van Hugo, Broeder van Go.defrids
Gemaalinne: want die een goed ge-
tal misnoegde Graaven aan zyne belangen
verbonden hebbende, recht-
te geene mindere ( i ) wanorde en
geweldenaaryen, dan die Heydeniche
plonderaars, aan: ja befluytende te-
gen den Keyzer zynen Neef open-
lyk de wapenen op te vatten, zondt
hy eenige Gezanten (2) in ’t geheym
aan Godefrid, Hertog van het thans
genaamde Holland; dien bloedshalve
aanzettende om hem door des zelfs
byfland op den troon zyns overlee-
den Vaders te helpen, onder belofte,
Zoo dat hooge voorneeme gelukte,,
van dan aan zynen Zwager de helf-
te van het door hem veroverde
Lotteringiche ryk , in vergeldinge ,
te zullen afftaan. Dit was genoeg
om Godefrid zynen voorheen ge-
daanen eed (3) te doen vergeeten•
8Sy. Zulks hyinZomermaanddesjaarsacht-
honderdvyfentachtig eene zeer ongemeen
groote krygsmagt met dit 00g-
merk öp de grenzen zyns gebieds
längs den oever (4) des Ryns hadt
op de been gebragt, niet tegen-
ilaande hy zyne Gemaalin Gizela
nog in ’t voorgaande (5) jaaropden
Lariddag te Worms aan den Keyzer
haaren Neef gezonden hadt, om
e :
dien eensdeels van de , beftandige
trouwe haars Gemaals t’zynwaart te
verzekeren , andersdeels wegens den
door hem toegelaaten togt zyner on-
derhoorige Noordmannen naar ’t
Graafichap Hameland, ten beste dat
döenlyk waar te ontichuldigen. Dan
de Keyzer, ’t zy, hy in die verfchoo-
ning geen genoegen nam, ’t z y hy
haar (6) tot Pandsvrouwe, wegens
het gedrag van haaren Gemaal, voor
eerst wilde by zieh houden, heeft
haar niet, dannaaeen vry lang verbiyf
ten Hove, aan haaren Gemaal te rüg
gezonden.
Deeze wederkomst van Gizela
verhaastfe de uytvoering van den ont-
worpen aanflag van Godefrid. Dan
willende echter den K e y z e r , aan
wien hy nog onlangs door zyne Gemaalin
zoo plegtige betuyging wegens
de beftändigheyd zyner trouwe
hadt laaten doen, niet verraadlyks op
het Jyf vallen , Zonder daartoe ten
minfte eenige ichynreden te hebben,
zondt hy aan den zelven zynen on-
derhoorigen Graaf(7) Gerolfden11.,
Zoon yan Graaf Dirk den I I , die met
het bosch Wasda eertyds (8) begiftigd
en tegen de Noordmannen ftrydende
nevens nog e lf andere Graaven te
Ebbekftorf geiheuveld was, nevens
ze-
H l 1 & & 6 6 & fe && fe & fe-fei^r^
CO RtgW' Cbron. ad ann. 883. Tantaque rapina
& violencia ab his in regno fit, ut inter horum &
Nortmannorum malitiam nil differret, prater quod a
esdibus & incendiis abilinerent.
CO Ibidem, ad ann. 885. Hugo rebellare disponeos
contra Imperatorem legatos ad Godefridum
m Frifiam occulte dirigit, eo "quod illi esfet affini-
tate conjunttus, propter Sororem, qiiam in conju-
giura acceperat, horcaturque , ut in patriam mit-
te re t, auxiliorum validam manum undique con-
traheret, & cum omnibus viribus fibi opem ferret
, quatenus - regnum paternum evindicare armis
Christiano populo fe fèrvaturum esfe facramento firmavit,
posfet : & fi id ejus industria,' virtutisque fuffra-
g io , prospericatis effeftum obtineret¿ .medietatem
ipfius regni pro muñere pollicetur.
(3 ) Ibidem. His fuafionum promisfionibus Gode-
fndus veluti veneno infeftus, occafionis fomitem
inquirí t , qualiter ac fi juxta rationem a fidelicate
lmperatoris fe fubducere pravaleret.
CO dnnal. Fuld. ad ann. 885- Gotafrid Nordman-
nus,* qui Christianus effettus fidem Imperatori .&
fidem mentitus exercitum non modicum de
lua gente congregavic, & per alveum Rheni fluminis
ascendere ¿Se plurima loca fuse dicioni fubjugare
dispofuit, quod diim mediante menfe Maio facere
inihtuislet, &c.
C5} Ibidem ad arin. 884. Venit etiam illue filia HIu-
tharii a Gotafrido, cui tradita fuerat in matrimo-
mum, ad Imperatorem transmisfa.
( 6) Ibidem. Quam Imperator fecum aliquanto
retinuit tempore & ad maritum redire non per-
imfit. r
( p Regm. Cbron. ad ann. 885. His fiiafionum promisfionibus
Godefridus veluti veneno infedlus, occafionis
fomitem inquirit, qualiter ac fi juxta racio-
nem afidelitate lmperatoris fe fubducere pravaleret,
ftatimque Gerolphum & Gardolphum, Comités Fri-
fonum , legatos ad Caefarem dirigit.
(8) Zie bier voore I I . Deel fol. 99. mdsgadcrs ook
de geflacbtlyst fol. rg.
zekeren Gordolf, die mecle een by-
zo'nder Graaf in het thans genaamde
Holland was, onder verzekering van
zyne beicherming en eene ryke ver-
gelding, aan den zelven ( i) te zullen
bezorgen, zoo Gerolf het verzoek,
om ’t welke die was afgevaar-
digd, konde te wegebrengen.
Z y begaven zieh dan ten fpoedig-'
ile ten hove, en vertoonden by hun-
ne gehoorhebbing hoe hun Hertog
ten, boogße gepoelig en zieh ook zeer,
.verpßgt oordeelde, wegens de goedheyd
des Keyzers van hem met zoo welgeie-
gene landen te hebben befchonken ;■ te
meer: mids die ongemgen vis-vee-en
houtryk waaren ; doch dat zy gee-
nen ’wyn voortbragten, zynde dit eene
zaak aan welke dierhalve hun Hertog en
des zelfs Noordfche onderdaanen ten
hoogfte gebrek hadden. Zulks. zyn
Neef, aangemoedigd door de voorige wel-
daaden,. nu met des te rneer ver-trOuwen
van zynen-aangehuuwden Neef en Peter
verzogt van hem in : dat gebrek te
gemoet te, komen,. met hem Koblents,
Nlndernach (2 ) Zintzig enverfcheyden 'e
■andere daarrondom gelegene landen te
febenken ; mids die jaarlyks eene genoeg-
. zaame menigte wyns woorbragten. Dat
.zoo het deh Keyzer behaagde deeze bede
aan hunnen Hertog toe teftaan , hy
niet alleen in den zelven, maar alle des
zelfs Deenfche onderdaanen, de trouw ,
welke Godefrid by zyne aanflelling aan
den Keyzer beloofd hadt, altyd zouiö
& i 1 g g 1 1111 g 1 a s a a s g? q & W
( 1 ) R. Kolyn vs 322. r;
3 S«i0 30 ffen JUoreit aöe
(&i ’cm pahöen ödooft bccl gaöc -
föiitiöe i öe betraten.
C?) Regin. CbrQn. ad ann. 885. Mandatque, fivel-
l e t , cum ea , quam pollicicus fuerat, fidelicate per-
feveraret, finesque regni fibi commisfos ab incurfio-
ne propritB gentis defenderet, Confiuentem, Ander-
nacum, Sucicham & nonnullos alios fines obfequiis
imperialibus deditos, fibique largiretur propter vini
affluentiam, quse in his locis erat, eö quod terra,
,quam ex munificentia principis posfidendam perce-
pera t, minime vini ferax esfet.
I I . D e e l
de gewaar worden ; ja z e lf van des
Hertogen hulpe in het befchermen der
aan hem toevertrouwde grenslanden tegen
alle zyne vyanden, zonder z e lf de
andere Noordmannen uyt te zauderen
, altyd zoude verzekerd weezen.
De Keyzer op ’t hooren van dit
listig (3) verzoek, zwol van ipyt,
als wel bevroedende de voorgemel-
de landen door Godefrid alleen
geeyscht te zyn, om, zoo die aan
den zelven wierden afgeftaan, des
zelfs Barbaarichen landaardt tot in het
hart van Lotteringe gevoerd hebbende
, dan op de eerfte hem gunftig zynde
gelegenheyd. te loeren, zieh van -
het overige meester te maaken, o f,
zoo die aan den zelven geweygerd
(4 ) wierden, eenige ichynreden te
hebben, tot het aanvangen van den
reeds beilooten oorlog. Nogthans
ontveynzende zyne deswege op-
gevatte gramfehap, gaf hy den
Afgezanten (y) tot befcheyd , hoe
hun althans gedaan verzoek van vry
grool gewigt was., en hy dierhalve be-
flooten te hebben dat in ,zynen Raad te
brengen; dat hy, naa ’/ ingenome bej
ßuyt, eenen zyner Raadslieden aan zynen
N eef zou afzenden, om die zaak,
ten beste der wederzydfehe onderdaanen
te beßisßn. Dierhalve dat hy immid-
dels hunnen Hertog ten dierfle aanbeval
de trouw, Welke de ze/ve aan hem als
des zelfs Neef, Fontheffer en Feenheer
fchuldigwas, altyd vooroogente houden.
. Met
à a a B g]
(3 ) Ibidem. Quorum Catlida Machinamenta & fac-
tionum cqnfpiraciqnes cum perfenfisfet Imperator &C.
(4 ) Ibidem. Agebat autem hoc ea -animi intenpio-
n e , u t , fi petita fibi largirentur, fuos in visceribus
regni immiscere pos fe t, & varios eventus fpeculari ;
fi autem denegarencur, nihiiömfnus- ofienfus in fibi
prohibitis, quafi justitia. didlance, rationabilius de-
fiEvire posfet, rebellionisque caufam fuscipere.
Cs) Ibidem. Legatös i^tur responfo fospenfqs ab-
folvit, & ad Godefridum redire permifit: aslerens ,
per fuos misfos de omnibus legationum luarum cau-
lis ea responfa redditurum, qtue fibi & eidem Go-
defridò esfent convenientia, tantum ut iji ccepta fi-
delitate perfeveraret. • ; ;
Hh