
S C H O E N U S nigricans.
Zwartachtige Knop-Biet.
Hoogd. Schwärzliches Knopf-gras.
Engelsch. Round black-headed Bjg-rush.
Neuer//. B ijn aam . Zwartachtig Bies-gras, bij Houttuyn.
B loeit in Zomermaand 2j.
TR IAN D R IA M0 N0 G YN 1A. DRIEMANNIGEN EENWIJVIGEN.
N a tu u r l. R a n g volgens l in n . iii. . C a lam a ria , Biesachtigen.
Geslachts Kenmerken. Glumse paleacete, univalves; congestie: flo p p e lig e , éenk/ep-
p ig e K a f b la a d jes■ , zijn d e dezelve zamengedrongcn. Corolla o , geene Bloemkrans. Semen x ,
iubrotundum, inter glumas; ié fo Z a n d , rondachtig, tusfchen de K a f blaadjes.
Soortelijke Kenmerken. Culmo tereti, nudo; met een ronden, naakten H a lm .
Capitulo ovato. eirond Bloetnhoofd. Involucri diphylli valvula altera fubulata,, longa; het
iéne K lep je van het tweebladig Bloem-omwindfel cisvorm ig, lan g.
H e t Bloem hoofd, rustende op een zeer langen H a lm , kon hierom aan de P la n t n iet
Horden a f geheeld: men zie h etzelve afzon d erlijk b ij A. H e t tweebladig omwindftl
h ij a . a . de lange elsvormige n a a ld van d eszelfs grootjle K lep je is het vervolg van
de zw are n e r f, welke het K lep je in het midden h ee ft: de p u n t van het andere K lep je
is n iet langer dan het Bloemhoofd. E en afzon d erlijk A ir tje u it het Bloemhoofd b.
H e t K a f blaadje £ Meeldraden en Stam p er, vergroot d . Fruchtheginfel en Stam p
e r , hebbende een driefpletigen S tem p el, vergroot b ij e . D e R is t van een A ir tje
met de Z a d en , welke in iedere buiging van de lis t te r wederzijde in eene holligheid
z itte n , f H e t witte Z a a d , naar d at van Lithospermum (P a a rlk r u id ) zwce-
m ende, b ij g . "
V it den (T o rtel, die zwarte draden h e e ft, komen g e lijk e lijk vele Halmen v o o rt, die
zonder knoopen z ijn , en verre boven de Bladen u itfleken . E lk e Halm z it van onderen
ter hoogte van o. o f 3 Duim en in eene J lijv e fch e d e , d ie denzelven d ig tom jlu it.
D e ze fcheden z ijn aan den W ortel zw art en glim m ende, en. hooger op donker o f
kastanje b ru in , g e lijk het Bloemhoofd, en gejlreept. U it denrand der fcheden komen
bladen, f omwijlen 3 in g eta l v o ort, te zien b ij h . h. , welke eenigzins driekantig en
fm a l z ijn , en in een p unt eindigen. D e P la n t heeft de hoogte van i k to t 2 voeten.
H et Z a a d van dezen Knop-Bies is verfioken van eene zijd eachtig e ft o f, waarvan het
meerendeel van deszelfs medejlachtigen voorzien is. D e binnenfte K a f blaadjes, welkt
p u n tig z ijn , terw ijl de anderen Jlomp z ijn 3 konden en moesten misfehien a ls Bloemkrans
aangemerkt worden. (Favrod.)
Groeiplaatsen. In laag liggende vochtige Duingronden. „ ...
In zoodanige Duingronden onder V e lfen , Bloem endaal, Overveen, Z an d v oo rt, K a tw ijk
aan Z e e , het kamp van W aasdorp, onder IV asfenaar f . Op vochtige en veenachtige
gronden bij Amesfoort gevonden door J. Favrod.
Huishoudelijk Gebruik is van deze Bies nog niet bekend.