
( . 68i )
tje5 De eikel .lederachtig, door den blijvenden kelk aart
Ongesteelde Eik, met langwerpige gestoelde, on-
' behaarde of dikwerf vlokkige, gegolfde bladen ,
met afgeronde lobben, de vruchten langwerpig en
ongesteeld. P.
PI In het Haagsche bosch, in den Haarlemmerhout, en
buiten Utrecht. G. vH. Bi) Legden. m u l d e r . In bet
Haagsche b o s c h . Z .
1073. gemeene Eik, met langwerpige, bijkans ongesteelde,
■ onbehaarde en gegolfde bladen, met afgeronde
lobben, de vruchten langwerpig en ge-
steeld. P.
Deze soÓTt verschilt van de vorige: door harder
hout, bijkans ongesteelde, altoos onbehaarde,
aan den top verbreedde bladen ; doch vooral door
de langgêsteelde eikels.
El. Algemeen in onze bosschen en aan de wegen.
4 io. Ha z e l a a r . Het mannelijke bloemkatje overeen-
lig»end, rolrond. De kelk bestaat uit eene schub; 8
meeldraden. De vrouweljke kelk a-deelig , verscheurd;
3 stijltjes. Eene eironde noot, door den blijvenden kelk
omgeven. P. . . . .
De talrijke vrouwelijke bloemen zijn in eene schubbige
bloemknop besloten. Eén vruchtbeginsel, eerst maakt,
daarna door den bijna lederachtigen, aan den rand verscheurden,
kelk omgeven.
1074. gemeene Hazelaar, met langwerpige en stompe
" steunblaadjes, de vruchtkelken klokvormig, aan
den top openstaande, verscheurd - getand, de
bladen rondachtig hartvormig en gespitst, P;
De vorm der bladen wisselt zeer af, zijnde dan eens
eirond, dan langwerpig, dan rondachtig. De jonge
takken en de onderzijde der bladen zijn zacht-
harig. ( 3)
PI. In het Haagsche bosch; in vele bosschen van Gelderland
en Overijssel; bij Groningen. G. Op verscheidene
woudplaatsen in Vriesland. M. Bij Nijmegen,
Haarlem, enz. vH. 6 i i . Be u k .
(2) Op den eersten Januari) 1788 waren de mannelijke bloemen
reeds geopend, Six, (mssj.