van zöer geringe!: erväarenheyd. en
dapperheyd, en' des ook tot' zoo
hooge bediening geheel onbequaam
was. Zyn Schoonbroeder Wigman,
aan den anderen kant des te loo-
zer , onderhieldt met den Zelven,
onaangezien deeze onbequaamheyd,
de zelfde vriendichap, welke hy
voorheen met den Vader gehouden
hadt. Niet zoo zeer uyt hoogach-
tinge voor des zelfs perioon dan
wel om den zelven op die wyze
aan zieh ten naauwile verknocht
en dus weer genoegzaam op des
zelfs naam zoo hoog gezag in han-
den te hebben. En dewyl hy niemand
dan zyner zustere Gemaal Baldrik
in ilaat oordeelde om dit zyn
voorneemen te dwarsboomen , be-
iloot hy, op den raad: zyner over den
Ryn woonende aanhangeren, eene
ilerkte op de Maas ,te bouwenyzoo
om zieh aldus met den tyd van dat
hoog gezag meester te imaaken, als
om zynen Zwager Baldrik , wiens
Gemaalin Ädela met den tegen-
woordigen ( i ) Dirk , Graaf van
Holland in den vyfden graad, ver-
maagfchapt was, zoo zy zieh daar-
tegen kantte, te gemaklyker te können
bedwingen.
Eene hoogte, omringd (2) door
& o o a a a o a a ct
f 1) Zie de bier voor ingelaste Gejlacbttafelen van bet,Ha-
jnelandfebeen HollandJcbe^Hitys, I I . Deelfol. 1 18fin 17,8.
(2 ) Alpert. de diverf. temp. Lib. I I . cap. 2. Est
íiagnum palustré a mofa ilumine duobus pasfibus
distans, infra quod erat ,collis exiguus ,. difficilis
aditu, nam nifi nava propter aldtudinem ftagni, &
impeditionem paludis nequáquam adiri poterat, ilu-
,denti novis rebus castellum efficiendum promicte-
bat. Hune locum per amicos. cognitum advettis
navibus adiit Wicmannus. Quo explorato extem-
plo coegit magnam multi cudinem armatorum & rus-
ticis undique evocatis, & fosfa in circuitu; fatta
editiorem admodum f e c i t ; quern vallo qire.umde-
d it, & turribus excitatis munitionem fatis firmam
perfecit: Dein finidmis non fine arrogantia imperare
, ut commeatus ad oppidum apportarent. Cus-
todes ipfos, qui ei confilium dederant, munition!
apponit. Quern locum in reliquum tempus ad obti-
nendam prsefetturam & Baldericum, fi- quid conare-
;tu r , facilius reprimendum, fatis idoneum existimabat.
(3 ) Ibidem. Qua re audita Baldericus vehementer
eene wyde moeras 3 gelegen niet
wyd van de Maas, en dus alleen te
icheep te nadéren , wierdt dan *tot
dat eynde uytgekoozen, en des, met
dat inzigt, en de noodige gewapen-
de manichap, derwaart te icheep zyn-
de getoogen, de aldus in bezit genome
hoogte, door de in der yl: opont-
boodene! huyslieden, ten ipoedigite
met wallen, gragten en toOrnen ge-
ilerkt. Voorts hebbende <ieeze
nieuwe ilerkte met de verpyschte bezetting,
die weer met de noodige
wapenen voorzien, beilondt Wig-?
man ilraks over het omgelege land
als te heerichen ,ja dwong de,rondom
woonende huysluyden het noodige
onderhoud voor de aldaar in bezet-
ting leggende manichap te bezorgen.
■ ' I - I H
Dit Zoo ilout beilaan (3) trof
zynen Zwager Baldriki, mids.dié aan
deeze zyde des Ryns Wigman. zeer
ver in Rykdom van goederen en
manichap overtrof, en des hem in
gebied aldaar, geenszins boven hem
(4) wildèlyden, als een donderilag
in ’t oor. Dierhalve door veelvuldi-
ge in de yl afgevaardigde renbooden
zyne vrienden en aanhangeren hebbende,
byeengeroepen, ilelde hy hen
dit ongehoordbejiaah van Jd^igman en
bet
§&& 0:0 o g* & fe g-cs-1 && g a a o a é gHOfl
perterrebatur | fuisque fortunis difficillimam credi-
d it , & nifi his adverlkatibus fumma cura non pro-
fpiceret, maximum fuas dignitatis honorem fe amisy
furum non dubitabat. Itaque convocatis cljentibus
fuis , .quorum, magnum numerum habebat, & legacis '
circumquaque misfis, Lantbertum,, cuj.us fupra menti
one rri fecimus & Gerhardum, cujus fingulari ami-
citia ufus e s t , & cteteros amicos in unum co e g it,
ipfisque priefentibus, quidnam. contra fe pararetur ,
éxponit;; illi, caufa cognita fefe in earn partem fu-
turos , quam ille conftituisfet,. dixerunt :, quibus
cum magnifice gratias egisfec, ipfis hort^ntibiis at- .
que cupientibus ad munitionem, accesfit ea.mque,
in quantum fitus paludis permifit, obfedit.
(4) Ibidem , cap.. i . , Se'd, res, ilia conatui Wic-
manni pbftabat, quod eandem copiam agrorum in
Gallia, quam Baldericus , non habuerat, quamvis
& ipfe latos-fines in Germania tèneret, & nihil,
quam quod cum uxore acceperat, cis Rh'enum ha-
beret ; quod tamen alterifis ; copiis tequari pon poterat.
het hem daartfyt te duchten gevaar Zoo
wel voor oogen: dat niet alleen Lambert
Graaf'van Loven en Gérard
Graaf van Maasland, maar ook alle
zyne andere derwaart ontboodene
gunitelingen hem van hunne bulpe
en verzagten byßänd, tot bet winnen
der nieuw geftiebteßerkte verzekerden.
Des zag zieh de in de zelve leggende
bezetting door Baldrik; en zyne aanhangeren
, voor zoo ver (1) ,het de
gronds geftaltetoeliet, eerlangwel be-
rend doch echter weynig bekommerd;
mids het omgelege moeras door z y ne
wydte den aanvechteren verhin-
derde hunne pylen met' vrugt te los-
ien. Zulks die, zieh achter haare
opgeworpe bostweeringen flechts in
rust houdende, de uy tkomst dier on-
derneeminge icheen te-willen afwach-
ten. Wel is waar, dat de benden van
Baldrik , om de belegerden naar ver-
eysch te können naderen, ledert eene
brug over het anders, ontoeganglyk
zynde moeras begonden te maaken:
dan als de belegeraars in het toeftellen
van dat gevaarte nu eene wyl tyds al
hun vernuft en vermoogen te kost ge-
legd hadden, bemerkten die eyndelyk
dat ook dit voorneemen, om de groote
diepte des waters, onmoogelyk te vol-
voeren was, en llaakten des eerlang
dien aangevangen arbeid. De Belegeraars
daarom ledert hebbende (2) ee-
nige vragtlcheepen aaneengekoppeld,
midsgaders' op de zelven de noodige
llormgevaarten gedieht en die door de
voor de zelven gelpänne jukbeest en in
het moeras en tegen de ilerkte laaten
voeren 3 ontzonk dien van binnen
mids zy nu gebrek aan eetwaaren be-
gonden te krygen , eyndelyk de
moed: te meer, dewyl zy geen ont-
zet voorhanden zagen. Dierhalve ,
hoopende thans nog gunlliger by ’t
overgeeven dier aanbetrouwde ilerkte,
dan näamaals, als z y overwon-
non waaren , te : zullen gehandeld
worden, zonden zy eenige gemag-
tigden aan Baldrik : die hen eenen
vryen uyttogt vergunde onder voor-
waarde echter, dat zy -de voorheen
geilichte ilerkte zelfs weer zouden
in den brand ileeken en verwoesten.
Dit gelchiedde, en begafzich deuyt-
getooge bezetting by Wigman: welke
(3), ziendezich tegen dit zamenge-
trokke leger riiet beilandig, itaande
het voorige beleg zieh in ’t geheym
reeds over den Ryn begeeven en aldaar
zeker Hot,- ’t gene lyiunne ge-
naamd en op eenen ilylen berg gelegen
was, Zoodaanig weer met wallen
en toornen, om zieh tegen Baldrik
te handhaaven , immiddels geilerkt
hadt, dat het, mids zynemoeijelyke
gronds-
, ( 1 ) Alpert. de diverf. temp. Lib. 11. cap. 2. Nam
natura loci totum circumvallare | finh ftagni la-
tius porredto non . finebat. | Oppidani vero certi j
quod telum in tanto fpatio ad fe. adigi neque remitti
posfét, vallo tuto feie continebant & eventum rei
expeàabant. A t hostes experti , quod in nullis
Pmninò locis vado tranfire posfent, pontem fa-
cere inftituunt. Sed cum diu in hoc opere infister
ren t, &. effeftum nullum labor operantium^ prop-
ter immenfitatem aquie dare poterat, incepto de-
ftituerunt. . . : . -. ^
(2). Ibidem. Denique addudlis onerariis navibus ,
adjungunc, animalia & in ftagnum trahere parant,
ut fuper naves machinis exftruftis. ad munitionem
adpropinquarent, & pugnam committerent. Cum-
que complures dies in his operibus verfarentur, ill
i , qui intra oppidum erant:, defperantes ne Pbfes-
iione a fuo Domino liberarentur, & timentes ne
vifti inclementius tenerentùr, jamque illis viftus
deficere coépisfet, legatos de deditione ad Baldri-
cum, miferunt. Cognitis eorum postulatis, ut munitionem
ipfam, quam fecerant, fuis manibus, ipii
incendèrent atque deftruerent jusfit. Q iiod , ut factum
e s t , illæfos cum fuis omnibus abire permifit.
(3 ) Ibidem. His rebus confettis cum vires hos-
tium Wicmannus fustinere diffideret, Rhenum clam
tranfiens Munnam Castellum àggere & turribus edi-
tius extufit. E t quia fupra montem erat pofitum,
tam facile illud munivit, ut nifi obfidione expugnan
non potùerit. Hostes vero vicòs & vicina loca
crebris incurfiónibus, né castellanis ufui forent, ra-
,pinis & plerumque cæde vastarunt. Adjuvabat etiam
res Baldrici, quod adhuc grada Imperatoris multa
utebatur , & Colonienfis Sacerdods, & Domini
Adelboldi Episcopi, qui celebri fama omnium nos-
træ ætatis fapientisfimus, & Latiali lingua longe
facundisfimus & maximi vir ingenii est habitus,
auxilia fibi adfeivit.,