als ook uyt' een groot gedeelte van
Duytschland, aldaar; vergaderd waa-
ren., van deeze zyw gedaane ontdek-
kinge kennis. Alie ( i) welken,
mids de zonderlinge deugden, die in
den overleeden, itàande des zelfs lée-
ven hadden uytgefcheenen, dier-
-halve aan den Trierfchen Kerkvoogd
bevel gaven van, des zelfs ontdekte
gebeentc uytde onde kist opneemende in
eene nieuwe te loggen en in gezigt
van at de.wsrreld op eene verheviplaats
des altaars te feilen. Dit geíchiedde
under’t zingen van píalmen, en den
toevloed der (;2;);voornaamfle Geest-
lyken zyns Bisdoms; en by welke
flaatlyke overvoeringe de Trieriche
Bisfchop (3) zelf, zoo dra de ontdekte
o.verblyffelen terkerkewierden
ingevoèrd, met eene heldere flem
deh Ambroílaaníchen Lofeang op-
hief. > ' ; -
Omirent den zelfden tyd, te.wee-
ten : den (4)zestienden van Grasmaand
993. des jaars.; negenhonderddrieënnegen-
tig verwierfde zelfde:Trieriche Eerkvoogd
door’t doen(j) van eenen voet-
val voor Keyzer Otto den II I ., dat-zy-
he kerk,even gelyk wy hiervoor gemeld
hebben dat (6) Koning Zwen-
tiböld ook gedaan hadt, in ’t bezit der
Abtdye van Sint Servaas te Maastricht
weer herfteld wierdt, mids die
iedert de tyden van Keyzer Otto
den I. door dien Vorst van dezelve
weer was ontzet geweest.
Vervolgens de Feestdag (7) van Sint
Eucharius voorhanden zynde-, heeft
zieh Egbert nog in het zelve jaar naar
des zelfs Klooster begçèven om aldaar'
perfbonlyk den Godsdienst te
verrichten. Naa ’ t doen der Misfe
verzogten hem de Kloosterlingen
van zieh en zyn gevolg te willen ont-
nuchtere'n,• dan dit, als hen willende
tot geenen last z y n , beleefdlyk zynde
van de handgjeweezën, heeft hy
zyne te rugreyze naar zyne flad ver-
haast, dan onderwege, als hy den
iiroom Olivia genaderd was, over-
viel hem eene . ziekte ; welke den
T rierfchen Kerkvoogd, in zyne Aarts-
bisfchoplyke ftad zynde te rug ge-
keerd, den tienden ( 8 ) van Win-
termaand des zehren ( 9 ) . jaars uyt
het Jeeven rukte, j wordendé -zyn
lyk,inde door hem geftichte Andries
Kapel begraaven en boven ’t zelve
een
[eia & 0 .0 e - s é t s -e- g g s s a g a è j s e -:s
( i ) Atta SS. menfe febr. in vìtaCelJi tom. I I I .
fol. 399. -jpQsn hsEc facro) pi acni c confilio qmtenus
Augusti projiàgmate praeunle atquè Episcoporum indisgregabili
confenfu comitante Trevericus Vates naviter fé?
dem fuam revijere debuisfet & glebam B. Celji una cum
Jubice clero de tumulo proprio levare àtque fublimiter in
urcella.. . . facro altari imponere.
r (2 ) Ibidem. Inter ,haec facr® - modulationis, oti$
facerdos domini-, Egbertus reverenter depopulavifc
tumbam , auferens ab ea osfa exfutta & albida &
pofuit in Sindone munda & Candida, jubilaris cun)
omni clero.
(3 ) Ibidem. Cumque Deo ; amabili» archiprseful
cedesti dote locupletatus & tanta credentium nume-
roiitate circumfultus idem mpnasterium fuisfet in-
gresfus, ille hyninum . . . T e D e u m l a u d a m u s
ipfe primus diapafontica voce inchoavit.
(4 ) Diplom. Otton. I I I . apud Edm. Martene Veter.
Monim.Coll. tom.IV. fol. 157. Data X I V . Cai.
Maii anno dominic® incarnationis D C C C C X C I I I ,
indizione V I , anno autem Òttonis regnanti» X ,
attum Ingilenhejm feliciter.
- (5) Ibidem, fol. 156. Praìfatus Archiepiscopus
Egbertus flexis genibus & vocelacrimabili nostram
Clementiam prascatus e s t , ut prò jedemtione-anim®
àpfius jam difti avi nostri, qui eandem Tràjeften;
lem Abbatiam a jure S. Petri abftulit, & pro remedio
animarum ; b eats -memoriie ejus tequiyoqi,• gehi-
toris nqstrj |Itpperatpris Augusti;, nqstneque génj-
tricis Theophànite Imperatricis Augusta, Trevirenfì
ecclefize ablatam abbatiam, no.vo nostro 'celütudinis
donativo redderemus & restitueremus., &c.
, (6 ) Zie -bieimor[IL,'Deel foL ’433.
- C?) Qest. Arcbiep. fremir, .cap. 11. Adveniente
quondam festivi tate S.’ É u c h a r iiip fe '.pr.oVcelebrando
ibidem divino officio ad .ejus monasterium p.er-
rexit.y cumque post expleta misfaruin fólemnia a fra-
tribus peteretur obnixe cibi 6f potus■ caritaiem fymérc,
ne eis oneroifum fbrtasfe exiisterct , fi -tanta cqfnita-
tus ambitipne,ibidem r e f i e p r è t oblatdm a, fratribus
Caritatem omnino refutare & reditum fuum in urbeih
maturare. Cumque venisfet adì flumen Olivjam,
ccepit infirn^itate-gravi deficere , nec mora' ad fuam
fedem perveniens, diem claufit extremum. Sepul-
tus est ibidem in parva Eccléfia quam ipfe in hono-
re S, Andre® conitruxerat in latere ecclefi®. dextro.
(8) flotee G. Henfcbenii ad vitam Adalberti in attis
SS. tóm. V. fol. .104. Egbertus, creatùs est Arcliie-
piscopus Treyireniis circa initium; anni : mòrtuus
10. Decefnbris anni; 993. .
H (9 ) Amai. Saxo ad ann. 993. Posthsec Ekbertus.:Trc-
vcreniìs. Archiepiscopus obiit, cui Liudolfus fuccesfit.
een- grafichrift gcfleld, T gcnc*uyi
Zes^Latynfche' ( i ) : dichtregels be-
itaande, van deezeri inhoudt was:
Hier legt begraaven, Egbert^ Bisfchop
van Trier, de ßichter deezer
Kapelle, de luyßer- der Bifchoppen,
het beider licht der kerke,, de vreede
efi liefde der gemeinte, en de glori
aller Kcrklingen; welke uyt ( i )
Eux'emburgland beroepemzestien paaren
deeze kerk beflierd heeft. Des weest
allen in uwe gebeden zoo welbemin-
den voorfpraak gedachtig.
Geiyk. de Trieriche.. k,erk -thans
door dit overlyden van Egbert, Zoo
verloor.ook die van Uytrecht.dpo.r de
dood (3 j van Balduin , dienwy. gemeld
Ijeb.ben dat den voorgeinelden (4)
Volkmarus in die waardigheyd. iedert
was ppgevölgd,. e,ep jaar laater zynen
Bisicfippi-kWelken eenige ¡jyj fchry-i
vers, ge.tpygen dat'. van het- tßgen-
woordigp Graailyke Iluys van Holland
laugs Sikko o f Sigefrid, jongften
Zoon van den. tegenwoordigen Graaf
Arnoud,' zoude zyn afgedaald; doch
’ t gene de tydsrekening geenszins
jydt, mids de gemel.de Sikko op dien
tyd,als Balduin overleedt, ten hoog-
ile nog mäar- ("ö1) elfjäaren, kon be-
reykt- hebben , en des ook geenszins
de -Vader-van den-gemelden Bisichop,
maar die wel des zelfs Vaderlyke
O'öm en de zelfde geweest zyn;
welken wy hier.voore- nevens zynen
ßroeder Arnoud (7) ‘ zyns Grootva-
de.rs giftbrief, by welken die de Abtdy
van Sint Peter met het dorp Des-
ielberg en des zelfs kgrklyke gerech-
tigheden beichonk, hebben zien on-
derichryven.
Zeker is ’ t dat. wy van. hem dit
geldiluk, zynde het oudite der Üy-
trechilche Bisichoppeh, naa Hen (8)
ket r.epht ,van Geldmunten door K e y zer
Qtto den I. verleend was, alsnog
bezitten ; het w.elke ik tharts alhier te
liever inlasie , mids die door hun
geheel onderhoorig Bisdom en des
ook in het thans genaamde Holland
?ekerlyk Zullep gangbaar geweest
zyn; ter oorzaake de ■ Hollandiche
Graayen in dien tyd alsnog geenszins
een diergelyk rhuntrecht van de
Duytfche Keyzers ontfangeji hadden,
f
De voorzyde is beftempeld met des Bisfchops beeldenis, bondende den ontfangen
Harderlyken ftaf in .deireehter hand, dan ’hebbende...;iiet ilioofd zonder my ter; als wèlk
eertékeñte voeren de Uytrecht'fehe Bisfchop in dien tyd nog geenszins1 vaii dèh Päiis ontfano
g & ero ao ta g o MM * o s g o?
-■ ( 1 ) P. ScriveriusiGraav. van.Holl. pag. 31. ■
rontificum dècus;, Ecclefiæ clarisfima lampas,
Pax & amor pop uli, totiüs. gloria cleri
Hic jàceBEclebertusx.uc 1 s r EGio.NErepertus
Præiul-Trevericus, fed Ôc aulæ con'ditor hujusj
Rexit & ecclèfiam'feno» denosque per annos. ;
Omnes dilcftum.iprece commendate patrpnum.
P a stor . existen»,' V I . idus Maii requievit in Chris-
to1, tumulatus cum prædiftis Pontificibus in Trajëfto,
. • : (4 ) Zie biervoor 11. ¡Deel fol. a i 7,
• -^s¡K -Hifi- • • Volcmaro 'Episcopo defu
n t ío , fuccedit Baldevinus filius Sifridi eognomen-
torSicconis prasfeóli Kenemariorum j> fratris Theo-
dricïvtertii ejus nominis, quarti Comitis Hollandfæ
X íV I I: Episcopus. / f
• ([6 f Want Arnoud de Vader van den gemelden Sik-
kofof Sigifrid, was-, als- uyt betverbaalde is a f te mee*
ten -,-,í»: beb : jaar negeñbonderdtacbtig cerst getrouvod,
en badi bebalven deezen,; nog twee oudere Zoonen D irk en
Adelbert y geteeld.
- '/7Ì), Zie biervoor I I . D e e lfo l.19 S . i
í / g ) Zie biervoor I I . Deel foL. 189- -
• C 2) Uyt deeze woorden fcbynt men te moeten bejlui-
ten, boewel de Trierfcbe Cbronyken daarvan znvygenf dat
dees Egbert, èer by den Aartsbisfcboplyken ftoel van Trier
heklom f zekerlyk de eene of andere Geestlyko Bediening
in Luxemburgerland moet befdeed bebben.
(3 ) Cbron. Joan. de Beka fol. 36. His diebùs,
fciliect anno Domini D C C C C a C I V . Balduinus
Episcopus ad quatuor annos ecclefiæ TrajeÇtenljs