
/ S " T . ^ > '^ 4
^ j . J T . f . Z y
Pli l.il dé bosschon omtrent Groesbeek buiten Nijmegen.
dG. B. Bij Baarn. Y r .
aj4 . Andoorn. De kelk kantig, 5-tandig, gespitst,
De bloemkroon met eene korte buis, de bovenlip gewelfd
en uitgèraUd, de onderlip 3-lobbig aan de zijden
omgeslagen. Dé uitgebloéide meeldraden naar iedere
zijde omgeslagen. DC.
686. bosch Andoorn^ met 6-bloemige kransen, de
bladen hartvórmig eirond en gesteeld. DC.
Pl. Op schaduwrijke plaatsen algemeen.
687. moeïak Andóorti, met bijna 6-bloemige kransen,
de bladen lijn-lancetvormig half-stengomvattend,
ongesteeld, P.
P l. Aan de kanten der slooten Op tele plaatsen.
Versch. 0. met witte bloemen.
Pl. Bij de Joure in Yriesland. bergsma!
688. akker Andoorn, met 6-bloemige kraiisen, de
bladen hartvórmig, stomp, bijna naakt, de bloemkroon
even lang als de kelk , de steng zwak. DC.
P l. In een kóomland bij Marquette ; in het zand achter
den Kfabehburg en in de hoven bij Zwol. G. Bij Laren
en Eemnes tusschen het koorn; bij Harderwijk R ! Te
Vijfhuizen bij Fntneke». B e r g s m a 1 Op het Bentveld bij
Haarlem E. Te Beek boven Nijmegen; aan de Bild en
onder Houten bij Utrecht. vH.
P"ersch. 0. met bladen als Melisse., iiermanntjs. ■— G.
eyó. Malrove. De kelk is rolrond, 10-streepig, 5—
of 10-tandig. De bloemkroon een weinig langer dan'
den kelk, mond vormig , de bovenlip smal en 2-spie ti o-,
de onderlip 3-spletig, met de middelste slip breeder en
uitgérand. DC.
68Q. iiiilte Malrove, met regtstandige steng, de bladen
rondachtig-eirorid getand rimpelig-ge'aderd , de kelk
met 10 borstelige en haakvormige tandjes. DC. •
Tusschen Maas en Waal over T ie l; op verscheidene
plaatsen buiten Zutphen eö in de duinen; tusschen
Rotterdam en Schiedam; en tusschen Deventer en
Twello. G. Op de BronSbergeu bij Zutphen. R. Bij
Nijmegen B. Bij Katwijk binnen en Wassenaar, mue-
®er. In den Haarlemmerhout. E,
F f 2 3y6, Baï.-