
B E R B E R I S vulgaris,
Gern eene Berberis.
Gewoonlijk. Berberis.
Hoogd. Gemeine Berberitze, Saurach, Sauerdorn.
Engelsch. ßarberry or Pipperidge-Bush.
Nederd. B ijn . Barberis, Sanfe-boom, Suring-boom, Berberis-faude, Boom-furkel,
Bloeit in Mei; rijpt in September, h.
HIXANDRIA MONOGYNIA. ZESMANNIGEN EENWIJVIGEN.
Ord. N a t. l in n . V a g a e t incerta fedis.— r o y e n ’s Prodomi clasf,xvi. Oliganthene,
Ord. v in , Staminibus/ex. — Ord. N a t . de ju s s ie u clasf. xm. Plantce dicovy-
ledones, Polypetalce, Stamina hypogyna. Ord xvm. Berberides.
Geslachtskenmerken. Calyx 6-phylltis, Kelk van 6 Blaadjes. Petalaó, ad jungues
glandulis 2 , 6 Bloembladen, elk aan den nagel van 2 Kliertjes voorzien. Stylus o , geene
/ i j l . Bacca 2-fperma, 2-Zadige Bezie.
Soortelijke K enmerken. (Folgens Willdenow.) Racemis fimplidbus, pendulis;
met eenvoudige, ntderhangeride Bloèm-Trosfen. Foliis obovatis, ciliato-dentatis . Bladen bijkans
eirond, m et. tandjes ten wenkbraauw vormende.
Eene Bloem afzonderlijk a. D e Kelk afzonderlijk b een Bloemblad c. vergroot met
één der Meeldraden, welke twee aangegroeide Helmknopjes hebben, bij d. en waarbij
ook de twee roodachtige Kliertjes aan den nagel van het Bloemblad zeer zigtbaar
zijn . He t rolronde vruchtbeginjel, met den fchijfronden ftempel gedekt, b ij e. vergroot
f . Een vrucht-tak g. eene doorgefnede Bezie met één Z a a d , h. D e vrucht
wordt meestal 2-zadig opgegeven, doch ook dikwijls maar één Z a a d te hebben, zoo
als ik die / echts alleen gevonden heb, en daarom hier zoodanig a f geheeld voorkomt.
E en Z a a d o f P i t afzonderlijk b ij i. — D e Bloemen maken onderfcheide irosfen u it,
welker fte e l, gelijk ook de Bloemfeeltjes, roodachtig zijn . D e Helmdraden en
Knoppen zijn veerkrachtig: wanneer de Honigbijen dezelve aanraken, naderen de
Helmknoppen den Stempel en werpen met eene veerkracht het ftuifmeel u it : dit kan
men ook door middel van eene naald te weeg brengen. D e Takken z ijn onder de
zaamgefchaarde Bladen met drievoudige doornen bezet, welke doornen boven aan de
takken doorgaans twee- en enkelvoudig worden. * Men vindt fommige en wel Bloem-
dragende Takken zonder eenige doornen. D e tanden om den rand der Bladen kan
men eer voor pqppe doorntjes houden. D e Bladen zijn van onderen wit achtig groen,
en f omwijlen om den rand, vooral de jonge Bladen, roodachtig. Den over gang
der Stoppel- of onder ft e Blaadjes der vereenigde Bladen in de drievoudige doornen,
welke over gang in het volgende ja a r zou p laats hebben, en door L inneus reeds h
opgemerkt , kan ik door eigen waarneming niet bevestigen.— E r is m ij ook geen
voorbeeld bekendJ dat deze Heester, waar z i j aan de natuur in ons vaderland is
. overgelaten, vruchten zonder Z a a d voortbrengt, welke fpeling der natuur in andere
landen is waargenomen. Z i j groeit ter hoogte van 6 en 7 voeten.
Groeiplaatsen. In drooge zandige gronden.
Aan den Heerenweg bij Haren, en bij de Mickelhorst buiten Groningen, bij het dorp Warns-
veld in het kwartier van Zutphen, op duingrond onder V e lfen , in net Bosch bij Saxenburg
onder Bloemendaal, in de voorduinen van Over veen , tusfehen Was jenaar en den Ha a g , en in
de duinen ten noord-ooste van den Scheveningtchen weg op de hoogte van de laan van Zorgvliet.
Kracht en Geneesk. Gebruik. De Bast, Vrucht en Zaden verdienen volgens Bergius
gebruikt te worden. De verfche Bast zou eene verfterkende en purgerende kracht bezitten, doch,
de vruchten worden het allermeest en met nut gebruikt in alle Koorts-ziekten, vooral bij Gal- en
Rot-koortfen, als ook in het Gal-kolijk.
Huishoudelijk Gebruik. Dé vruchten of Beziën hebben een aangenaam zuur, en komen als
gezuikerd ooft dikwijls op onze tafels voor. Het uitgeperste fap kan in plaats van Citroen vooral
tot het maken van Punch gebruikt worden, e* wordt zelfs gehouden alle zuren uit het Plantenrijk
in zuiveren fmaak te overtreffen. Van dit fap met zuiker bereid, kunnen aangename koekjes of ta-
• bletten gemaakt worden, welker bereiding door K n o o p in zijne Fru&uologia is opgegeven. In
Zweden wordt van deze vrucht wijn en azijn gemaakt (S u ed , jibhand. th. XI). Onder Appelen
en Kweeën geftoofd, maken zij dezelve zeer aangenaam. Ook de Bladën hebben den fmaak van
Zuring, en kunnen hiervoor bij de fpijzen of als Salade gebruikt worden. Wortel en Bast geven
eene gele kleur, en men bedient er zich vooral in Polen van, om het Turkschleder eene glansacbtige
gele kleur te geven. (Linn. MattusciikaO Het fap met aluin in azijn ontbonden, geeft eeneroode
kleur. (Reuss.) Van het wortelhout worden fijne Neurenburger waren gemaakt. Het hout van den
ftam is hard en wordt door Schrijnwerkers tot inleggen gebruikt. CMatt.) Deze Heester kan tot
heggen dienen, maar geeft dan weinig vrucht. Het ftuifmeel der Bloemen doet geen nadeel aan d$
bijttaande granen, zoo als fommige« gemeend hebben. (Hann. Mag. aangehaald door Beckman.)
De Bijen azen bij uitnemendheid gaarne op de Bloemen.
IVien kweekt ze van ftek of door de uitloopers der wortelen zeer gemakkelijk voort. Om vele
en goede vruchten te hebben, moeten in den herfst alle de in dat jaar gemaakte loten afgefnede^
worden, (Miller.}