
M E R C U R I A L I S annua.
Eenjarig Bingelkruid.
Gewoonlijk. Mercurialis!
Hoogd. Jähriges Bingelkraut.
Engelsch. French Mercury.
B lo eit in Hooi- Oogst- en Herfstmaand. Q .
DIOECIA ENNEANDRIA, TWEEHUIZIGEN NEGENMANNIGEN.
N a tu u rl. R ang volgens linn. xxxviii. T rico ccts, Driezaadhuizigen.
G eslachts Kenmerken. M annelijke Bloem. Calyx J-partitus, Corolla o ; K elk in %
gedeeld, zonder Bloemkrans. Stamina 9 f. 12. Meeldraden van 9 tot 12. Anthene globofe,
didyime; kogelronde, tweeling Helmknopjes.
Vrouwelijke Bloem. Calyx 3-partitus, Corolla o; K e lk in 3 gedeeld, zonder Bloemkrans.
Styli 2 , 2 S tijltje s . Capfula dicocca, 2-locularis, i-fperma; Zaaddoos je tweessaadkuizig, 2-
h o k iig , éénzadig.
Soortelijke K enmerken. ( volgens W illdenow.} Caule herbaceo, bracbiato, met
een kruidaardigen, arm-makenden Steng. Foliis oblongis, glabris; langwerpige, gladde Bladen.
Floribus masculis fpicatis, de m annelijke Bloemen geaird.
D e K e lk der M an n elijke Bloem a fzon d erlijk van n a tu u rlijk e grootte a . vergroot b .
een Bloem pje, n a tu u rlijk c . vergroot d. waaraan de Tweeling-H elmknopjes duidelijk
zig tb a a r z ijn . A an de lange B lo em fltlen , d ie u it de okfels der Bladen
voortkomen, z ijn de Bloempjes eerder geplaatst in K r a n je s , die boven d ig t op
elkanderen z itte n , dan in A ir en . — D e K e lk der V rouw elijke Bloem vergroot e.
een Bloem pje, n a tu u rlijk f . vergroot g . houdende de K elk de V rouw elijke D eel en
w el bewaard: vruchtbeginfel en Jlamper h ; ter wederzijde van het vruchtbeg in fcl
komen u it bet voetjlük twee elsvorm ige, opwaards gaande en boven het vruchtbeg
in fel u itjlek en d e, draden v o o r t, door A L . Jussieu n iet ten onregt gehouden voor
om ruchtbareM eeldradm . D e Stempels z ijn omgebogen, dwars over den naad van de
heide za a d h u isjes, a lleszin s te zien b ij b . D e jeh erp h a irig e Zaaddoos i ‘7 h o rizon taal
doorgefneden k . H et Z a a d 1 D e V ruch t is naar evenredigheid van het Bloempje
zeer groot. Voor zoo ver de R ia n t tw eezaadhuizig i s , behoorde z i j n iet in den
n a tu u rlijken ran g der d rieza a d hu izig en , maar vin dt daarin hare p la a ts wegens
den aa rd en gedaante der Z a a dhu isjes. H et Zaaddoosje d at meest aan p aren z i t ,
ru st op kleine Steeltjes in de okfels der Bladen.
B ij de M an n elijke en V rouw elijke P la n t is de W ortel ta k a c h tig , te zien b ij A D e
S teng is eenigzins gejleu fd , en ter p la a tje , waar de Bladgelen u itfeb ieten , knoop-
a ch tig gezwollen. D e Bladen z ijn in beide g e lijk , gefteeld, met jiom pe Z a a tandje
s voorzien en tegen over elkanderen ftaan d e. - - D e P la n t boog i i toe i voeten.
Groeiplaatsen. Op Klei-Bouwlanden en in Moeshoven.
Bij Harderwijk f . — Op fommige Bouw- en Moeslanden in V riesland. Om N ijm egen.
Om U trecht buiten de waardpoort, en elders in tuinen. In de Garst te Scherpenisje in het
land van Tholen.
K racht en Geneesk. Gebruik. Het Kruid als den afgang en de Honden bevorde.
rende, weleer in gebruik.
Huishoudelijk Gebruik. Oudtijds werd zij als Moes gekookt en gebruikt (G at-
tenhoff, HouttuYn.) De geheele Plant kan tot blaauw-verwen dienen, (Wieglbb
Handbuch der chem ie, aangehaald door St . J. v. Geuns). In tuinen wordt dezelve fpoe-
dig een lastig onkruid, en door J. Beckman zelfs opgenoemd onder de fterkfte onkruiden
der Moeslanden.