die ftäd, en der zelver inwoonders
weer naar Deenemarke, tf gene tot-
nogtoe verbooden geweestwas, tot
het dryven van den koophandel in
volle veyligheyd begaven.
Niet weynig wierdt deeze aange-
vange geloofsbekeering door Heriold
z e lf voortgezet en onderileund: mids
hy /Iraks op zyne te rugkomst in alle
oorden zyns ryk s , aller afgoden
' tempelen en altaaren liet omverwer-
pen, de totnogtoe in Zwang geweest
hebbende offerplegtigheden af/chaf-
te , ja zelf de Wichelaars ( i ) en of-
ferpriesters voor altyd uyt zyn ryk
verbände.
827. Dan deeze aangevange geloofs-
—— verandering, door de medehulp der
naar Jütland gevoerde Saxers, verftaa
Zyne nieuwe Vrie/che onderdäanen,
met grooteren yver dan vereyschte
ftaatkunde aldus geweldiger hand
wordende ingevoerd , zag men de
twee andere Heydenfche Köningen,
Zoonen van den njeergemelde Gode-
frid, deeze onbezonne geloofsveran-
dering van Heripld thans tot eenen
dekman'tel van hunnen voorheen reeds
ontworpen aan/lag neemen, en dus
Zelf, met hulpe zyner eyge Hey-
denlche en daarom afkeerig gewordene
onderdaanen, hem (2) nog in
ft volgende jaar, onaangezien hunne
vreedelievende betuyging , die z y
op den naastlaatften (3 ) Landdag aan
Keyzer Lodewyk gedaan hadden,
van den Jutland/chen troon ilooten-
de andermaal uyt het ryk jaagen.
Zulks de onttroonde" Koning, zyn
Zoon Godefrid, zyne Broeders Ro-
ruk en Hemming en alle hunne Christengewordene
aanhangeren genood-
zaakt waaren, naar de hen in Vries-
land afgeftaane landen te wyken; om
zieh enhun gevolg aldaar, als in eenen
veyligen oord, ter woon neer
te ilaan.
En het is van deeze Deenlche
o f Noordiche overgekome volkplan-
ting dat niet alleen Noordwykop-
ze e , Noordwykbinnen, Noordwy-
kerhout, Kämpen, T ie l, Winkel, de
Aa , Schage , Berge Valkenburg,
Jierlem, Workum (4 ) Breda en het
Deenehuys ter Hey de by die /lad;
maar 00k zekere (5) landen tus/chen
den Amftel en de Bovenvecht al-
thans nog (6 ) D e e n e m a r k e , ja
zelfs Zeeland en (7 ) Oeland, o f,
gelyk men thans /chryft, Holland,
hunne naamen naar die plaatlen
en landen, welken deeze overgekomene
( 1 ) Saxo. Grammat. Hifi. Lib. IX . fol. 158; Hic
itaque fanttisfimi tenoris fpecimen a Romanis riti-
bus mutuatus, profanato perfidorum errore delubra
diruit, viftimarios proferipfit, fiaminium abrogavit,
atque inconditæ patriae Christianismi facra primus
intülit.
• (2 ) Adelmi Annal, ad ann. 827. Ihterea reges Danorum,
filii videlicet Godefridi, Herioldum de con-
fortio regni ejicientes, Nordmannorüm finibus ex-
cedere cömpulerunt.
' • (3 ) Astron. Annal, ad ann. 826. Legati quoque
filiorum Godefridi regis Danorum pacis ac foederis:
caufa misfi.
( 5 ) Menlo Alting. not. Germ. In f er Part. I I . fol. 43.
Terrae tractus-hodie valde exiguus e s t , inter yecb'
tarn fuperiorem & Amestellam : quondam haut dubie
amplisfimus, cum Normanni illum iterato invaderunt
anno D G .C C L X X X I V . Duisburgo occupando
Rbenum ascendentes; teste Reginone. Postea illus-
tris familiae peculium faftum e s t, cui nomen gentili-
t ium d eD e n e m a r c a . Jacobus X L I V . Episcopus
Traj. ejus ventis fuit. Superest vocabulum prope
Hinkeveen, Trajettum inter & Amfteladamum..
(6 } Guil. Herrn. Ollandice Gelriaq. bellum cap. 6.
Cujus arcis ( puerorum) origineip non abs re fuerit
commemorare. Equidem vetustis in codicibus legi
Theodiricum filiumque primos O la n jd i jE comites
illic manfitasfe,REGEMQUE f r i s o r ü m ( d a c u s
IS E R A T ) CU A f M O L T IS D A C OR UM M IL L IB U S
ILLIC P E R IM IS S E -
(7 ) Heda Hifi. fol. 5p. Attamen Hollandiäm Ze-
landiam, & d e n e m 'à r c a m provinciam nomina ab
illis hominibus feptentrionalibus , quos • Danos &
Normannos vocan t, indita crediderim.
(4 ) M. Boxborn. Tbeat. Holl. pag. 5. Civitatum au-
tem atque pagorunr vocabula apud nos atque illos
( Nordinannos) fere eadem. Hujuscemodi funt
Schaga, Berga, Valkenburgum,- Jierlem, Worcke-
mium, Woerdenum, &Nortvicus: ut affirmant om*
nés , qui Ilias regiones peragrarunt. Öuamobrem
Hollandiae nomea ab hoc fonte profluxisie perfuafis-
fimum fibi habent antiquitatis nostræ ftudiofi.
mene Vor/len te voore in Deenemarke
be/lierd en hunne onderhoori-
ge Landzaaten aldaar bewoond hadden
’, volgens de aangeboore (1)
neyging aller volken tot hun vader-
Jand, 00k zullen bekomen hebben:
Even gelyk men weet, hoe door de
naar de Indien overgeftookene Holländers
, Fran/chen en Engel/chen
naamaals de naamen van Batavia, Nederland,
Vrankryk en Engeland aan
ver/cheydene plaat/en dier gewesten
gegeeven zyn. En welke toege-
paste naambekoming te meerderen
grond heeft, mids men die gewesten
nooit voor, maar /Iraks naa de aan-
komstdier Noordiche volken hier te
land, zoodaanig in de oude /chriften
genaamd vindt. Niet dat ik hier
,wil ftaande houden , dat door den
naam van Hölland eertyds alle die
landen, welken het nu bevat, zou-
den zyn betekend geworden, maar
' eerst ilechts en alleen een zeker gebucht
o f (2) Dorp , gelegen tus-
/chen K o k k i n g e omtrent Maar-
Zehe , Bodelograave aan den R y n ,
en Achttienhove by Kameryk:want
het is in dien oord, dat men althans
nog niet alleen (3) d e r H o l l a K -
D E R E N K A D E , D E R H O L L A N -
D E R E N W E G , D E R H O L L A N -
D E R E N D Y K , ja Zel f D E R H O L l
a n d e r e n MEENTj dat is ge-
meene w e y , vindt; even gelyk meer
andere Dorpen zoodaanige gemeene
M e e n t e n , tot het weyden van
huü gemeen V e e , als nog bezitten.
T em e e r , dewyl men omtrent veer-
tig jaar hiernaa zal zien, hoe de daar
omtrent woonende Vriezen van ’t
bovengemelde Kokkinge (4) dee-
zen aldaar thans aangelanden Deen-
ichen Prins Roruk van daar ver-
jaagd hebben. Welk Dorp o f
woonplaats Holland , waar/chynlyk
om de doorluchtigheyd van deezen
Noord/chen inwoonder, even als de
Steden Limburg, Luxemburg, Gelder
, K le e f en meer anderen, aan ah
le het/omgelege en Zoo wyduytge-
breyde gewest den naam van Holland
op laateren tyd indiervoege heeft
b y ge ze t, dat het niet alleen in ’t
verfolg het Hollandfche (5) Land-
deken/chap van ’ t Uytrecht/che bis-
dom, onder/cheyde van dat vart
Maasland, Westflinge , Rynland,
Kenmerland, Amfterland en de Betuwe,
maar eyndelyk 00k het Graaf-
/chap van Holland , te weeten als
het nog in zyn eerfte kleyn begrip,
en omtrent Bodelograave (6 ) gelegen
was, is genaamd, en op die wy-
ze 00k eyndelyk de algemeene naam
van alle de omgelegene kleyne Graaf •
ichap-
( 1 ) Ovid. Epifi. ex Ponte Lib. I. Epifi. 8. vju 31.
£f 32.
Nescio qua natale folum dulcedine cunctos
Ducit j & immemores nön finit esfe fui.
(2 ) Heda Hifi. fol. 50. F u i c & v i c u s h o l l a h t ,
a quo forfan nomen cceptum, ficuti G e lr ia, Cliv is ,
Juliacum, Brabancia.
(3 ) In diplom. Wilh. Comitis apud Matth, de
Nobil. pag. jo . « n b e fioojt» Den ouDeti n ijp n
Iang ljs/ to t neu Den aSnipuDptlt to t/ ende Doojtst
to o jd e n asjuundpcit Dct H o l l ä n d e r m e e n t
iMtgljd to t K o c k e n g e n toe/ en f)00?tg Dooj
K o c k e n o e n ncljtet ann ^ p cn geit Dp Dec Kup<
g e t3UptttiepDe / en Dntt daec fio u t die H o l l ä n d
e r inert) op (Iteltftende i t .
C4/ Hnnal. Bertin. ad ann. 867. Inde revertens,
hostem ad patriae defenfionem per regnum iuum
indicitj quaü contra Nortmannos, putans R o r i -
GUM, QUEM IN C O L A , Q U t CON KIN G I NOVO
n o m i n e d i c u n t o r , a Frefia expulerant.
( j ) Bucbelii notte in Hedce Hift. fo l1 <58. tib i inter
decanos rurales dicecefeos. Trajettenfis nominatur
d e c a n u s d e H o l l A n t cujus jurisdidbio per
magnam irifulani nunc Zuythollandiam extendeba-
tu r , & distinftus erat a decanis Mofelandiie , West-
lipgiae Qthans Noortbollmd,') Renolandi®, Kinema-
rias, Amftelandise, Betute &c.
(6 ) K. Kolyn vs 480.
26p 26odeloden gtahe geiage
©aec fin ffiadetee «Bjeefftpepe gelatD
3W0 ’t Inas op defen daci).
Goudfche Chronykje pag. 24. *>o quam die
26i»ft5op met een nieutneu pepee holrttg hnpteti
Bograven: ©aec tcgljen foo quam 45piue © ittS
b au F o lia n t met een alte clepncn nept pan
b o i c ©nde doe t o o c h g r a e p d i r k
ME T T E N BISSOHOP TOT HOL L ANT WAERT .