
p-tdh. 2 ^
• *
f r t i . ( U ^ y ^ 4 ' ^ ^ u ' ^ )
karfivormig vindeelig, alle de bloemen in de oksels
kransvprmend. P. , r , ,
PI In stilstaande slooten bij Y ie l; te Loenen aan de Y ech ;
Yeenendaal in liet Sticht-van Utrecht en elders- G.
Vriesland in de wouden, waar veenen zijn. M. Bg «aarden;
U Raamsdonk in Zuid-Holland. K. In
op de yeluwe.E! Bij Delft. VERM! De Bdd bi; Utrecht.
vH.
ion Pijlkruid. De mannelijke bloem heeft eenen 3-
Lladieen kelk en bloemkroon. De helmdradeu omtrent
. i in getal. De vrouwelijke kelk en blQemkrVon even
als de mannelijke ; vele stamper8», 4e zaaddozen g e tro p t,
r ió<7o 'gemeen Pijlkruid, met lanfietv<?rmige gespitste
• ‘ pijlvormige bladen, de lpbben laucetVQrnpg en
jegt, de bloemsteng eenvoudig. P.
De onderggdoken bladen zijn lijnvormig en
stomp; nabij de 'oppervlakte des maters van ha-
ven verbreed 5 de drijvejide bladen inderdaad jliji--
vormig, stomp en breed, de bovengekomen bla-
den eindelijk pijlvormig en naar de verschillende
hoogte spits of gespitst. De bloemen gesteeld,
drievoudig.
pi. In staande wateren en slooten op vele plaatsen.
jjanm. De verscheidenheden, welke de gorter in navolging
van bauhinus eu boerhaave opgeeft, scliijnen
mij toe niet geldig te zijn. ,
ioS. Pimpernel. De bloemen zqn tweehuizig^ fDLu)
zonder bloembladen. De kelk gekleurd, 4-lobbig, met
3 uitwendige schubben. De mannelijke bloem met 3o
meeldraden. De vrouwelijke met a vruchtbeginsels; de
stempels gevederd. Twee zaden in den zaaddoosvormi—
gen kelk besloten. DC. . .
1071. gewone Pimpernel, ongewapend, met eemgzms
kantige stengen, de meeldraden voel lapger dan
den kelk. DG, .
PI. In de duinen niét verre van Y e lzen ; in het Bentveld
bij Haarlem; overvloedig in de weiden langs den IJssel
bij Zutphen. G. Bij Rispeet aan de Wallen bij hetbosch.
R. Bij Nijmegen. B. Bij eene doornheg te Valkenburg ,
aan den weg naar Katwijk binnen, mulder. Ip de duinvallei
van Breesaap bij Velzen- vH.
4oo. Ene. Dm mannelijk blpfimkatje is wijd en hangend;
de kelk omtrent 6-spleljgj 5-10. niecldradcn. De
yröuWctijke kelk ï-hladig, gaafiandig en ruw; 2-5 siijl-
' tjcs.