
A V E N A flavescens.
Geelbloemige Haver,
ïïoogd. Gelbliclier Hafer , Gold Hafer.
Engelsch. Yellow Oat-grafs.
Bloeit in Z om e r - en Hooimaand.
T j u a n m i a , D ig y n i a . D r ie m a n n ig e m T w e s w y v ig e n *
NatuurL Rang volgens L inn. iv. Gramina, Grasfen.
Geslacht« Kenmerken. Calyx 2-valvis ,. mukiflorus y tweekleppige> veelbloetnige Kelk* Arist«!
dorfali contorta; eene omgedraaide Naald op den rug.
Soortelijke K enmerken* Panicula laxa; met eene wijde Pluim. Calycibus tri flor is brevjbus;
driebloemige korte Kelken- Flosculis omnibus aristatis; alle de Bloempjes genaaid.
Een- A ir tje afzonderlijk en- vergroot, bij a , zijnde jkchts tweeblaemig * zoo. als ik die meest
’ heb aangetroffen, echter heb■ ik ook driebloemige gevonden, beide in Zomermaand• S en R eb er
en Leers verzekeren-, dat z i j in Bloeimaand bloeijende, iweebloemige, en in Hooimaand drieën
vierbloemige Kelken hebben, dat ik uit de ondervinding noch bevestigen noch ontkennen kan,
D e twee klepjes o f kaf blaadjes van den Kelk b , vergroot c , zijn zeer ongelijk van grootte:
het kleinste is meer- dan de helft korter dan het andere, en ligt onder het onderfle. Bloempje •
te z ien bij a . het langste Kelkklepje is bovenaan goudgeel en eindigt in een lange punt. t ie t
• onder [Ie Bloempje, dat ongefleld i s , vergroot bij d , het buitenjle Bloemblaadje is aan den top
iwcefpletig He t boven[ie Bloempje, vergroot bij e 9 rust op een hairig Bloemjleeltje .* ook
z ijn de Bloempjes van onder hairig. Meeldraden en Stampers 9 vergroot bij f. Het Zaad
is mij. niet gelukt te kunnen zamelen, om dat dit gras telkens voor de rijping van het Zaad
gefheden was. D e Halmen hebben meest drie knoopen. D e Bladen z ijn zachthairig. D i t
gras doet zich f goedig kennen door de goudgele Bloem- pluimen: het. groeit niet hpoger dan
tot 3 voeten-
Groeiplaatsen. Op Weiden en op hooge Gronden.-
Op den muur van den Dijk bij Rotterdam, en op Heigronden, bij Nijmegen.;, door R a-i n-
viL-Le , en vérder om Nijmegen door d e B e y e .r > in. niet zeer vochtige Weiden bij deus
Haag en. elders, door mij gevonden*
H uishoudelijk Gebruik. Door B e c r m a n n onder de beste grasfen opgegeven, ero
ook door P h. M il l e r hoog geroemd, vooral tot het aanleggen, van fijne en digte grasperken.
Zeker is het een aangenaam en gezond gras voor het vee., maar door deszelfs tederheid
en kleinte brengt het weinig op.. S c h r e b e r en C u r t i s houden het op hooge*
gronden, te gelijk met andere grasfen. voor de fchapen groeijende,, voor eene goede:
fchaap weide*-