed
dan geheym derwaart, invoege hy
hen te gelyk met de flad zekerlyk
Zoude verrast hebben , zoö niet de
ontydig opgaande jammerkreèd hen
nog tydig de wapenen hadt doen aan*
trekken. Invoege Hertog Heriman,
naa hy flechts veertig der uyt de flad
geipatte bezettelingen verilaagett
hadt, onverrichter zaaken te rüg
keerde. Dit in ’t begin der vaste
zynde voorgevaljen, zag men flraks
naa Paafche de vöorgemelde Barbaa*
ren, onder de aanleydinge van Graaf
Wigman, hunnen ontworpen invai
werkflellig maaken, even gelyk ook
Hertog Heriman met geene mindere
dapperheyd, om dien te verydelen,
deingedrongenen tegentrekken. Dan
mids ( 4) de Vyandaan déneenen kant
zeer
b e , qua: dicitur Suithleiscranne : & pene erat, uc
caperentur cum urbe, ni clamore cujusdam excica-
rentur, & ad arma profilirent : caefis tarnen ante por-
tarn urbis ad quädraginta armatis , coeforumque
fpoüis potitus Dux Herimannus discedit. Erant autem
qui eum ädjuvärent, Henricus praefes cum fra-
tre Sigifrido, viri eminentes & fortes domi militia-
que optimi. Fafta funt autem in initio quadragefi-
malis jejunii. Barbari vero post proximum Pascha
irruunt in regionem , ducem habentes Wicmannum
ad facinus tantum npn ad Imperium.
C4) Ibidem: Nulläm moram agens fed & ipfe dux
Herimannus cum praefidio militari adest, vidensque
exercitum hostium' gravem, fibique parvas admo-
dum belli copias adesfe. Civili bello urgente arbi-
B b b 2 tra*