
Veel kleiner dan de vorige. De bloemkroon
kleiner en roodacbtig.
p l . ln moerassige plaatsen bij Etten, niet verre van
Breda. Rl p. 445.
s8s. Br u n e l l e . De kelk is mondvormig , met naakte
keel» de bovenlip vlak, eenigzins geknot, 3-spl.etig, de
onderlip korter en a-spletig. De bloemkroon mondvormig:
de bovenlip holrond, gaaf of 2-lobbig , de onderlip 5-
Jobbig, de middelste lob grooter en uitgerand. De lielm-
draden aan den top gevorkt of 2-tandig, waarvan de
eenetand het helmknopje draagt, de andere naaktis. DG.
Er zijn groote schutblaadjes tusschen de bloemen
geplaatst.
6gg. gemeene Brunelle, met gesteelde langwerpig-
eironde aan den voet getande, bladen, de bovenlip
yan den kelk geknot, flaauvy 3-naaldig, de steng
opgaande. DC,
p i. Algemeen in velden en weilanden.
Versch. B. met witte bloem. — G. vG.
PI. Op Dooreweerd. vG.
700. ingesneden Brunelle, met gesteelde eirond’-lang-
Werpige bladen, de bovenste lancetvormig getand
of virideelig, de bovenlip van den kelk 3-lobbig,
met zeer korte , stompe, gepunte lobben. DC.
PI. In het Bentveld buiten Haarlem, G.
701. grootbloemige Brunelle, met gesteelde langwerpig-
• eironde, aan den voet getande bladen, de bovenlip
van den kelk 3-spletig, de helm in het midden
gebogen. DC.
PI. In den E n c k bij Harderwijk. vG.
2. B e d e l t z a d i g e n .
283. Y z e r i ia r d . De kelk is 5-spletig. De bloemkroon
trechtervormig, met eene kromme buis, de boord onregelmatig
5 - spletig. Vier vruchtbare meeldraden. De
Vrucht is een zakvormig weefsel, vier zaden insluitende. P.
702. genezende Yzerhard, met draadvormige pluimma-
kende aren, de bladen veelspletig-slippig, de steng
bijkans eenzaam. P,
De