
/ / / ,
7^1'*-' ~i *~zé-—.
Jy* X-~ *
$t>*-'7&.- /~. jétZ^h'&Z Z
i j ^ j 7 Z / y Z «-F ' ~pClhia3L.r*^*yA ^ /
x ^
'Zt. Z -V iZ d . :Z / / . tn/ff. Z ^ g & r - Xif/ié/
ƒ '
met eironde en gewimperde schutblaadjes,oormfuC.
ben Van het omwindsel lancetvonmg, gedoornd. DO.
F i. In vochtige weilanden en velden buiten Utrecht. G.
sk , Z a a g p a d . Het omwindsel o v e r e e n l i g g e n d , met
ongewapende schubben. De-stoppels Van dcn vruclubo
dem eenvoudig. Het zaadpluis hang , stijf, bkl,vend; ^
o 11. verwers Zaagblad, met '
9 h a a r d e , aan den Voet min of meer vmdeehge bia.
den, de bloemtuil overal even hoog. DO.
PI. Op de heide tusschen Nijmegen en Malden. B!
3 6 1. Tandzaad. Het omwindsel met een
& J d e buitenste blaadjes de langste en openstaande 'e
Ebuilsbflioe*m>pje s*, *ze l-de n* gresjtraaal^d mSa Kda_ ï S ekroond
dans eens tweekunnige lintbloempjes, D g
met 2-5 blijvende naaldjes. DG. ■ ^ „ eW00nlijk tegen-
De bloemen zgn geel. De maaen gew j
overgesteld de
912 Kdrièdeelig Tandzaad, met buisbloempjes,
schutblaadjes langer dan de bloem, A J W J F
deelig, met lancet vormige getande slippe . *
PI. Op vochtige plaatsen algemeen.
,5 neerbuigend Tandzaad, met eindelingsche eernig-
■ 9 z!ns knikkende bloemen, de schutblaadjes lan\e-
vZ1oDrSm i• g en g a arl , • de Vpivplacdteenn g&eeunvo»eog züa a.m zamengeeroeid,
eirond-lancetvormig en gezaagd. DO.
PI. OpS vochtige plaatsen met de vorige, doch minder
algemeen. 1 , . -r,
Versch. (3. met gestraalde bloemen. P.
PI. In de slooten van het Haagsche bosch en elders. G.
363. Leverkruid. Het omwindsel overeenliggend, langwerpig.
Weinig buisbloempjes. De vruchtbodem naakt.
Heo^ t^ n Z pM a li^ L e v e r k ru id , met tegenovergestelde
9l4- ge s 3 e 5-d^eelige bladen de slippen lancetvormig
en gezaagd, de middelste de Engste DC.
De bloemtuil is eindelmgsch en gedrongen De
bloemen roodachtig, met uitspringende stijltjes.
PI. Langs waterkanten op vele plaatsen.
Versch. (3. met de bovenste bladen onvcideeld. rav. ^