Jin Machteld geteeld hadt, tot, vrou-
we gaf En het is op deeze w y z e ,
dat 00k dat gedeelte, ’t gene aan
Koning Karel by den vreede van
Bon gelaaten was, en bygevolge
00k het thans genaamde Holland,
Zeeland en Uytrecht van de Fran-
iche kroone voor eeuwig is afge-
icheurd en iedert aan het Duytiche
ryk verknocht gebleeven. Naau-
lyks hadt Henrik het thans genaamde
Holland,-Zeeland en andere Lotte-
ringiche gewesten op deeze wyze
onder zyne heerfchappy gebragt, o f
die icheenen, door den ondernoo-
men invai der woeste Hungaaren,
met geen kleyn onheyl gedreygd te
worden, ter oorzaake deeze Barbaar-
fche volken, Welken nu in verichey-
dene ( 1 ) jaaren, iedert de dood van
Keyzer Arnold, zeer groote verwoes-
tingen in ’t Duytiche ryk , en dat
.zelf (2) tot op de grenzen van Lotteringe,
itaande hunne ondernomene
invallen,ftrafloos gepleegd hadden,
924. in ’t jaar negenhonderdvierentwintig
dien met nog grooter naadruk dan
ooit voorheen beftonden te hervat-
ten, ja ze lf het beleg voor Augsburg
te flaan; doch ’ t gene z y , ziende
den ongemeenen tegenftand, dien de
belegerden op de aanmaaninge van
den Bisichpp (3) Vodalrik tegen
hunne verwachting deeden, eynde-
lyk weder opbraken. Sedert zieh in
vericheydene hoopen verdeeld heb-
bende, veripreydden zy zieh wyden
zyd, tot lesiing van hunne onver-
zaadlyke roofdorst, door geheel
Duytschland. Dus begaf zieh een
gedeelte naar den kant der Abtdye
yan SintGal, alwaar zekere godge-
wyde Maagd Wiborada , welke ,
zieh iedert (4 ) negen jaaren aldaar
hadt.-opgeflooten, mids zy beftandig
by haar geloof bleef, door eenen
dier ingevalleBarbaaren van ’t leeven
(5) beroofd wierdt, Op de zelfde
wys was een ander gedeelte te
Worms (6) over den Ryn.getoo-
gen, en niet alleen tot in het thans
genaamde Westfaale en Gelderland,
maar ze lf tot op den boord der ( 7 )
Noordzee in Vriesland doorgedron-
gen; invoegedoor hen, ftaande diein-
val geene mindere verwoestingen, dan
doordeNoordmannenvoorheen, zoo
aldaar als in de andere rondom gelegene
landen zyn aangerecht. En van welke
hunne in dien tyd betrokke leger-
iledentot denhuydigendagtoe, nog
twee beichanfingen, te weeten, de
eerite tusichen Wageninge en Arnhem
, aan den noordoever des Ryns,-
92 f.
EDO
( 1 ) Continuai. Regin. ad ann. 908. Hungari iterum
términos transgresii Saxoniam & Thuringiam vasta-
vérimt.
Ibidem ad ann. 909. Hungari Álemániam ingresfi
funt.
Ibidem ad ann. 912. Hungari iterum nullo refistente
Franciam & Thuringiaiù vastaveruat.
Ibidem ad ann. 915. Hungari totam Alemaniam
igne & gladio vastaverunt, fed Thuringiam & Saxoniam
pervaferunt, & usque ad Fuldam monaste-
rium pervénerunt.
(2 ) Ibidem ad ann. 917. Hungari per Alemaniam
in Alfatiam & usqùe ad fines Lotharienfis regni per-
venerunt.
(3 ) Ekkebardus Junior de cafib. monast. S. Galli
cap. 5. Uogari auditis tempestatibus regni, Noricos
abridi idvadunt & vastant, Augustaque diu obfesfa
precibus Vodalrici Episcopi repulfi, Alemànniam nerbine
'refistente, t u r m a t im pervadunt.
(4 ) Herman. Contrafi;. Cbron. ad ann. 91(5. Wiborada
inclufa est.
( 5 ) Ibidem ad ann. 925. Ungaris item Alemanni am
vastantibus & ad coenobium S. Galli venientibus, W iborada
virgo inclufa a quodam eorum perempta
martyrio coronatur. Rachildisque contedalis ejus
illaefa divinitus confervata est.
(6 ) And. Silvii Hifi. Franco. Meroving. pag. 761.
Hungari per Auftrafiam & Alemaniam, multis civi-
tatibus igni & gladio confumptis, Wormatiie Rheno
t r a n f i t o , & fic usque ad O c e a n u m Gallias
vastant.
( 7 ) Cbron. de Germ. Lib. X I I . fol. 718. Quacau-
faUngari Germapiam usqus a d F r i s i am depo-
pulati funt..
ende andere in het ( i ) midden der
Veluwe omtrent de Utlermeer, worden
- gevonden en welke beyden,
mids zy door deeze in ’t land geval-
le Hunnen (2) o f Hungaaren in dien
tyd zyn opgeworpen, daarom alsnog
onder den naam van Hunnefchanfen
by den inwoonderen bekend z y n ,
even gelyk in Saxenland nog zeker
ilroom ( 3 ) H u n n e S t r e n c t e ,
wegens de aldaar voorgevalle door-
waading dier volker, genaamd is.
Koning Henrik; om aan de dus
yer doorgedrongene -vyanden, zoo
veel in zyn vermoogen wa s, het
hoofd-.te .Sieden , begaf zieh dier-
halve naar Westfaale en deedt alle
de Graaven, zoo van. dat gewest
als de naastgelegefie landen, ne-
vens hunne onderhoorige vazalen,
ter beicherminge-van het aldus ver-
woest wordende land, ten ipoedigile
in ’t veld rukken; en het is by deeze
gclegenheyd dat, men dopr eenen
Schryver(4),gemeld vindt hoede te-
genwoordige Hollandiche Graaf Dirk,
onder -t beleyd van den Hertög van
Zwaben en aan ’t hoofd van de onder
zyn gebied ftaande volken, zieh
mede tegen deeze ingevalle Heyde-
nen in optogt begaf
Op deeze wyze een magtig heir
'zynde byeen gekreegen, trok Henrik •
met het zelve - by (5) Werle, zynde
eene plaats van Westfaale, de dus
alles te vuur en te zwaard verwoes-
tende Hungaaren over de We-
jzer tegen. En hoewel hy, om de
ongeoeffendheyd zyner in der yl op-
ontboodene volken, zieh met deeze
fteeds als in den kryg . leevende Bar-
baaren in geen volle, gevecht durfde
inlaaten, zoo hadden echter eenigen
zyner üytgefchiktebenden het geluk,
van eenen der voornaamfte Hungaa-
riiehe Prinien gevangen te ( 6 ) kry-
gen.; ^voor. wiens verlqsiing zyne
volken zeer groote febapen zoo in goud
aló zilver aánbooden : dan-die gewey-
gerd en integendeel het maakenvan ee-
neh vreede verzogt zynde , wierdt in
’t jaar negenhonderdzesentwintig (7)
een ñilftahd van wapenen ,, en dat ¿ 1
- Zélf, zonder het -betäalen der voorheen
alingewilligdejaariykiche ichafc-
tingen, voor den tyd van negen jaaren
getroffen.
Staande dit aangegaane heil and,
Ipan-
CO ? • V-. Pontan. Hifi. Gek. Lib. V . f i l .ß j . Sa-
perfunc hodieque rudera ad locum five paludem Ve-
laviffi, vulgo utlermeer vocant, castri ingencis rude-
xa quas H u n n e n s c h a n s appellanc populariter.
(2 ) Martin. Minorota flores temporum ad ann. X X X
Karoli M. fol. iö o j. H u n n i ' live' Ungari munera
offerentes ; wordende aldus deeze naamen door de febry-
vers der middcleeufwe veeltyds vermengeld, mids de Hungaaren
tbans die landen bewoonden alwaar te voore de Hunnen
geweest waaren. Herrn. Com. Cbron. 887. fol. 500.
Gens Ungarorum a Scythia egresfa. . . . in Panno-
niam venic, & ejedtis inde Avaribus live Hunis us-
que hodie ibidem permanec. .
(3 ) H- Meibomii Nota in Wiäicbindi 'Annal. tom. I.
fol. 68(5. Appellatur enim in hodiernum diem nön
modo rivus quidam, haud procul a porta aquilonari
in loco aquofo, d i e H ü n n e n t r e n c t e Hun-
nor,um aquacio, fed eciam amplislima fölicudo ab ea-
dem porta aliquanto remotior, d i e s t r e i t h e i -
d e , campus pugnae, in quo aliquando graviter de-
pugnatum esfe eciam osfa & arma fiepe cum ex terra
effosfa tum in cavis arboribus reperta, ostendunt.
C4) J • Doufie filii Batavia Hollandiaq. Annal. pag. 392..
Nec plura de rebus gestis hujus Comitis vetustiora
I I . Deel.
Patr¡$ nostra monumenta, ante ducentos abhinc
annos trecentosve calamo exarata prodiderunt : nifi
qu°d exhasciludiorumper Germaniameditorum fcrip-
tore , Georgio Ruxnero , Armorum ( ut vocanc )
reg e, hocpracerea cognoscimus, i n b e l l o c o n t
r a h u n n o s , a u.sp i c i i s H e n r i c i Impera-
tons gesto m i l i t a s s e C o m i t e m h u n c n o s t
r u m SUB S IG N IS D u c i s SU E V IxE .
( s ) Amai. Saxo ad ann. 924. Civilibus bellis ces-
lantibus Ungan tantis incendiis & ciedibus Saxoniam
percurrunt, ut ultimam depopulationem conmina-
rentur. Rex in pralìdio W e r l e conlìstens rudi
adlluc militi & bello publico infueto contra tam fie-
vam gencem non credebat.
(6 ) Ibidem. Contigit quemdam de principibus Un-
gariorum capi, viriólumque ad eum deduci. Unga-
garii vero ipfiim jn t-antum diligebant, ut pro re-
depjpcionè illius innumera auri & argenti pondera
offerrent. Rex aurum ipernens, expostulat pacem,
redditoque captivò cum muneribus in annos noyem
pax firmat^ est. -
. C7) Sigeb. Gemblac. Cbron. ad ann. 924., Rex Hen-
ricus pacem cum HuDgaris in novem annls firmat.
T.t