
B E T A. markima.
Z t t Biet.
JJoogd. Meerftrands Mangold.
Engelsch. Sea Beet»
Nederd. Bijnaam, Wilde Beete of Kroote.
Bloeit in Oogstmaand, <? volgens Smith
P E N T A N D R ï A D i GY N I A , V IJ F M A N N I G- E N T w E E W I J V I G E N ,
Ord. Nat. Li'N N. xn. Oteracece , Moesgewasfen.
G e s l a c h t . K e n m e r k e n . Calyx s -p h y lla s , Corolla o; Kelk van 5 Blaadjes, zonder Bloemkrans.
Semen reniforme, Intra substantiam bafeos calycis; het Zaad niervormig, tejloten tusfehen de zelfiiandig.
heid van den 'grond des Kelks.
S o o r t e l ï k e KEN m e r K-E'N. Fioribus-geminis, met tweeïings -Bloemen.
B e tweeïings Bloemen afzonderlijk bij a, êêne dezer Bloemen gezien boven b , op z'jde c. De
Kelk is als in ^gedeeld. D e Meeldraden-liggen op de Kelkblaadjes, welker kiel gélijkvorm g is.
De Bloemen z ijn niet a- maar 3 -wijvig. D e Vruch t rijp~zijnde, heeft deszelft bekleedftl, 'tgeen
uit de zelffiamig -.eld van den Kelk hejlaat, eene hardheid a h van been bekomen. Het Z a a d , | i
•els 'liet zich in deze verharde zelfftandtgheid ontbloot vertoont, bij■ d , vergroot e. Het nieryor
'inige Zaad op Zichzelve f , vergroot g.
D e z e foor t , die nog ingeene andere handen dan in Engeland-èn op de hier onder genoemde Plaatfen in
Bolland is waargenomen en nergens anders is afgebecld, dan in the English -Botany by J. E.
S M 1 T B , 'and J. S-o w e r s b y , r o l . W - Tab. 285. verdient eene bijzondere aandacht. V o e r heen
ivas dezelve dlléen door deEngelfche Plantkundigen R a y en Ph. Mi l d e r hefchnven en volgens
dez-én ook^do’ór L iM E M . Da t z ij eene eigene p o r t én geene verfcheidenhéid i s , geeft de geheel*
iioüdi/ig ’en gedaante terfhnd-te?kenncn. De-levendige en kelder, groene kleur van Stengen, Stelen
:én Bladen wijst oOk den eigen en natuurlijken-flaat der plant a a n , als. geene de mimte ontaarding
dóór' aank w éeking-'ondergaan hebbende. Mi l l er heeft Ook deze. foor t bij verplanting altoos onver-,
aritierd 'gevonden. De Wor tel verfchilt 'mede aanmerkelijk van d ierde r overige Bietfoorten, fchoon
■ ik denzelven niet, gePjk S-M 1 T h, en Zoo als die door S o -w E R s B y is a f geheeld.^ zwartachtig van
'Httlid noch zoo rolrond, ttiahr wel ‘Wit van 'vleesch heb gevonden. L 1 N neus geeft ergens een 1 ei -
■xm(feden vp, 'a is o f de gewone Biet, Bèta vulgans, zoo wel met roode als witte Wor tels, van onze
Z'e'è^Biet zbu 'af/litmnren. -De Bladen- hebben ook een zeer eigenaardigen (land, en fa a n allen
■ '-fbhYef, terwijl' z ij in 'hunne fcheve 'rigting ‘z ic h - f ij f kodden en zekere bocht'maken. Z ij Zijn eirond-
-laifc'etfbrVtTg : de dtöërfle ‘BkrdênZfn gepeeld; de bovenfe vastzittende, welke laatste zich nog
ffliv e r hiudèn en nog ■ f'e r k e r bocht Maken, dan -de gejieelde: foinmige Jlaan vlerksgewijze.
M i l l e ' r. en 'Sm i th 'géven den Steng op dis neder, liggende , doch Vdgens S Ow e r s b y ’s- afbeelding
riemen zij 'kort boven den grond fpoedig eene regtflandige houding aan : van dit neder-
liggende heb ik niets waargenomen. De Plant groeit tér • hoogte van. % en 3§ voeten.
G r o e i p l a a t s e n . Alleen door de G o r t e r aangeteekend- aan- dén Zet kant, bij Hellevoetfluis, en
ftoór mij alleen gévonden op twee plaatfen bij Ainfterdam, namelijk aan-de Kittenburger - Haven, even door
het'Hek, in de laagte, ter zijde van den S tijger; dóch waar ik ■ dezelve drie ’achtereenvolgende jaren te
-vergé’efsdh wé'd'ér ‘gezoóht héb. Be andere Plaats is aan hét begin -van -den' Zeedijk naar Zeeburg, aan
den ifa&tifên 'dfen Dijk,'naar de buitenzijde.
H u i s ho u d e l i j k G e b r u i k . R a y geeft hetzelfde gebruik van den Wortel en de Bladen • dezer
ïoort o p a l s vaiï liSè gé^bióe 'BTét'‘a%£fiïeen: bekend i s.
m m