twee vöorgemelde bevelhebberen ,
zoo längs den eenen als den anderen
oever van dien ftroom in goede orde
en onder de wapenen volgden. In-
voege ftaande die aftogt verfcheyde-
ne ligte ichermutlelingen, in welken
Zoo van de eene als andere zyde al
eenigen gequest,ja Zelfgedood wier-
den , zoonu zoodan voorvielen: mids
de Noordmannen, onaangezien den
tegenftand dien de hen tegen geruk-
te landzaaten, om dat te beletten,
deeden, alle de längs dien ftroom ( i)
gelegene gehuchten, zoo veel maar
in hun vermoogen was, aan ’ t vuur
ten beste gaven , ja eyndelyk
des morgens omtrent negen uuren
allen uyt hunne Icheepen wederom
te land iprongen, zich in bequaame
flagorde ichaarden, en aldus de hen
naavolgende menigte, op eene vry
ftoute w y z e , als ten ftryd uyttartten.
Dan die hieldt zich, op ’t ontfange
bevel dier twee gebiedvoerende
Graaven, in haare betrokke ftand-
plaatfen , zoo om dat de meesten tot
dien togt in der haast geprest waaren,
als ook om dat veelen, zoo door de
voorgemelde ongemeene dierte van
eetwaaren, en de: ledert daarop ge-
volgde fterfte des voorgaanden jaars,
zieh nog vry uytgeput van krachten
en zieklyk van lighaamen bevonden.
De Noordmannen (2 ) ziende dier-
halve niemand , tegen hunne ver-
wagting, ten ftryd komen, en achtende
aldus genoegzaame blyken vari
hunne onverlchrokte dapperheyd ge-
geeven te hebben, begaven zich dan
andermaal weer te icheep, en met
de zelven en den bekomen buyt,
Zonder eenig merkelyk verlies by ’t
doen van dien invai geleeden te hebben,
naar hunne overzeelche landen
te rüg; hoewèl met een voorngemen
om dien aldus welgelukten togt in
’t volgende jaar met meer naadruks,
te hervatten.
En zekerlyk! men zag als dan (3)
wederom eene niet min ontzaglyke
Noordlche vloot, want z y beftondt
uyt negentig lange icheepen, de
Lek opzeylen, doch ook met een,
op ’t eerfte gerucht van deezen hervatten
invai, ftraks eene ongeloofly-
ke menigte der inwoonders, zoo te
voetalste paard, niet alleen de we-
derzydiche oevers ,maar met de voor
de hand zynde ichuyten en icheepen
, hoewel niet zeer groot in ge-
tal, dien ftroom ze lf bezetten. In-'
voege de vyandlyke voorhoede,
over deeze onverwachte toebereyd-
felen, om haar afte keeren, verzet,
in ’t midden van den ftroom haare
ankers liet vallen , om de overige
achternaavolgende fcheepen in te
wachten.
Op die wyze de (4) geheele Noordlche
vloot zieh byeen gevoegd heb-
bende, zoo bevroedden echter haare
bevelhebbers w e l, dat aldaar, in
weerf
i ) Alp. de diverf. temp. Lib. í . cap. 8.' Vicis vèto
jujeta littus, quos adire. poterant, exustis, nona
hora diei omnes de navibus defilierunt, aciem con-
fertisfimam inftruxerunt, nostrisque potestatem pug-
nandi praebiierunt. At nostri loco fe continuérunt,
& quia plurimi ex agris coatti convenerant, cum bis
ad ufum belli imperitis & fuperioris anni propter
fterilitatem inopia familiaris rei vexatis, praelium
committere non audebant.
(2 ) Ibidem. Ubi Barbari neminem ad pugnam
procedere confpicerent, fatis ad oscentationem fuse
audacias fattum existimantes , ad naves fe recipiunt,
& nullo prohibente regresfi fuht. '
C3) Ibidem, cap. 9. Sequenti anno iterum quidam
pyratarum, cum nonagiiita longis navibus per flu-
men Laicamveniebant. Nostri extemplo cöacla magna
multitudine equitum & peditum & paucarum na-
vium per ripam inftrutti armis adventum hostium
expeftabant. A t primi Barbarorum vifa tanta multitudine
perterrebantur & in medio fluminis alveo an-
choris naves ftatuentes reliquos expeftare disponurit.
1 (4 ) Ibidem. Postquam in unum conveniebarit, &
fententiis inter eos Collatis, invitis nostris tran-
fire diffidebant, legatos ad eos miferant, ut ipfos
per fines eorum transportari paterentur fibi esfe in
animo. Sine injuria & maleficio ire velie & ut id
eorum pace & licentia licerec precari, & impetrata
eo die pace ufi funt. '
weerwil der in de wapenen gerukte
landzaaten, niet voordeeligs te verrichten
was, en zonden dierhalve,
naa eenen gehouden krygsraad, ee-
nige afgevaardigden met verzoek aan
de zelven van hen onverhinderd längs
dien oord, den aangevangen togt te laa-
ten acbtervolgen ;■ dewyl zy niet euvels
tegen h^i in den zin hadden. Dit
wierdt- toegeftaan en des het overige
van dien dag in volle rust weder-
zydsch geileeten: dan als de Noord-
iche vloot den volgenden vandaar
gezeyld, en door der zelver voorhoede
reeds de Ryn bereykt was,
zyn eenige hen te icheep naagevolgr •
de landzaaten, onder ’ t ¡maaken van
een groot ( i ) geichreeuw , met
hunne weynige gewapende fcheepen
op de niet euvels waanende achter-
hoede der Barbaaren aangevallen.
Zulks de andere reeds vooruytge-
zeylde icheepen der Noordmannen,
mids de daardoor alom opgaande
wapenkreet, van deezen onverwach-
ten aanval der landzaaten verwittigd,
aanftonds de ftevens wendden, en
ten onderftand hunner aangegreepe
achterhoede niet alleen te rüg keer-
den, maar zelf den eenen oever,
om de onzen van het verder aanval-
Ien af te fchrikken , nog voor het
vallen van den avond, bezetteden.
Staande de opvolgende nacht alle
de hen te land naagevolgde inwoonders
over dien | ftroom geraakt, en
daardoor onder de op anker leggende
f i ) Alpert. de diverf. temp. Lib. I. cap. 9. Sequen*
ti die cum dasfem, movisfent, jamque primi Hrenum
esfeht ingresfi nostri cum paucis navibus. clamore
magno novisfimos adhorci bello lacesfere ccEpe-
riint. Quo clamore ab aíiis audito, celeriter occur-
runt & armatis circa littus dispoíitis üostros ne ad-
propinquare auderent, perterrenc.
f 2) ìbidem. Intermisío ñoñis fpatio & omnibus
nostris ilumine transportatis & diluculq ad nostros,
qui in navibusv erant, faifa fama pervenisfet, equites
cum hostibus magno certamine conflixisfe, jamque
quásdam naves direptas‘es fé, niíiil rcliqiii ad celeritàfcheepen
een valsch (2) gerucht ver-
ipreyd zynde, hoe door der zelverruy-
tery reeds een ßreng gevecht- met den
vyand gedaan , ja zelfs een goed ge-
deelte van des zelfs vloot vermeid wasj
wilde ieder de eerfte z y n , om op het
gewaande overichot aan te vallen.
Des alles met een ichrildyk geichreeuw
en beroerenis vervullende,
wenden zy , hoewel zonder bevelhebbers
en de minfte krygsorde, het
vervolgens naar den vyand ; dan
waaren ftraks niet weynig verfteld
Zoo dra zy den zelven met onver-
minderde krachten, en in bequaame
flagorde op hen zagen afkomen,
Dierhalve hunne icheepen verlaaten-
de ftelde zieh ieder met geene mindere
blooheyd, dan hy te voore den
vyand reukeloos was tegengetrok-
ken, thans alom op de vlugt: zulks
de hen naazettende Noordmannen
alles, wat z y van de vlugtelingen
achterhaalen kondeu , by zoo ver-
warde hertred in koelen bloede van ’t
leeven beroofden.
Het gerucht van deeze ontfange
nederlaage zieh wyd en zyd, en des
ook eerlang tot in de Bisichoplyke
j ftad ( 3 ) Uytrecht, en dat zelf, ge.-
lyk gemeenlyk gaat, boven de waar-
heyd veripreyd hebbende, yervaarT
digde zich ftraks ieder zoo in die
ftad als haar flot niet alleen tot het
doen van eenen wakkeren weerftand,
maar deedt men zelf alle de buyten
die ftad en aan den mond der haven
ftaantem
fibi fecerünt, tumultu & Clamore omnia corijplerï-
tes , nujlo ducè, nullo certo ordine , tic qufqùe fibi
celcriores videbantur hostibus, a]3propinquabanti
Quibusvifis iii unum hostes conglobati occufrerunt i
ac nostri qui in navibus erant, ut viderunc Nordman-
nos integtìs viribus öccurrisfe, reliftis nävibus præ-
fcipitesfefugædederunt, quos hostès confettati tot in
ea fuga peremerunt, quoc curfu confequi potuej-unt.
• 6 ) Ibidemi cap: io: Trajettenfes •' dè : adventu
Barbarorum certiores f a t t i, ne hostibus commodi
aut ufui ad obfidionem castelli fo re t, portum oip?
pem ipfi incenderunc. ;