gefchledde , om den gewoonlyken
tvvisc, aan alle Vorstlyke huyzen zoo
doodlyk, onder de Koninglyke Broe-
ders te voorkomen; zoo hadt immid-
dels deeze zoo gevaarlyke hofpest de
vier in Jütland bevelvoerende Köningen
tegen den anderen indiervoe-
ge verbitterd en gaande gemaakc,
dat twee der zelven zieh onderling
verbonden, om hunne twee andere
Broeders van het hen te beurt geval-
le ryksaandeel geweldiger hand te be-
rooven. Invoege men eerlang met
veel verbittering de wapenen weder-
zydsch aanfchoot, en de zieh thans
in Vriesland onthoudende Heriold(i)
van den Keyzer bevel kreeg, om by
zoo gunftig een g e ty , ook zyn kroon-
recht aldaar te doen gelden. Des
begaf zieh Heriold met ’s Keyzers
icheepen, en veele Abodritilche ben-
den naar Jütland en voegde zieh (2)
iiraks by die twee van de vier in oor-
log zynde Broederen , welken hem
wilden belooven, van, naa ’t uyt-
jaagen der twee anderen, het ryk
met hem te zullen deelen. Invoege
de Keyzer door zyne naar Deene-
marke gezondene Gezanten aan die
twee met Heriold in verbond getree-
dene Prinfen (3) den voorheen ver-
zogten vreede toeilondt. En zeker-
lyk de aldaar uyt Vriesland aangelan-
deKoning, onaangeziea veelen deel
ä S 8 S I 1 1 S 8 2 S S 8 i s g a g g s a s s <
0 ) Adelmi Annoi, ad ann. 819. Harioldus
quoque, jusfu Imperatoris ad naves fuas per Abo-
dritos reduttus in pacriam, quafì regnum ibi accep-
turus navigavit.
CO Ibidem. Cui fé duo filiis Godefridi 1 quafi una
curri eo regnum habituri, iociasie dicuntur.
CO. Annal. Fuld. ad ann. 817. Et misfa trans mare
legatione cum filiis Godofridi àmicitias junxit.
CO Adelmi Annal. ad ann. 819. Sed hoc dolo
fattura putatur.
C5) Ibidem. Aliis duobus patria expulfis.
(6 ) Ibidem ad ann. 821. Harioldus a filiis Gode-
fridi in Societàtem regni receptus.
C7) Annoi. Fuld. ad ann. 818. Irmingardis regina
V. nonas Ottòbris decesfit.
'..'CO Ibidem, ad ann. 819- Imperator, infpettis plc-
risque nobilium filiabus, Judith filiam Huelpi Comi-
Ijs duxit uxorem. F
Tbeganus de Cestii Lud. P ii cap. 26. Sequenti vero
zeaan hem gedaanebclöften maar (4)
met list, en des om de zelven nooit
naa te komen, gedaan achtten,ipande
echter in ’t voortzetten des krygs alle
zyne krachten in, en hadt des het ge-
luk, naa twee jaaren oorloogens, van
de twee tegen (y) hem in de wapenen
zynde Vorsten uyt het ryk te
jaagen ,en dat gevqlglyk met de twee
anderen, die met hem in verbond
getreeden waaren , volgens de
voorheen aan hem gedaane belofte,
onderling (6 ) te verdeelen.
De K eyzer hadt wel het genoegen 818-
van deeze heritelling van Heriold te ------
verftaan, dan in het volgende jaar het
ongeluk van Zyne Gemaalin H«r-
'• mingard den vyfden (7 ) van Wyn-
maand te verliezen, invoege hyzich
het jaar daarnaa met J udith (8 ) Doch-
ter van W e lf Hertog van Beijere voor 819.
de tweedemaal in huuwelyk begaf, -----
doch met een tegen Bloeimaand des
jaars achthonderdeenentwintig eenen g 2r.
grooten (9 ) Landdag, ter gerust-------
Hellinge van zyne Zoonen uyt zyn
eerite huuwelyk, te Nieumeege be-
ichreef: mids die het ryk met de uy t-
terile gevolgen dreygden, by aldien
hun Vader, by ’t vrugtbaar zyn van dit
tweede,t’eenigen tyd van zin wierdt
om in de reeds gedaane ryksverdee-
ling t’hunnen naadeel eenige veran-
dering te maaken. Zulks Keyzer
Loanno
accepit filiam. Welfi D u c is , qui erat de nobi-
lisfima ilitpe Bavarorum, & nomen virginis Judith,
quæ erat ex parte matris nobilisfimi generis Saxoni-
c i , eamque reginam conilituit.
C9) Adelm. Annal. ad ann. 821. Iterumque con-
vebtus menfe Maj'o Novicumagi habendus condic-
tus e s t, comités, qui illue venirent deputati. Eo
anno Dominus Imperator post festi Paschalis ex-
pletionem per Mofam navigavit ibique conilltu-
tam annis ìuperioribus, atque confcriptam inter ii-
lios fuos regni partitionem recenfuit ac j'uramentis
optimatum , qui tunc adesfe poterant confirmavit.
Annal. Berlin, ad ann. 821. Iterumque conventus,.,
menfe Majo Noviomagi habendus condi&us e s t; &c.
Annal. Fuld. ad ann. 821. Hludouvicus Imperator
Noviomagi divifionem regni fc c it inter filios fuos.
Sigebert. Gembl. Cbron. ad ann. 821. Ludovicus
Imperator partitionem regni,inter filios fuosfattaiji,
confirmât facramentis optimatum fiioruna.
Lodewykteicheep längs de Maas der-
waart, tydig afzakte, by ’t openen van
den zelven aan alle de aldaar verlcheene
Bisichoppen, Hertogen en Graaven
de hiervoor door hem gemaakte ryks-
verdeeling op nieuws yoordroeg, en
der zelver naakominffe door hen al- v. * O
len hoofd voor hoofd , onder plegti-
ge eedzweeringe, deedt belooven.
Keyzer Lodewyk in het daaraan-
volgende jaar eenen diergelyken landdag
te Frankfort houdende, heeft de
in.zynryk aangelande Gezanten zoo
van Koning: Heriold als der ( i ) twee
andere" aldaar thans op den troon
zynde Zoonen van Godefrid in zynp
tegenwoordigheyd Haande die ryks-
vergadering toegelaaten, midsgaders
deklachten, die de eene Koning tegen
den anderen inbragt, met opmerkin-
ge gehoord, en der zelver Gezanten
voor het icheyden van dien Landdag,
in ’t gezellchap van Ebbo (2) Aarts-
bisichop van Ryms als Pauslyken
Afgezant, naar hun land te rugge-
Zonden; om het Christengeloof in
die verafgelege Noordlche gewesten,
onder de beicherming van .Heriold,
Zo o aan hem als aan des zelfs
nog Heydensch zynde onderdaanen
te preeken. Dan Heriold iwaanende,
u a t tiu » u u i i i t u i iiacu A 1 al liviu
afgevaardigde Gezanten den Keyzer
zyne belangen niet krachtig ge-
noeg hadden voorgedraagen, o f wel
dat hy dat zelf met meerder naadruks
meende te können doen, verlcheen
dierhalve peribonlyk in ’t jaar acht-
honderddrieentwintig op den be-
ichreeven landdag te Compiegne om
hulp (,3) tegen de twee Zoonen
van Godefrid by den Franichen Vorst
te verzoeken • mids die , tegen de
voorheen gemaakte ryksverdeeling,
hem dreygden andermaal van den
Jutlandfchen troon te ftooten.
De Keyzer , wien in dit jaar een
zoon, Karel de Kaale (4) naamaals
gebynaamd, uyt dit zyn (y) twee-
de huuwelyk op het hof te Frankfort
gebooren wierdt, ontfong den aan
zyn hof vericheenen Heriold met de
uyterile tekenen van hoogachtinge,
dan nam die gelegenheyd waar , om
hem het z y zelf, het zy door anderen
op het naadruklykst aan te maanen,
van (6 ) zieh tot het waare Christelyke
geloof te hegeeven, als zynde dat het
weezenlykfie en wisfte middel, door het
welke by en van de thans door hem
verzogte hulpe des Keyzers en van alle
des zelfs Christcne onderdaanen konde
ver-
CO Adelmi Annal. ad ann. 822. Ipfé vero perafta
autumnali venatióne1, trans Rhenum, ad hyemandum
in loco qui Franconofurd appellatur, profeftus e s t,
ibique generali conventu congregato, neeesfaria
quajqtfe ad utilitatem orientalium patrium regni fui
pertinentia, more folenni cum optimatibus, quos
ad hoc evocare j'usferat, trattare curavit. In quo
conventu omnium orientalium Sclavórum , id est
Abodritorum , Soraborum, Vultzorum, Bohemio-
rum , Moramorum, Prsedenescentorum, & in Pan-
nonia refidentium Avarum, legationes cum muneri-
bis ad fe direttas audivit. Fuerunt in eodem conventu
& legationes de Normannia, tam de parte
Herioldi, quam filiorum Godefridi. Quibus omnibus
auditis ac dimisfis, &c.
C2) Erm. Nigell. de rebus Lud. Pii Lib. I V . vfu 12.
Nort- quoque Francisco dicuntur nomine marni,
Ve lo ce s , agiles, armigerique nimis.
Ipfe quidem populus late pernotus habetur I
Lintre dapes quasrit, incolitatque mare.
Pulcher adest facie , vultuque ftatuque decorus,
_Unde genus Francis adfore fama refert. .
Vittus amore D e i , generisque mifertus aviti,
Temptat & hos Casfar Iùcrificare Deo. .
I L Deel.
Indoluitque diu, nullo monitante, périsfe
T o t getnis poputos, totque greges Domini.
Concilio accepto quamt, quem mitteret illuc
Quserere lucra Dei perdita tanta diu.
Mitdtur ad hoc opus Remenfis Episcopus E b o ,
Quo faciente, queant credere nempe Deo. .
C3) Adelmi Annal. ad ann. 823. Venerat & Harioldus
de Normannia, auxilium petens contra filios
Godefridi, qui eum patria pellere minabantur :
C4) Annal. Metenf. ad ann. 869. CarolusC a l v u s
comperiens certa relatione Lotharium regem obisfe
mox regnum illius occupare nititur.’
Ct) Hugon. Flaviacenf. Cbron. ad ann. 823. Anno
ipfius Ludovici otta vo , ab incarnatione Domini
D C C C X X I I I , natus est ei filius Carolus in Fran- •
conofurt palatio novo.
C6) Vita Anfcbarii cap. 3. Qui C Herioldus} fere-
nisfimum adiit Imperatorem Ludovicum, postulans,
ut ej'us auxilio uti mereretur . . . . qui eum fecutn.
detentum tam ipfe quam per alios ad fùscipiendara
Christianitatem cohortatus, quo feilieet inter eos ita
major familiaritas esfe posfet, populisque Christianis
ipfi ac fuis promptiori voluntate in adjutorium
fic veniret, fi uterque unum colerec Deum.