
C O N y O L V ü L U S fèpiuir;
Haag- W in d e.
Hoogd. Zaun-winde,-Hecken-winde.-
Bhgelsch. Great Bindweed.
Neierd. Bijnamen. Groote - winde, groote zachte "Winde, groote Blokjes-
winde , Slinger - roos.
Bloeit in Hooi-, Oogst- en Herfstmaand.- ï '
P lN T AHDMl MONOGYNIA. V y e MANNIGEN E kNWYVIGEN.
Natuur!. Rang volgens L in n . x x ix . Cdmpanacea, Klokbloemigen.
G éslachts K enm erk en . Corolla campanulata, plicata ; khkvormige, geplooide Blcemkrant.
Stigmata 2 , twee Stempels. Capfula i-locularis , ioculis dispermis; Zaaddoosje met twee
h ik je s , elk met twee zaden.
Soortelijke K enmerken. Foliis fagittatis, postice truncatis; met pijfvormige Bladen, van
achteren geknot. Peduncuüs tetragonis, umHoris; vierzijdige, éênbloemige Bloemjielen.
D e vijffpletige Kelk a , welke omvat wordt door twee zware, langwerpig eironde Schutbladen,
te zien bij b- Meeldraden en Stamper met de twee jlempels, zoo als z i j beneden in den'
Bloemkrans geplaatst zijn c. D e volkomen rijpe Zaaddoos met den verdorden K e lk , waar
in' dezelve beflóten i s d ' , van den Kelk ontdaan e t het Z'aad, dat’ eettigzihs kantig is f. —
D e Bloemkrans heefi tien plooijën. Het afgeknotte der Bladen, te"zien bij g g . Dezelve
z ijn gelijk d e ' Schutbladen, aan de randen bruinachtig. De Steng flingert zich om'de hoornen,
tot de1 hoogte van 10' voeten: als de vrucht rijp is , verdort de Steng, maar de IV o r --
fels kruipen Jierk voort, en elk Jluk daarvan'afgefneden fpruit weder wits
Verfcheidenheid-met paarfche bloemen.
Groeiplaatsen. Aan heggen, en om liet hout langs ilóoten en vaarten overal, t '
De Verfcheidenheid is door C o M-m e l iïn -gevonden in een haag van een Boomgaard buiten'
Haarlem bij het Kraaijennest.
H uishoudelijk Gbsrdik. Paarden-, fehapen en geiten-, eten de plant. QPan Suvc.)
De wortel wordt door de varkens opgezocht. ( H a l l e r ) Voor heggen en hakbosfcben»-•
vooral op lage gronden-, is dezelve wegens de fterfc omllingerende Hengen en de voort-
kruipende wortels, die. het voedfel rooven, een dadelijk onkruid : ook op hoppe-landen'
is,het een-der bezwaarlijkfte onkruiden, en het-is naauwlijics uitceioeijen om de reeds. gg-'-
melde gedurige, uitfpruiting der wortels..