■ eenen Ianddag te Ulm, maakte zieh
de zeegepraalende liollandfche Graaf,
niet alleen van Kenenburg en Vlaar-
dinge, maar federt ook, met zyne
benden naar de Merwe zynde ge-
rukt, van de ilerkte ( i) Doertrecht
en alle de door zynen Vader in dien
oord bezetene landen weder mees-
ter. Dit is 5t minst, hy gevoelig dat
de Bisfchoplyke benden van Kolen
en Luyk aldus een- enandermaal dee-
zen heirtogt tegen hem hadden hel-
pen uytvoeren, deedt dan tot boeting
der fchaade, die hy door hurt toe-
doen geleeden hadt, alle de op- en
afvaarende Luykfche en Koolfche
icheepen (2), te Doertrecht niet alleen
als te voore toi betaalen, maar
Zelfs in beilag neemen ; gelyk ook
de (chippers en.alle andere perfoonen
van dien landaard , en van welken
Zelf eenigen by dat toeval omkwa-
men, in de boeijen fmyten. Waar
door het vuur van den voorigen oor-
log nog vinniger wierdt aangeblaa-
Zen.
Want de twee daardoor beleedig-
de Kerkvoogden, om nu hun eyge
en byzonder leed te wreeken, ( 3 ) Verbünden
zieh met Egbert den I , Graaf
van Stavere, Oost- W estergo’u we, en
hebbende een aanzienlyk getal benden
in’t veld gebragt, rukten dezelven
nog in ’t zelfdejaar naar Doertrecht 3 al-
waar z y , door eenige op hunne zyde
gewonnene inwoonders, verraadlyks
wierden binnen gelaaten,endaardoor
weer des Graaven naastgelegene landen
aan veelvuldige ftrooperyen, dier •
tegen hem vereende bondgenooten,
alom blootgefleld.
Dit overrompelen van Doertrecht
trof den Hollandlchen Graaf als een
donderflag in ’t oor: des floeg hy
met eenige in der yl byeenvergader- .
de benden derwaart, zoo veel doen-
lyk was in ftilte, op w e g, en zynde
door de hulpe van eenen Gerard van
Putten des nachts (4 ) daar binnen
geraakt, fchaarde hy aanftonds zyne
binnen gevoerde benden ten flryd:
mids onder de aldaar in bezetting leggende
Bisfchoplyke volken reeds
alom een wapenkreet opging, en ie-
der het geweer begon op te vatten
om den verderen indrang te fluyten.
Dan ziende, naa’er nu meer dan vier-
honderd in ’t opgevolgde gevecht
gefneuveld waaren, alle hunne poo-
gingen tot het inhouden dier ilerkte
onnut, zyn de twee Bisfchoppen I
degemelde Graaf en alle hunne aldaar
zynde benden, Zoo fchielyk als im-
mers doenlyk was, längs eene nog in
hunne magt zynde poort, uyt Doertrecht
geweèken.
Niet lang genoot nogthans Graaf 1049
Dirk de vrugten deezer wel gelukte -----■
onderneeminge ; mids op 5t bevel
des Keyzers, de Graaf van Loven,
’
( 1 ) K. Kolyn vs 872.
«fc^abe mtitk traft recljt
«bp ìieti ®oerb?eci)t ane./ en toanse.
(2 ) Excerpta FlorarìiTemp. MS. apud P . Scriverium
de Comìt. Holl.fol. 24. Comes in Hollandiam combus-
lìt omnes naves mercatorum territorii Colonienfis
& Leodienfis, occifis & captis'omnibus mercatoribus
Excerpta M S . infima vetustatis Jlilo Interpol,
apud P . Scriverium de Com. Holl.fol. 24:' Comes,
Dordraci receptus , omnes ex iupèriori Germania
atque Colonienfium precipue mercatorum naves
exusfit, captis ac grandi teremulftatis (dumièmer-
cesque fuas pecunia redimere coguntur ) omnibus
ejus gentis, qui in oppido erant, negotiatoribus.'
Quibus etiam omnem per terras fuas commeatum
& commercioruni ufum in posterum interdixit.
(3 ) Ibidem. Quapropter Episcopi Colonienfis &
Leodienfis congregantes infinitam militiam , adju-
torio Marchionis Brandenburgenfis, veneruntin ma-
•gno livore ad Hollandiam ubi ftatim traditone per
quosdam oppidànos Dordracenies in Dordracum in-
tromisfi funt, volentes ex Dordraco depopulare totani
Hollandiam.
(4 ) Ibidem. Quo comperto, Comes valde motus
adunavit egregnum exercitum & caute quadam
nocte, adjutorio Domini Gerardi de Putte, etiam
in Dordracum venit & ilatim ordinatis. aciebus
bellicis per plateas plusquam C C C C nobiles incautos
trucidavit, cum aliquibus fatellitibus. Episcopi
vero cum Màrchione & refidua elefta militia
celeriter «Se occulte ex una portarum egresfi, fugam
inierunt.
ven, de Bisfchoppen van Uytrecht,
Mets ( i ) en L u y k , met de hulpe van
eenige längs de Zee woonende Rid-
ders en Graaven, welke laatflen ik
acht de door Dirk verjaagde Graaven
van Vlaardinge en Maasland geweest
te zyn , eenen aanflag op des Zelfs
perfoon maakten, en tot wiens uyt-
voering hen eene Zeer ilrenge opko-
mende vorst ook gelegenheyd ver-
fchafte. Zulks eenige door hen derwaart
gezondene knechten over’t ys
heymelyk in Doertrecht raakten, en
den Graaf, als die zieh met een kleyn
gevolg door zeker naauwflraatje begaf,
o p ’t onvoorzien overvielen, en met
eene venynige (2 ) pyl zoodaanig
in de dy troffen, dat die het ten derden
dage, te weeten: op den (3) veer-
tienden van Louwmaand beftierf. En
van welk droevig voorval, tot den
huydigen dag to e , die wyk alsnog
het Graavenflraatje (4) zoude ge-
naam'd zyn.
H o e ’t z y , de verbondene Vorsten
van den welgelukten moord des Graafs
hebbende bericht gekreegen, vielen
gelykerhand met hunne gereed ge-
houdene benden, längs ve/fcheydene
kanten in de onderhoorige (5;)
Graaffchappen van den verflaagen
Dirk, en maakten zieh dus van de Zel-
ven eerlang geheel meester. Wel is
waar dat Hertog Godefrid ten behoe-
ve van zyns gefheuvelden Bondge-
noots Broeder, te weeten: Florents
Graaf van Westflinge,de zelven eerlang
hero verde, dan die hadt federt het
ongeluk dat zyn leger geflaagen, hy
naauwlyks het gevaar met de vlugt
ontkwam, en dus het geheele gewest
onder de gehoorzaamheyd des Keyzers
eyndelyk gebragt wierdt.
Zulks die,zoo gunflige omkeering 3
van zaaken verflaande,om ordeop de ■
aldus onder zyne gehoorzaamheyd
gebragte landen te ilellen , zieh in
de(6) daarnaavolgende Paafche, mids
het hier voorvermelde verwoesten
van zyn hof te Nieumeege , nu te
Uytrecht vervoegde. Alwaar ik
voorvast Helle dat Florents Graaf van
Westflinge,naa hy 5t lyk van zynen
(7) ongehuuwd gefheuvelden Broeder
te Egmond in de Kapel van
Sint (8) Lauwrents begraaven hadt,
zieh zekerlyk den Keyzer zal onder-
worpen hebben, en des in de open-
gevalle Graaffchappen Van Holland,
Ryn- en Kenmerland zyn beves-
tigd geworden. T e meer, dewyl
men geenszins tegetj Florents, even
als
( 1 ) Herrn. Contrafö. Cbron. ad ann. 1049. Interea
glaciali hyeme fuppeditahte , nonnulli de parcibus
maritimis milites & principes , cum Leodinenfi Episcopo
, Trajeftenfi & Metenfi congregaci, Theode-
rico in Phladircinga infidias tendunt, commisfaque
p ugna, vi&um occidunt.
(2 ) K. Kolyn vs 874.
<Dnci* bcßaffcn öc finttfe
<Dat t i jfettoge bau R a b a t t
B an ten 3inen Ijtmble 3an
(^’«©etbcecijt abe ben 25oom / batfe
(€t Vilbel «B?eba f e r i c l t bejtaate
mit ien feninige jtrael.
(3 ) Leon. Monacò. Egm. brevic. pag. 152.
Per capras Sydus, aum Janus volveraót idus
Caefar erat fomes, quod cadit iste Comes.
(4 ) Excerpta ex MS. infima vetustatis, fiilo interpolato
apud P . Scriverium de Com. Holl.fol. 24. Obiit
Comes paulo post ex fagitta quadam venenata a
Colonienfi nefeio quo emisfa in quadam parva platea
, quai adhuc vocatur d e s G r a v e n s t r a e t -
K E N.
(5 ) Herrn. ContraSl. Cbron. ad ann. 1049. Commisfaque
pugna, vi&um occidunt, & provinciam illam
Imperatori- fubjiciunc : quam tamen non multo post
Gotefridus ocCupans, ab eisdem pugna petitus &
viftu s , vix aufugit.
(6 ) Herrn. Contralt. Cbron. ad ann. 1050. Imperator
Pachale festum apud Traje&um moratur.
(7 ) K. Kolyn vs 880. m
’t 350 gefctet al0 it berijacl
<Dat i flarf bane bat fjtnbet*/
^onbet tbpbe/ sonbec Itinbet
3illfu$ ojpten <Doemicljc.
$epen jaren ieft i bevitijt.
(8) Annal. Egmund. cap. 15. Corpus vero ejus
translatum est Ézecmundam, ibi fepultum.
G g g g 2