
L A P S A. N A communis.
Gemeene Akker- Kool.
:Boogd. Gemeiner Rainkohl, HaafenkohL
-jEngelsch. Nipple Wort. ~
N ederd. Bijnamen. fLampfana, basterd Hazen - Latouw.
B lo eit in Zomer- Hooi- en Oogstmaand 0 .
SYNGENESIA , POLYGAMIA Ü.QUALIS; ZAMEN TELENDEN, GELIJKE VEELWIJVERIJ.
N a tu u rl. Bang volgens linn. xlix. C om pofita, . Zamengeftelden.
'G eslachts Kenmerken. Receptaculum nudum, naakt O:.tvangbed, Calyx fiibcalyculatus.,
Xquamis iingulis interioribus canalicülatis. D e Kelk. bjjna zelve g sk e lfc, alle de bïnnenfle
Schubjes gejleufd. Pappus nullus 5 geen Zaadpluis.
SooiiTiLijKE K enmerken. Calycibus fructus angulatis , met hoekige V rucht - Kelken.
Pedunculis tenuibus, ramofisfimis; tengere, zeer getakte Bloemjlelen.
Eene Bloem afzonderlijk b ij a. D e Kelk met den kleinen buiten K elk b. vergroot c. getm
der K elk fchubjes buigt zich om , maar houden zich allen regtjlandig. Een afzonde. lijk
Bloempje van natuurlijke grootte op .zijd e d. van voren e. vergroot f. H et Ongekroonde
naakte za ad g. vergroot h. D e jlen g en de geheele P la n t .houdt zich regtftandig. De
. onder(le Bladen, waarvan één afzonderlijk is a f geheeld b ij c , z ijn . liervormig en vlak:,
de hooger fia ^ je Bladen eirond , .getand en hebben kleine B la d flelcn : de b overijl e Bladen
. hopen ,p u n tje p it. D e gedaante der Bladen verfch ilt fom tijd s aanmerkelijk naar de
Randplaats van de P la n t. M en vindt fommige jonge Planten in de fchaduw groeijende
met bijna cirkel ronde 3 geheel ongetande, gave Bladen. Steng- , Bladen en Bloemjlelen zijn donker
groen. Volgens de waarneming .van C. K . Sprengel , openen zich de Bloemen s*morgens
ten 7 uren en z ijn om 11 uren voormiddags reeds gefloten, z e lfs in de Z on, D e Plant
g r o e it. ter hoogte van 3 en 4 voeten.
Groeiplaatsen. Aan Dijken, in Bosfchen en Heggen^ ook tusfehen de Granen.
Zeer algemeen in Holland.
H uishoudelijk Gebruik. Is eene eetbare Plant: in Turkijën worden de Bladen als
Moesgewasfen gekookt en gegeten. (Eriiart) Schoon het door Brügmans-, onder de
fchadelijke W eideplanten wordt genoemd, geeft echter Linneus in zijn Ban Suec, op,9
dat al .het Vee de Plant eet; aiirgenomen Geiten.