H Riitri
rI iL
i l Udì
M i* “ #'*!!1
I l
11 n fi
111
I Ì IB p !
Il
I
j h .
II li
I H
1
¡11 11
I l i
GERARD VAN LOONS
A L O U D E *
HOLLANDSCHE HISTORI.
E L F D E B O E K:
Bev alt ende de Staatsgevallen van het thans genaamde Holland,
federt den aanvang der regeeringe van ’s Graaven Arnouds
Zoonen, tot de dood.van Graaf Florents den I.
1004. Eezes Graaven van H o i
lands ontydige dood was
des te imartlyker, mids de
weerbarstige Vriezen (1),
verachtende hetVrouw-
lyk ilaatsbewind, ’t gene des geineu-
veldens weduw Liutgard als moeder
en voogdes van haaren jongften Zoon
Sigifrid I voerde r nu des te onbe-
dwongener hunnen voorheen gelüsten
opfland zoo in dat als het volgen-
de jaar hervatteden; invoege dit haa-
i ren Zwager Keyzer Henrik den 11.
| noodzaakte zieh in het jaar duyzendenvyf
naar (2) Thiel te begee-
ven, als in welke ftad, naa het zoo
menigmaal verwoesten van Duur-
itede, thans de (3) koophandel op
Grootbrittanje by uytneemend-
heyd bloeide, en dus 00k denaangelanden
Keyzer door Zyne fcheep-
rykheyd te bequaamer gelegenheyd
tot het uytrusten eener vloote ver-
ichafte,’ met welke hy van zins was,
om, (4 ) ten onderftand van zyner
Gemaalinne zuster, de tot dus lang
ilrafloosgepleegde invallen der West-
vriezen, eens naar vereysch, te be-
teugelen.
Met dit oogmerk en het toerusten
der hem daartoe noodig zynde vloote
zieh te Thiel den geheelen Vasten
hebbende opgehouden-, begaf hy
zieh dan eyndelyk, met zyne ver-
vaar'digde fcheepsmagt, naar de anders
geheel ontoeganglyk zynde Vriezen,
en heeft hen op die wyze niet alleen
gedwongen van de totnogtoe ge*
pleegde geweldenaaryen af te ftaän,
maar zieh met eene grondhartige ge-
CO M. Stoke fol. 22. vs.-3\ , ’ ^
©at te fcatie enhe $eec te pfttett
<©en Ianhe inert eett l a n g e s t o n d e . .
(2 ) Ahnal. Iiildesb. IV . arm. 4. Henricill. Rex n a*
t a l e m domini. Thornburh feriavit, & in partibus
Saxoni®, usque ad tempus quadragefimae habitavie
X L Thielae.
Annalist. Saxo ad ann. 1005. Anno Dominica;
incarnationis M V rex natale Domini Thorneburh
feriavit,-& in partibus Saxoniae usque ad tempus
I I . Deel.
quadragefimae; in quadragefima autem T h i e l e
DEGBB a t . A
(3 ) Alport, de diverf. te,mp. Lib. I I , cap. 20. Unde
inercatores T i e l e n s e s , . . . crebro regem in-
terpellabatit ut pro fua gratia eos ab his injuriis de-
| fendat : Si id non faci a t , neque fe caufa n e .g.o-
TiAN D i in I n s u l a m venire, neque ad fe Binj-
t a n n o s commöari posfè.
(4) M. Stoke-fol. 25. vs r.
Aitile Ijem inert ijeipe De0 gljelifre'
«Sfjefent frati hen ttep5er i&riintilie.
O n n