
... rQTi kleur. De meeldraden bijöa 20 in getal, aan den
W Z ? buis of op den rand van het vruchtbeginsel m-
t0PUnt Zes 2-spletige steltjes. De zaaddoos vleez.g,
C s l e toppen, 6-kantig, 6-hokkig. De zaden
cenig*inS kantig, « n de dwarsschotjes der klepjes va
8<ii i i ^ ’waters Ruiterskruid, met zwaardvormig-dnekan-
tige, gewimperd-stekelige bladen. DU
De plant is bij ons, zoo ver mq bewust i s , al
tö'os tweekunnig.
VI. Algemeen in stilstaande wateren, vooral in kleistreken.
8. R e n b r o e d e r ige iu
430. Geneverstrïtik. Tweehuizig, zelden eenhuizig.
De mannelijke bloemkatjes eirond, nuB‘ .gekr“n1St\® “1'
■vormig-gesteelde schubben ; 4- 8 ..éénbnkkigc-belmknapjefc
De vrouwelüke bloemkatjes kogelrond, met 3 h ° lro^ e
vereenigde schubben; de stempel gapende. De bes zamengegroeid
uit 3 beenachtige i-zadige kernzaden, om-
“even van zamengegroeide en vdeczige schubben DC
§ 1116. gemeéne Geneverstruik, met drievoudige open
staande gepunte b l a d e n , l a n g e r dan de bessen. .
PI. Op de Veluwe op verscheidene plaatsen, ook t
schen Utrecht en Amersfoort en omtrent Zwol. G. O^»
de heide bij Zelhem; in het nederampt van Kuyk. K..
Bq Baarn. Vr. Op heidegronden in de Meqerij van den
Bosch. e. s. scMULE. Bij ’ s Gravenba ge. Z! Bq Nqme
gen algemeen; bij de Bild nabij Utrecht enz., op
drooge plaatsen, vil.
AAN