
Ë P I P A C T I S palustris. ( Serapias longifolia, L inn.)
Langbiadig Niesk ru id*
Hoogd. Bleiche ‘Sumpfwurz.
Engelsch. White - fiowered jBastard- Helleborine*
Neder d, ‘Bijnaam. Wild wib'Nièskruid..
Moeit in Hooimaand. ïf-
G V ' N A N' D R I A M o N A N D R I A . M A'N W IJ V I G- E W' E E’ N M A N N T G E Ni'-
Natuur/. Rang volgens L i n n.- v u . O r c h id e a Standelkruiden.•
'GeslACHts Kenmerken. Córoll'a pentapetala , • erectó - patens; Bloemkrans van v ijf Bloembladen, regU
Jl'andig wijd openjlaande, • Labelliim ecalcaratum ; ongefpoord Lipje. Anthera opercularis, per'fiftens; Helm*
Jznop dekfelsgewijze ; .overblijvende; Pollen pulver eo - granulatum ; Stuifmeel, beftaande uit 'poeder - korrels. ■ ''
Soortelijke K enmerken. - £ volgens W i l l d e n o w ) Foliis - lanceolatis , aïnplexicaulibus ; met lancetvormige
, den Stèelomvattënde Bladen. Bracteis -flore brévioribus^ Schutbladen korter dan de Bloem. Flori-’ '
bos pendulis; labello crenato, obtufo, petalis sq u a ll: neerhangende Bloemen; het lipje gekarteld, Jlofnp9 .
gelijkvormig.aan de Bloembladen, Germinibus p.ubescentib-us; zashthairige vruchtbeginfels,
D e IVortél a is vezélacht’g \ Jirèkkende 'de vezèlwortéltjes'zich Vêetal ‘horizontaal u‘t.‘ D e drie buitênjle
Bloembladen bb , zijn van eene andere gedaante, van de twee binnenjie Bloembladen; lancet tor m g :
&n Jlar vormig o p ‘het vrucht begin'fel geplaatst; van gelijke kleur als het vruchtbeginfel en eenigzlns -
ggjlreept. De twee binnenjie Bloembladen £ zie bij c } Jiaün bovenaan naast elkander ; :zijn eirond en •
fra a i gekleurd, • De Lip , als - een zesde Bloemblad té rekénen, kenmerkt deze fo o r t bovenal; één
afzonderlijk bijj d. Dezelve is langer dan een der Bloembladen en bejiaat uit tfree aanéén gevoegde
bootjes •, waarvan'het 'tweede fmatlér is en meer opftaande randen h e e ft , ■ aan welk ' tweede bootje
het hartv >rmige, zich èenigzins - ombïiigsnde lipje gehecht is* - De geheels lip-’ is met paar feite of-'
rooskleurige Jireepen geteekend , waardoor in het'midden eene Jlreep loopt ,\door h e t 'Stuifmeel geel
gekleurd. — Het HonigVaatje met'de dee'en der vruchtfnaking , -hebbendé bovenaan de gedaante van '
een doosje met een openjldand d é k f e l z i e t 'm e n , - ontdaan van Bloembladeren lip', op' zijde bij e , ,
vergroot' f ; van voren bij g , vergroot h. De Helmknopjes bevinden zich in het onderfle gedeelte van
M f Honigvaatje. — - De r ijps Zaaddoos>' metf d is verdorde lip: bij i r is donkerbruin, en aan de '
naden o f hoeken eenigZins grijshairig. ■
D e Steng verkrijgt bij de bloemen gelijke bruine kleur als het vruvhtbeginfel.. Dé Bladen hebben zw a r e f
nerven. De Schutbladen zijn lancetvormig , fotnt'jds la gsr dan de Bloemen, , en worden-door hef t
neerhangend vruchtbeginfel neer gedrukt, - Eer de Bloemen- uitkomen-, gelijken zij. veel naar p a a l wormen,
De PïatJt■ hoog i en i §*voeU
Groeiplaatsen. In- vochtige .Dumvaleijen. -
Onder Bergen; bij Egmcn.l aan den Hoef; onder OVervêen en' dé' Vogelenzang; 'achter Z ó-rgv liè t- bij déïti
Haag; aan het Staalduin, bij 1s Gr ave fanden. Tusfchen Poorthuizen $r*'IIoeJiakenin Gelderland».
Huishoudelijk Gebruik, Is hiervan nog. niet -bekend.