
## De middelste lob van de onderlip der '
bloemkroon uitgerand. DC.
6g5. tandbladige Thym, met 6-bloemige kransen, de
bloemsteeltjes i-bloemig, de stengen een weinig
getakt en regtslandig, de bladen langwerpig,
spits, aan den top zaagtandig. DC.
De kelk is gestreept, aan den voet ten laatste
bultig.
PI. Op zandige plaatsen omtrent den ouden IJssel in
het Graafschap Zulpheii; ;in de duinen niet verre van
Westerhout en bq Qverveen; jn de Herkeloersteeg. in
Overijssel. G. Op verscheidene plaatsen in de Woud-
streek van Vriesland. M. Te Salk; op de weide bij
Arnhem R l Bij Nijmegen. B. Bij ’sGravenhage Z! Algemeen
in de duinen van Holland j langs, den Rliijn bij
Doorenwaard, enz. vH.
696. Neppe Thym, met veelhloe'mige gegaffeld - tuil-
vormende bloemsteelen, in de oksels geplaatst,
de bladen .eirond stompeenig zins gezaagd, en
even als de steng, een weinig ruig, de kelktand-
jes bijna gelijk, de beide bovenste opgerigt. DC.
De kelk is met een vlokje gesloten. De bloemkroon
wit, met paarsche vlekken.
PI. Veel in braakliggende koornvelden bij Uilenpas ,
Utrecht, de Bild, Zeijst, in de duinen buiten ’ sHage;
in ’ t groot Bentveld bij Haarlem en elders G.
281. G lxdkruid. De kelk is kort, de beide lippen
gaaf, met een bovenop liggend holrond schubje. De
bloemkroon langer, aan den voet gebogen, de boord
mondvormig: de bovenlip zamengedrukt, gewelfd, met
2 tandjes aan den voet, de onderlip breeder en uitgerand.
De zaden door den toesluitenden kelk bedekt. DC.
697. gemeen Glid lru id, met hart-lancetvormige gekartelde
bladen, de bloemen gepaard, in de oksels
geplaatst. DC.
De bloemkroon is blaauw of violet van kleur,
3- of 4-maal grooter dan den kelk.
PI. In vochtige gronden op verscheidene plaatsen.
Versch. (3. met witte bloemen, boerhaave. G. --
PI. In een digt belommerd en vochtig bosch te Noor-
deloos. FAVROD.
698. Hein Glidkruid, met hartvormige eironde en gaaf-
randige bladen, de bloemen gepaard, iu de
0 oksels geplaatst. DC,
f f 5 Veel